RSG 't Rijks

H1.2 Iran - Les 4: Inzoomen op Teheran

IRAN





H1.2: Inzoomen op Teheran
zlb@st-maartenscollege.nl
1 / 38
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

IRAN





H1.2: Inzoomen op Teheran
zlb@st-maartenscollege.nl

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling van belangrijke onderdelen van de vorige les
  • Huiswerk nakijken
  • Afronding van de eerste paragraaf van H1:
                                   Kennismaking met Iran

Slide 4 - Slide

Regels tijdens de les
  1. Er is maximaal één iemand aan het woord
  2. Je luistert naar elkaar en laat elkaar uitpraten
  3. Je hebt voor de tweede bel je boeken voor je neus en zit op je plek
  4. Je telefoon zit in je tas

Slide 5 - Slide

CHECK HUISWERK
5 t/m 7 van H1.1

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Lesdoelen van de vorige les
  1. Je kunt de bevolkingsspreiding van Iran beschrijven. Je maakt hierbij gebruik van de woorden noord, noordwest, zuid, zuidwest etc.
  2. Je kunt het verband tussen de bevolkingsspreiding en de gemiddelde jaarlijkse neerslag uitleggen
  3. Je kunt 4 dingen benoemen die je nodig hebt om een kaart te kunnen lezen.
  4. Je kunt de afstand op een kaart berekenen met behulp van de schaal. Je houdt rekening met een juiste berekening, afronding en KM achter je antwoord.

Slide 11 - Slide

Kaartlezen

Slide 12 - Slide

Kaartlezen

Slide 13 - Slide

"Voor kaartlezen heb je 4 dingen nodig."

  1. Titel
  2. Legenda
  3. Schaal
  4. Noordpijl

Slide 14 - Slide

Geeft aan hoeveel het gebied op een kaart is verkleind.
A
Titel
B
Schaal
C
Legenda
D
Noordpijl

Slide 15 - Quiz

Wijst altijd naar een bepaalde richting op een kaart
A
Titel
B
Schaal
C
Legenda
D
Noordpijl

Slide 16 - Quiz

Betekenis van de kleuren en symbolen op een kaart
A
Titel
B
Schaal
C
Legenda
D
Noordpijl

Slide 17 - Quiz

Beschrijft het onderwerp van een kaart
A
Titel
B
Schaal
C
Legenda
D
Noordpijl

Slide 18 - Quiz

Hoe reken je met de schaal?
"Met de schaal reken je uit wat afstanden in het echt zijn."

  • Voorbeeld: Schaal is 1 : 100 000.
  • 1 cm op de kaart is 100.000 cm in het echt.
  • De schaal druk je altijd uit in kilometers.  = 5 nullen eraf. 
  • 1 cm = 1ØØ.ØØØ = 1 km 

Slide 19 - Slide

schaal 1 : 23.000.000
1 cm = 23.0ØØ.ØØØ = 230 km

Slide 20 - Slide

Rekenen met de schaal

Slide 21 - Slide

Berekenen KM --> "Handje eraf"

Slide 22 - Slide



Maak opdracht 8 in je werkboek

Slide 23 - Slide

Je kunt de afstand op een kaart berekenen met behulp van de schaal.

Slide 24 - Slide

Rekenen met de schaal
Bereken wat de "echte" afstand is.
  • Schaal 1 : 100 000        Afstand 3cm
  • Schaal 1 : 450 000       Afstand 10cm
  • Schaal 1 : 20 000          Afstand 5cm
  • Schaal 1 : 2 000 000   Afstand 13cm
  • Schaal 1 : 25 000         Afstand 8cm

Slide 25 - Slide

Wat is de bevolkingsspreiding?

Slide 26 - Slide

Lesdoelen van vandaag
  1. Je kunt 6 verschillen benoemen tussen wijken in het noorden en zuiden van Teheran.
  2. Je kunt 5 schaalniveaus benoemen.
  3. Je kunt benoemen welk schaalniveau bij een kaart hoort.

Slide 27 - Slide

Open pagina 10/11 in je lesboek.

Je kunt 6 verschillen benoemen tussen wijken in het noorden en zuiden van Teheran.

Slide 28 - Slide

Lesdoel 3 & 4
Je kunt 5 schaalniveaus benoemen.
Je kunt benoemen welk schaalniveau bij een kaart hoort.

Slide 29 - Slide

Schaalniveaus
"De schaal waarop je naar de wereld kijkt: lokaal, regionaal, nationaal, continentaal of mondiaal."

<< Neem over in je schrift

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Aan de slag!
  • Je leest de tekst op pagina 10/11 in je lesboek.
  • Je maakt de opdracht 1 en 4 in je werkboek.
Regels wanneer je aan het werk bent:
  • Je werkt alleen en in stilte.
  • Wanneer je een vraag hebt steek je je vinger op.
  • Je leest eerst goed de vraag en tekst voor je een vraag stelt.

Je hebt tot het einde van de les, de rest is huiswerk!

Slide 37 - Slide

Huiswerk
Voor de volgende les heb je 1 en 2 af van paragraaf 2.

Slide 38 - Slide