RSG 't Rijks

aanwijzend voornaamwoord en smoes

Het aanwijzend voornaamwoord
Het aanwijzend voornaamwoord
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Het aanwijzend voornaamwoord
Het aanwijzend voornaamwoord

Slide 1 - Slide

Bijvoeglijk gebruikt
ce garçon- deze/die jongen
ces garçons -deze/die jongens
cet artiste -deze/die kunstenaar
ces artistes -deze/die kunstenaars
cet hôtel- dit/dat hotel
ces hôtels- deze/die hotels
cette route- deze/die weg
ces routes - deze/die wegen
cette voiture- deze/die auto
ces voitures -deze/die auto's

Slide 2 - Slide

Sleep de woorden naar het juiste aanwijzende voornaamwoord (2 per vak)
Ce
Cet
Cette
Ces
table
mur
animal
portables
fille
chaussures
homme
bureau

Slide 3 - Drag question

Bijvoeglijk gebruikt

Met nadruk of om duidelijk verschil te maken:
-ci / of -là toevoegen aan het zelfstandig naamwoord

Ce livre-ci ou ce livre-? - Dit boek of dat boek?
Cette pomme-ci ou cette pomme-?- Deze appel of die appel?
Ces vins-ci ou ces vins-là? Deze of die wijnen?

Slide 4 - Slide

Complète:
Ce fromage-ci est meilleur que ce fromage-

Slide 5 - Open question

au travail:
128 t/m 134
klaar? klik hier
weer klaar? klik hier (met oortjes)

Slide 6 - Slide

SMOES


Décrire des mots inconnus

Slide 7 - Slide

Comment décrire un mot (p.e. un objet), quand on ne connaît pas le mot en français?
Je kunt een aantal aspecten van het voorwerp beschrijven :
- de vorm
- het materiaal
- de functie
Par exemple:
C’est petit, c’est blanc et c’est pour écrire au tableau noir. (une craie)
C’est en plastique, c’est transparent et ça sert à emballer un paquet. (du scotch)
C’est en métal ou en plastique et on l’utilise pour accrocher des pantalons (un cintre)


Slide 8 - Slide

Ne plus savoir quoi dire:


Hoe zeg je dat..              Comment dire..  
Wacht even..                   Attendez
Een momentje, ik zoek het woord..
                                          Un moment, je cherche le mot
Nou ja eh, hoe zal ik het zeggen… 
                                          Bon alors euh, c’est-à-dire euh…

Slide 9 - Slide

Blindengeleidehond
aveugle - aider 



dier

Slide 10 - Slide

Décrivez au mieux le mot "blindengeleidehond"

Slide 11 - Open question

geldautomaat




objet

Slide 12 - Slide

Décrivez au mieux le mot "geldautomaat"

Slide 13 - Open question

Maintenant on travaille ensemble

Slide 14 - Slide