2B Revolutie
1 / 11
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Wat gebeurde er tijdens de vergadering van de drie standen in mei 1789?
A
De adel en de geestelijkheid stemden in met hervormingen.
B
De koning verbood de vergadering.
C
De derde stand besloot een eigen leger op te richten.
D
De derde stand riep een volksvertegenwoordiging op.
Slide 5 - Quiz
Wie behoorde tot de derde stand in de Franse samenleving?
A
Geestelijken
B
Edelen
C
Rijke kooplieden
D
Boeren en armen mensen
Slide 6 - Quiz
Wie nam de macht over nadat Lodewijk XVI werd afgezet?
A
De adel en geestelijken.
B
De rijke mannen.
C
De volksvertegenwoordiging.
D
Andere koningen.
Slide 7 - Quiz
Wat betekent betekent de "Absolute macht" van de koning?
A
Dat hij zijn macht deelde met het volk.
B
Dat hij alle macht had en alleen heerste.
C
Dat hij het leger leidde.
D
Dat hij een eerlijke koning was.
Slide 8 - Quiz
Wat is een "republiek" in eenvoudige woorden?
A
Een land met een koning aan de macht.
B
Een land met veel boeren.
C
Een land met veel adellijke families.
D
Een land zonder koning waar het volk beslist.
Slide 9 - Quiz
Waarvoor werd de guillotine in de Franse Revolutie voornamelijk gebruikt?
A
Voor het koken van voedsel.
B
Voor het maken van kunstwerken.
C
Voor het uitvoeren van executies door onthoofding.
D
Voor het bouwen van huizen.
Slide 10 - Quiz
Wie stond er boven aan in de standensamenleving?
A
De koning
B
De Adel
C
De geestelijke
D
De Derde stand