What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
RSG 't Rijks
‹
Return to search
het bijvoeglijk naamwoord (vorm en plaats)
l'adjectif qualificatif
Bonjour
et
bienvenue!!
1 / 34
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2,3
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
l'adjectif qualificatif
Bonjour
et
bienvenue!!
Slide 1 - Slide
Programme
Grammaire
Exercices
Slide 2 - Slide
Vertaal: heb je broers of zussen?
Slide 3 - Open question
vertaal :zij is vervelend
Slide 4 - Open question
Vertaal: Ja, ik heb een kleine zus.
Slide 5 - Open question
Vocabulaire
het konijn
de slaapkamer
andere
anders
kiezen
le lapin
sinon
autre
la chambre
choisir
Slide 6 - Drag question
Herhaling: Het bijvoeglijk naamwoord
Doel:
- Je kunt het bijvoeglijk naamwoord (l'adjectif) actief gebruiken in het Frans
- Je weet wat de plaats is van het bijv nw en je kent de vormen
Slide 7 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een...
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijwoord
D
voorzetsel
Slide 8 - Quiz
Welke van onderstaande woorden zijn bijvoeglijk naamwoorden? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
lief
B
auto
C
spelen
D
Duitse
Slide 9 - Quiz
1. De vorm van het bijv.nw
In het Frans past het
bijv nw
zich aan, aan het
zelfstandig naamwoord
.
4 verschillende vormen van het zelfstandig naamwoord:
Mannelijk -
Le garçon
Vrouwelijk -
La fille
Mannelijk meervoud -
Les garçons
Vrouwelijk meervoud -
Les filles
Slide 10 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord
Vormt zich naar het zelfstandig naamwoord.
De s
tandaard regel:
Mannelijk enkelvoud:
-
Un garçon grand
Vrouwelijk enkelvoud:
+ e
Une fille grand
e
Mannelijk meervoud:
+ s
Les garçons grand
s
Vrouwelijk meervoud:
+ es
Les filles grand
es
Slide 11 - Slide
Vul de juiste vorm in:
la _________________ maison
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites
Slide 12 - Quiz
Vul de juiste vorm in:
les amis _____________________
A
américain
B
américaine
C
américains
D
américaines
Slide 13 - Quiz
Vul de juiste vorm in:
une personne __________________
A
élégant
B
élégante
C
élégants
D
élégantes
Slide 14 - Quiz
Vul de juiste vorm in:
la mer ___________________ (bleu)
Slide 15 - Open question
Vul de juiste vorm in:
les filles _______________ (charmant)
Slide 16 - Open question
Onregelmatige vormen
Het Frans zou het Frans niet zijn als er geen onregelmatige vormen van deze bijv nw zouden zijn...
Vormen die afwijken van het schema (-, e, s, es)!
Slide 17 - Slide
Mannelijk enk.
Mannelijk meerv.
Vrouwelijk enk.
Vrouwelijk meerv.
Bon
Bon
s
Bon
ne
Bonne
s
Beau
Beau
x
B
elle
Belle
s
Nouveau
Nouveau
x
Nouv
elle
Nouvelle
s
Vieux
Vieu
x
Vie
ille
Vieille
s
Slide 18 - Slide
Vul de juiste vorm in:
Laura est _________________ (vieux)
Slide 19 - Open question
Vul de juiste vorm in:
La _____________ semaine (beau)
Slide 20 - Open question
Vul de juiste vorm in:
Les mères _________________ (vieux)
Slide 21 - Open question
Vul de juiste vorm in:
la ______________ grand-mère
A
beau
B
belle
C
beaux
D
belles
Slide 22 - Quiz
Vul de juiste vorm in:
Mon _________________ copain
A
nouveau
B
nouvelle
C
nouveaux
D
nouvelles
Slide 23 - Quiz
Vertaal:
J'ai deux (mooie) _________ frères.
Slide 24 - Open question
Vertaal:
Le prof porte un pantalon (vieux) _______
Slide 25 - Open question
De plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Slide 26 - Slide
De plaats van het bijvoeglijk naamwoord is meestal ...........het zelfstandig naamwoord.
A
voor
B
achter
Slide 27 - Quiz
Exemple: Je porte
un jean
bleu
.
Mais... het Frans zou het Frans niet zijn, als er geen
uitzonderingen
zijn!
Deze 3 bijv nw komen vóór het zelfstandig naamwoord:
-
bon
(bons/bonne/bonnes)
-
beau
(beaux/belle/belles)
-
grand
(grands/grande/grandes)
Slide 28 - Slide
Kies: het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats.
A
C'est un petit chat
B
C'est un chat petit
Slide 29 - Quiz
Wat is de juiste vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord: petit?
A
Elle est une petite fille
B
Il a une petites fille
C
Elle a une petit fille
D
Elle a une fille petite.
Slide 30 - Quiz
Kies de juiste volgorde:
Elle porte un ___
A
pantalon noir
B
noir pantalon
Slide 31 - Quiz
Meer oefenen?
Kijk bij slim stampen op de grandes lignes online omgeving.
Slide 32 - Slide
Hoe goed snap je het 'adjectif qualificatif'?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 33 - Poll
Morgen (laatste les voor toetsweek) wil ik oefenen met...
Vocabulaire
Phrases Clés
Adjectif qualificatif
Tout!
Extra uitleg Adjectif qualificatif
Slide 34 - Poll