RSG 't Rijks

De brug - grammatica zinsdelen - les 1

Zinsdelen - les 1
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare school

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Zinsdelen - les 1

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Huiswerk
Bespreken SO 

Slide 3 - Slide

Zijn er vragen opmerkingen over de lesstof?

Slide 4 - Open question

DOEL (1)

- je weet dat taal een grammatica nodig heeft

en dat het nuttig is om er iets over te weten


- je weet wat redekundig ontleden is




Slide 5 - Slide

DOEL (2)

- je kunt de pv in een zin vinden

- je kunt een zin verdelen in zinsdelen

- je kunt het wwg in een zin vinden

- je kunt het ow in een zin vinden




Slide 6 - Slide

Filmpje

Bekijk het volgende filmpje waarin verteld wordt waarom grammatica nuttig én belangrijk is.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

WAT IS ONTLEDEN?

Ontleden betekent dat je iets in logische stukjes verdeelt

en daarna aan ieder stukje een naam geeft.

In een les biologie leer je bijvoorbeeld dieren ontleden

(kop, lijf, poten, staart).

In een les Nederlands leer je zinnen ontleden.


Een zin kan je op twee manieren ontleden.

Slide 9 - Slide

1. Redekundig ontleden

Hierbij verdeel je de zin in zinsdelen.

Zinsdelen zijn groepjes woorden in de zin die bij elkaar horen. Vervolgens geef je die zinsdelen een naam. 


Namen van zinsdelen zijn bijvoorbeeld persoonsvorm, onderwerp en gezegde.

Slide 10 - Slide

2. Taalkundig ontleden

Hierbij bepaal je voor elk woord tot

welke woordsoort het behoort.



Namen van woordsoorten zijn bijvoorbeeld lidwoord, werkwoord en zelfstandig naamwoord.

Slide 11 - Slide

Waarom leren ontleden?
Als je weet hoe een zin is opgebouwd, dan kan je de betekenis makkelijker achterhalen. Ook is de spelling van sommige woorden afhankelijk van hun plaats in de zin.

Als je een andere taal dan het Nederlands moet leren, is kennis van ontleden ook heel handig. Je kan dan gebruik gaan maken van de overeenkomsten tussen talen.

Slide 12 - Slide

In deze les

- Redekundig ontleden

- Herhaling:

  •  persoonsvorm
  • zinsdeelstrepen zetten
  • werkwoordelijk gezegde
  • onderwerp

Slide 13 - Slide

Wat hoort bij redekundig ontleden?
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Persoonsvorm

Slide 14 - Quiz

In welke volgorde moet je redekundig ontleden?
A
ow - pv - zinsdelen - wwg
B
pv - wwg - zinsdelen - ow
C
zinsdelen - ow - pv - wwg
D
pv - zinsdelen - ow - wwg

Slide 15 - Quiz

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
De jonge held | kreeg | een onderscheiding.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Koala's | eten | geen | vlees.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Over | een paar jaar | heeft | iedereen | een smartwatch.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Slide 19 - Open question

Hoe verdeel je een zin in zinsdelen?

Slide 20 - Open question

Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde in een zin?

Slide 21 - Open question

Hoe vind je het onderwerp in een zin?

Slide 22 - Open question

Wat is de pv in de zin:
In Dubai staat een waanzinnig hotel

Slide 23 - Open question

Wat is de pv in de zin:
De lobby's lijken op een sprookjesboek

Slide 24 - Open question

Wat is de pv in de zin:
Een gast betaalt €400 per nacht

Slide 25 - Open question

Wat is de pv in de zin:
Toeristen vinden dat vaak te duur

Slide 26 - Open question

Aan de slag
De brug - Grammatica (blz. 224- 225)

Zinsdelen (persoonsvorm en onderwerp)
Opdracht: 3 t/m 6

timer
8:00

Slide 27 - Slide

GELEERD (1)

- je weet dat taal een grammatica nodig heeft

en dat het nuttig is om er iets over te weten


- je weet wat redekundig ontleden is




Slide 28 - Slide

GELEERD (2)

- je kunt de pv in een zin vinden

- je kunt een zin verdelen in zinsdelen

- je kunt het wwg in een zin vinden

- je kunt het ow in een zin vinden




Slide 29 - Slide

Waar zou je nog uitleg over willen?

Slide 30 - Open question

Huiswerk
De brug - Grammatica (blz. 224- 225)

Zinsdelen (persoonsvorm en onderwerp)
Opdracht: 3 t/m 6

Slide 31 - Slide