What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
RSG 't Rijks
‹
Return to search
Fictie (schrijven)
1 / 10
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
10 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kent de basisingrediënten van een verhaal;
Je kunt het toepassen op een eigen verhaal.
Herhaling van de basisingrediënten
Het verhaal stap voor stap
Fantasie, creativiteit en toepassen
De pen van de auteur
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Onderwerp en thema
Setting
Introductie personage 1
Introductie personage 2
Conflict
Oplossing en einde
Basisingrediënten van het verhaal
Slide 3 - Slide
Onderwerp en thema
Het verhaal gaat ergens over
en het verhaal gaat ergens om
Wat wil jij met jouw verhaal vertellen?
timer
1:00
Slide 4 - Slide
Setting
Plaats
(Bijvoorbeeld in Leeuwarden)
Tijd
(Ochtend, middag, avond)
Omgeving
(Hoe ziet de omgeving eruit?)
Het weer
(Wat voor weer is het?)
Nog geen personage benoemen of beschrijven.
timer
1:30
Slide 5 - Slide
Introductie personage 1
Wie is het personage
(Bijvoorbeeld een mens, sprookjesfiguur of dier)
Hoe heet het personage
(Bijvoobeeld Kjeld, Niels, Evelien)
Hoe ziet het personage eruit
(Lang, blond, groene ogen)
Noem een karaktereigenschap.
(bedachtzaam, verlegen, druk, arrogant, ...)
timer
2:00
Slide 6 - Slide
Introductie personage 2
Wie is het personage
(Bijvoorbeeld een mens, sprookjesfiguur of dier)
Hoe heet het personage
(Bijvoobeeld Floor, Elon, Yvonne)
Hoe ziet het personage eruit
(Lang, blond, groene ogen)
Wat is personage 2 van personage 1 (
Vriend, vijand, geliefde ...)
timer
2:00
Slide 7 - Slide
Conflict
Beschrijf het probleem
Uiterlijk conflict: botsing met andere verhaalpersonages
Innerlijk conflict: persoonlijke problemen of moeilijke keuzes
Het conflict kan alles zijn, dus denk breed!
timer
2:00
Slide 8 - Slide
Oplossing en einde
Je krijgt nu verschillende kaartjes met de ingrediënten
Je werkt het verhaal dat je nu voor je hebt uit.
Zorg voor een beginscène, gebruik de beide personages, pas de setting goed toe, vergeet het conflict niet.
Beschrijf hoe het conflict afloopt
Sluit het verhaal af, dus geen open einde
Let op: je krijgt verplichte woorden via de spinner. Iedere 3 minuten komt er een woord dat je direct moet toepassen.
timer
15:00
Slide 9 - Slide
Nabespreken
Lees het verhaal van een andere leerling
Zit alles in het verhaal verwerkt?
Setting, personage 1, personage 2, conflict en een oplossing
Slide 10 - Slide