RSG 't Rijks

H2 par. 2.1 De Grieken

Tijd van Grieken en Romeinen
H2. Griekse steden, een Romeins rijk
par. 2.1 De Grieken
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Tijd van Grieken en Romeinen
H2. Griekse steden, een Romeins rijk
par. 2.1 De Grieken

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt drie kenmerken noemen van Griekse stadstaten.
  • Je kunt uitleggen hoe en door wie de Griekse stadstaat Athene bestuurd werd.
  • Je kunt uitleggen welke rol godenverhalen en wetenschap hadden in de Griekse cultuur.
  • Je kent de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 2 - Slide

Wat weet je al over
het oude Griekenland?
Schrijf 1 ding op.

Slide 3 - Mind map

Het oude Griekenland
  • Griekenland was geen geheel, maar bestond uit zelfstandige gebieden: stadstaten.
  • Deze waren rond 800 v.C. ontstaan.
  • Er waren ongeveer 700 verschillende stadstaten: bestaat uit een stad en het gebied rondom de stad.


Slide 4 - Slide

Wat is een stadstaat?
timer
0:20
A
Een stad die zichzelf bestuurt
B
Een stad met omliggend platteland die zichzelf bestuurt
C
Een vereniging van steden die zichzelf besturen
D
Een stad met minstens 500 inwoners

Slide 5 - Quiz

Oude Griekenland

Tussen de steden lag water of bergen.
In de dalen rondom de stad verbouwden de Grieken voedsel.
Iedere stad besliste zelf hoe hij bestuurd werd en welke regels er golden.
Overal werd Grieks gesproken, dezelfde goden vereerd en op dezelfde manier tempels gebouwd. 
Toch voelden de Grieken zich in eerste plaats inwoner van de stadstaat en pas in de tweede plaats Griek.



Slide 6 - Slide

Dagelijks leven
Veel Grieken leefden van de landbouw.
Verbouwden graan, druiven, olijven.
Hielden geiten en varkens.
Er was alleen weinig vruchtbare grond.
Hierdoor was handel erg belangrijk.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Waardoor was er weinig vruchtbare grond in Griekenland?
timer
1:00

Slide 11 - Open question

Atheense democratie
In sommige Griekse stadstaten was er een koning de baas.
In andere poleis hadden de rijken de macht.
Tot 508 v.C. was dat zo in Athene.
Daarna bestuurde de gewone burgers (man met burgerrecht) de stad. Zij namen besluiten in een volksvergadering
De Atheense democratie: het volk beslist.

Slide 12 - Slide

Atheense democratie
Volksvergadering:
  • besluiten over wetten
  • besluiten over oorlog en vrede
  • 6000 burgers
  • kleine groep van 500 burgers: raad van 500, deed voorstellen. Deze groep werd door loting gekozen.

Slide 13 - Slide

Ongelijkheid
Grote verschillen tussen arm en rijk.
1. vrije mannen met burgerrecht (gekregen in ruil voor hun hulp bij de verdediging van de stad)
2. vrije mannen zonder burgerrecht: werden vreemdelingen genoemd.
3. vrouwen: hadden bijna geen rechten, mochten niet meebesturen.
4. slaven: minste rechten, bezit van iemand anders.

burgerrecht: had je als je in Athene geboren was, man was en vrij was.

Slide 14 - Slide

Griekse samenleving
  • Mannen belangrijk → werken en nemen beslissingen in gezin en politiek.
  • Vrouwen → blijven thuis (rijke gezinnen), houden toezicht op slaven en op het huishoudgeld. Arme vrouwen werken wel.
  • Alleen jongens gaan naar school: rekenen, lezen en schrijven.
  • Meisjes worden door hun moeders thuis voorbereid op het huwelijk: mochten vanaf hun 14e trouwen.

Slide 15 - Slide

Wie mochten er meebeslissen in de Atheense democratie?
timer
0:20
A
Vrouwen
B
Vreemdelingen
C
Slaven
D
Mannen met burgerrecht

Slide 16 - Quiz

Wat is de juiste volgorde?
timer
0:20
A
slaaf-vrouw-vreemdeling-burger
B
burger-vreemdeling-vrouw-slaaf
C
burger-vrouw-vreemdeling-slaaf
D
vreemdeling-burger-vrouw-slaaf

Slide 17 - Quiz

Welke baan had een slaaf zeker niet?
Kies de juiste letter.
timer
0:20
A
leraar
B
huishoudhulp
C
mijnwerker
D
bestuurder

Slide 18 - Quiz

Griekse goden
Grieken zochten voor alles een verklaring.
Waarom worden mensen ziek of waarom overstroomt de rivier?
Het antwoord vonden ze in godenverhalen: mythen.
Goden bepaalden het leven van de mensen.
Er werden tempels gebouwd voor de goden.
En priesters offerden om de goden tevreden te houden.
Goden leken net mensen, maar leefden voor eeuwig.

Slide 19 - Slide

Griekse goden
  • Zeus: oppergod, 2 broers:
  • Poseidon: god van de zee.
  • Hades: god van de onderwereld.
  • Hera: godin van het huwelijk en getrouwd met Zeus.
  • Athene: godin van de wijsheid en de dochter van Zeus.

Slide 20 - Slide

Wetenschap
Vanaf 600 v.C. waren er Grieken die de mythen niet meer geloofden. 
Zij probeerden met onderzoek en logisch nadenken te begrijpen waarom mensen bijvoorbeeld ziek werden.
Dit noem je wetenschap.
De tijd waarin de Grieken leefden noemen we de oudheid:
3000 v.C - 500 n.C.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Hera was de godin van...
timer
0:20
A
de liefde
B
het huwelijk
C
krijgskunst
D
slimheid

Slide 23 - Quiz

Wie was de god van de zee?
timer
0:20
A
Hades
B
Poseidon
C
Zeus
D
Apollo

Slide 24 - Quiz

Hades was de god van...
timer
0:20
A
de zee
B
de krijgskunst
C
de onderwereld
D
hemel & aarde

Slide 25 - Quiz

Wie was de Griekse oppergod?
timer
0:20

Slide 26 - Open question

Athene was de godin van...
Er zijn twee goede antwoorden.

timer
0:20
A
krijgskunst
B
wijsheid
C
liefde
D
huwelijk

Slide 27 - Quiz

Schrijf 2 dingen op die je vandaag geleerd hebt.

Slide 28 - Open question

Wat vind je nog lastig?

Slide 29 - Open question

Aan de slag
Wat? Je gaat de teksten lezen en de bijbehorende opdrachten maken.
Hoe? Alleen 
Hulp? Bij je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit? Dan bij je docent. 
Tijd? Tot het einde van de les. 
Klaar? Dan ga je de opdracht samenvatten maken.  Daarna maak je de TestJezelf in SOM.

Slide 30 - Slide