What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
RSG 't Rijks
‹
Return to search
Signaalwoorden
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Bij welk verband hoort tevens
A
Opsommend verband
B
Tegenstellend verband
C
Algemene uitspraak/ voorbeeld
Slide 2 - Quiz
Bij welk verband hoort 'ten tweede'
A
Opsommend verband
B
Tegenstellend verband
C
Algemene uitspraak/ voorbeeld
Slide 3 - Quiz
Bij welk verband hoort 'neem nou'
A
Opsommend verband
B
Tegenstellend verband
C
Algemene uitspraak/ voorbeeld
Slide 4 - Quiz
Bij welk verband hoort 'echter'
A
Opsommend verband
B
Tegenstellend verband
C
Algemene uitspraak/ voorbeeld
Slide 5 - Quiz
Bij welk verband hoort 'toch'
A
Opsommend verband
B
Tegenstellend verband
C
Algemene uitspraak/ voorbeeld
Slide 6 - Quiz
Bij welk verband hoort 'onder andere'
A
Opsommend verband
B
Tegenstellend verband
C
Algemene uitspraak/ voorbeeld
Slide 7 - Quiz
Bij welk verband hoort 'bovendien'
A
Opsommend verband
B
Tegenstellend verband
C
Algemene uitspraak/ voorbeeld
Slide 8 - Quiz
Bij welk verband hoort 'daarentegen'
A
Opsommend verband
B
Tegenstellend verband
C
Algemene uitspraak/ voorbeeld
Slide 9 - Quiz
Bij welk verband hoort 'zo'
A
Opsommend verband
B
Tegenstellend verband
C
Algemene uitspraak/ voorbeeld
Slide 10 - Quiz
Bij welk verband hoort 'anderzijds'
A
Opsommend verband
B
Tegenstellend verband
C
Algemene uitspraak/ voorbeeld
Slide 11 - Quiz
Bij welk verband hoort 'maar'
A
Opsommend verband
B
Tegenstellend verband
C
Algemene uitspraak/ voorbeeld
Slide 12 - Quiz
Bij welk verband hoort 'ten slotte'
A
Opsommend verband
B
Tegenstellend verband
C
Algemene uitspraak/ voorbeeld
Slide 13 - Quiz
Bij welk verband hoort 'bijvoorbeeld'
A
Opsommend verband
B
Tegenstellend verband
C
Algemene uitspraak/ voorbeeld
Slide 14 - Quiz
Bij welk verband hoort 'hoewel'
A
Opsommend verband
B
Tegenstellend verband
C
Algemene uitspraak/ voorbeeld
Slide 15 - Quiz
Bij welk verband hoort 'zoals'
A
Opsommend verband
B
Tegenstellend verband
C
Algemene uitspraak/ voorbeeld
Slide 16 - Quiz
Bij welk verband hoort 'neem nou'
A
Opsommend verband
B
Tegenstellend verband
C
Algemene uitspraak/ voorbeeld
Slide 17 - Quiz
Bij welk verband hoort 'enerzijds'
A
Opsommend verband
B
Tegenstellend verband
C
Algemene uitspraak/ voorbeeld
Slide 18 - Quiz
Bij welk verband hoort
A
Opsommend verband
B
Tegenstellend verband
C
Algemene uitspraak/ voorbeeld
Slide 19 - Quiz