RSG 't Rijks

2122V5litgesverlichting

literatuurgeschiedenis verlichting

wat oefeningen om de kennis actief te houden 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

literatuurgeschiedenis verlichting

wat oefeningen om de kennis actief te houden 

Slide 1 - Slide

Literatuur was in de achttiende eeuw een populair middel om politieke standpunten te verwoorden en zoveel mogelijk mensen te beïnvloeden.
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz

In de verlichting komt de nadruk te liggen op beslissingen genomen met het gevoel
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

In de 18e eeuw wordt veel gediscussieerd over een nieuw onderwerp. Waar ging die discussie over?

Slide 4 - Open question

Waarom was deze discussie juist zo typisch voor deze periode?

Slide 5 - Open question

Spinoza had belangrijke controversiële ideeën, noem er 2.

Slide 6 - Open question

welke groepen waren het absoluut niet eens met Spinoza?

Slide 7 - Open question

Welk begrip hoort NIET bij de 18e eeuw/ verlichting
A
koffiehuizen
B
dystopie
C
rederijkers
D
carpe diem

Slide 8 - Quiz

Welk begrip hoort NIET bij de 18e eeuw/ verlichting
A
Spinoza
B
pedagogen
C
ontwikkelingsroman
D
hoofsheid

Slide 9 - Quiz

Welk begrip hoort NIET bij de 18e eeuw/ verlichting
A
Krinke Kesmes
B
Robinson Crusoe
C
memento mori
D
imaginair reisverhaal

Slide 10 - Quiz

Welk begrip hoort NIET bij de 18e eeuw/ verlichting
A
Queeste
B
cogito ergo sum
C
pasquil
D
humor

Slide 11 - Quiz

In welke wereld belandt de hoofdpersoon in Krinke Kesmes?
A
Nazar
B
Wonderland
C
Zuidland
D
Aapenland

Slide 12 - Quiz

Kritiek leveren op de samenleving was een belangrijk doel voor het imaginair reisverhaal. Wat nog meer?
A
alternatieven laten zien voor de samenleving
B
vermaak bieden
C
de mensen terug naar de kerk trekken
D
kinderen onderwijzen

Slide 13 - Quiz

Reize door Aapenland is uitgegeven onder pseudoniem J.A. Schasz. Welke 2 schrijvers worden genoemd bij dit pseudoniem?

Slide 14 - Open question

welke twee partijen staan tegenover elkaar inde kwestie van "menswording"?

Slide 15 - Open question

Welke twee 18e eeuwse partijen kunnen hiermee bedoeld worden?

Slide 16 - Open question

Hoe gaat het afhakken van de staarten in het verhaal? Wees specifiek

Slide 17 - Open question

Hoe loopt het verhaal af?

Slide 18 - Open question

Jantje zag eens pruimen hangen,
o! als eieren zo groot.
’t Scheen, dat Jantje wou gaan plukken,
schoon zijn vader ’t hem verbood.
Hier is, zei hij, noch mijn vader,
noch de tuinman, die het ziet:
Aan een boom, zo vol geladen,
mist men vijf zes pruimen niet.
Maar ik wil gehoorzaam wezen,
en niet plukken: ik loop heen. 
Zou ik, om een hand vol pruimen,
ongehoorzaam wezen? Neen.
Voord ging Jantje: maar zijn vader,
die hem stil beluisterd had,
Kwam hem in het loopen tegen
voor aan op het middelpad.
Kom mijn Jantje, zei de vader,
kom mijn kleine hartedief!
Nu zal ik u pruimen plukken;
nu heeft vader Jantje lief.
Daar op ging Papa aan ’t schudden,
Jantje raapte schielijk op;
Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen,
en liep heen op een galop.

Slide 19 - Slide

Wie is de dichter van voorgaand gedicht?

Slide 20 - Open question