RSG 't Rijks

Lezen H4 TL3

Begrijpend lezen
Hoofdstuk 4
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Begrijpend lezen
Hoofdstuk 4

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen? 

* Herhaling hoofdstuk 1 t/m 3 
* Uitleg over hoofdstuk 4
* leren voor je toets

Slide 2 - Slide

De belangrijkste zin van een alinea noem je ook wel:
A
de hoofdgedachte
B
het onderwerp
C
de kernzin
D
de hoofdzin

Slide 3 - Quiz

De belangrijkste zin uit de hele tekst noem je ook wel:
A
de hoofdgedachte
B
het onderwerp
C
de superkernzin
D
de deelonderwerpen

Slide 4 - Quiz

Kortom...
Wanneer je een tekst wil samenvatten, dan ga je dus op zoek naar alle kernzinnen en de hoofdgedachte! Je hebt dan de hoofdzaken uit de tekst gehaald! De bijzaken (voorbeelden, extra toelichting) heb je niet nodig voor je samenvatting. 

Slide 5 - Slide

Er zijn veel verschillende tekstdoelen, geef aan wat vaak het tekstdoel is van een artikel in een krant
A
informeren
B
amuseren
C
instrueren
D
overtuigen

Slide 6 - Quiz

Er zijn veel verschillende tekstdoelen, geef aan wat vaak het tekstdoel is van stripverhaal
A
informeren
B
amuseren
C
instrueren
D
activeren

Slide 7 - Quiz

Er zijn veel verschillende tekstdoelen, geef aan wat vaak het tekstdoel is van een recept
A
informeren
B
amuseren
C
instrueren
D
activeren

Slide 8 - Quiz

De tekstdoelen
Informeren
Amuseren 
Overtuigen 
Activeren 
Instrueren 
(Adviseren)
(Waarschuwen)


Slide 9 - Slide

Wat is het verschil tussen de tekstdoelen activeren en overtuigen?

Slide 10 - Open question

Tekstverbanden
In de tekst hebben de zinnen vaak met elkaar te maken, ze houden verband met elkaar. Deze ken je als het goed is:
* opsomming 
* tegenstelling 
* voorbeeld
* conclusie
Je herkent de tekstverbanden vaak aan een signaalwoord.


Slide 11 - Slide

Sleep de signaalwoorden naar de bijpassende tekstverbanden. 
opsomming
voorbeeld
tegenstelling
conclusie
onder andere
bovendien
kortom

daarom 
zo
dus
toch
ten eerste
echter 

Slide 12 - Drag question

Dus...
Je kan de signaalwoorden (hopelijk) plaatsen bij het tekstverband. Nu gaan we kijken of je het tekstverband herkent in een hele zin. 


Slide 13 - Slide

Welk tekstverband zie je?
Die leerling doet niet goed mee, maar gelukkig snapt hij het al wel.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
conclusie

Slide 14 - Quiz

Welk tekstverband zie je?
Hij was er wel klaar mee, dus ging hij stiekem zitten gamen.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
conclusie

Slide 15 - Quiz

Welk tekstverband zie je?
Er komt nog veel nieuwe informatie, zoals drie nieuwe tekstverbanden.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
conclusie

Slide 16 - Quiz

Welk tekstverband zie je?
Het gaat zo over: tijdsvolgorde, oorzaak-gevolg en voorwaarde.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
conclusie

Slide 17 - Quiz

De 'nieuwe' tekstverbanden
Tijdsvolgorde: 
Ik heb net eerst de presentie gecheckt, toen heb ik de vorige hoofdstukken herhaald en nu komt de nieuwe uitleg. 

Oorzaak-gevolg: 
Doordat jullie nu goed hebben opgelet, kunnen jullie zometeen gemakkelijker je huiswerk begrijpen. 

Slide 18 - Slide

En de laatste... 
Voorwaarde: 
Als je dit straks allemaal goed leert, haal je op je toets vast een goed cijfer. 

Slide 19 - Slide

leren
focus op theorie hoofdstuk 3 en 4 van leesvaardigheid
Er zitten wat theorievragen in de toets dus zorg dat je het kent.

Slide 20 - Slide

Wat moet je doen? 
Je gaat zo beginnen met Lezen hoofdstuk 4. Je maakt deze opdrachten digitaal. 

Aankomende vrijdag komen we online om te checken hoe ver iedereen is en dan kun je verder met hoofdstuk 4. 

Succes!

Slide 21 - Slide