a als water en vuur zijn = elkaars vijanden zijn
b als ratten in de val zitten = opgesloten zijn
c als warme broodjes over de toonbank gaan = heel goed verkopen
d als haringen in een ton zitten = opgepropt tegen elkaar staan
e als een paal boven water staan = heel duidelijk zijn
f als de dood voor iets zijn = heel bang zijn voor iets