RSG 't Rijks

2.1 Het leven in een Griekse stadstaat

2.1 Leven in een Griekse stadstaat
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

2.1 Leven in een Griekse stadstaat

Slide 1 - Slide

Nieuw tijdvak
Tijd van Grieken en Romeinen 
3000 - 500
Ook bekend als de oudheid

Slide 2 - Slide

Invalshoeken
  • Economisch: 
  • wat zijn de middelen van bestaan? 
  • Denk hierbij bijvoorbeeld jagen en verzamelen, landbouw, industrie. 
  • Hoe komen mensen aan hun inkomsten?
 

Slide 3 - Slide

Invalshoeken
  • Politiek-bestuurlijk: 
  • hoe wordt de samenleving bestuurd? 
  • Wie is de baas? 
  • Welke regels en wetten zijn er?
 

Slide 4 - Slide

Invalshoeken
  • sociaal: 
  • dit gaat bijvoorbeeld over de leefomstandigheden van mensen en de verschillende sociale lagen. 
  • Zijn er grote verschillen tussen mannen/vrouwen en arm/rijk? 
  • Leven de mensen in de stad of op het platteland?

Slide 5 - Slide

Invalshoeken
  • cultureel: wat denken en voelen de mensen en hoe uitten ze dit?
  • bijvoorbeeld in hun gewoontes en regels, 
  • geloof, 
  • kunst en 
  • wetenschap. 

Slide 6 - Slide

Kenmerkende aspecten H2
1. Politiek en wetenschap in de Griekse stadstaat
2. Klassieke vormentaal

Slide 7 - Slide

Feit en mening
  • feit: een feit is de waarheid, het is waar.

  • mening: iets wat een persoon vindt.

Iemand mening kan veranderen, een feit niet.

Slide 8 - Slide

Lees de bron hiernaast.
Is dit een feit of een mening?
A
Een mening
B
Een feit

Slide 9 - Quiz

Lees de bron hiernaast.
Is dit een feit of een mening?
Op veel plaatsen in Drenthe kun je overblijfselen van de hunebedden vinden. Sommige van de gebruikte stenen wegen meer dan twintigduizend kilo. Voor de bouw werden ze geselecteerd op vorm en kleur. Hoe groter, hoe mooier het hunebed. 
A
Een mening
B
Een feit

Slide 10 - Quiz

Lees de bron hiernaast.
Is dit een feit of een mening?
A
Een mening
B
Een feit

Slide 11 - Quiz

Leerdoelen
  1.  Je kunt eigenschappen noemen van Griekse stadstaten

  2.  Je kunt uitleggen dat niet alle mensen in Griekenland burgerrechten hadden

  3.  Je kunt uitleggen hoe het leven in een Griekse stadstaat eruitzag. 

Slide 12 - Slide

Stadstaten
  • Stadstaat: bestond uit een stad met omringend land. Werd in het Grieks polis genoemd. 
  • ca. 700 verschillende stadstaten (poleis)
  • Athene en Sparta waren het grootst

  • Iedere polis had een eigen bestuur en maakte  eigen wetten 
  • In iedere polis spraken ze Grieks, vereerden ze dezelfde goden en bouwden ze op dezelfde manier tempels. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Griekse samenleving
  • In de polis bestond grote ongelijkheid tussen  mensen 

  • Burgerrecht bij de Grieken: Het lidmaatschap van een polis. Alleen volwassen vrije mannen die geen vreemdeling waren, hadden burgerrecht

Slide 15 - Slide

Sociale verschillen
  • Slaven : als slaaf had je geen rechten.

  • Ook ongelijkheid onder vrije mensen: mannen met burgerrecht stonden bovenaan. Dit waren vrije mannen die uit de stad zelf kwamen. Vreemdelingen hadden dus geen burgerrecht. 

  • Vrouwen, vreemdelingen en slaven hadden geen burgerrechten. 

Slide 16 - Slide

Het leven in een Griekse stadstaat (1)
  • De meeste mensen leefden van de landbouw (graan, druiven, olijven)
  • Grieken handelden ook veel --> ze verkochten aardewerk, wijn en olijfolie en kochten graan in. 
  • De Grieken waren zeevaarders en hadden langs de kusten van de Middellandse Zee en de Zwarte Zee handelscontacten. 

Slide 17 - Slide

Het leven in een Griekse stadstaat (2)
  • Er was een strikte taakverdeling tussen mannen en vrouwen. 
  • De man was het hoofd van het gezin. De vrouwen stonden meestal onder toezicht van een man.
  • Arme vrouwen werkten vaak buitenshuis. 
  • Er zijn bijna geen teksten van vrouwen bewaard gebleven.. 

Slide 18 - Slide

Even controleren! 

Slide 19 - Slide

In de Griekse stadstaten leefden de meeste mensen van
A
Industrie
B
Landbouw
C
Jagen- verzamelen

Slide 20 - Quiz

Het Griekse woord polis betekent
A
politie
B
stadstaat
C
eiland
D
land

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Link