RSG 't Rijks

L'existentialisme et l'absurde

Het existentialisme
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Het existentialisme

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

2

Slide 2 - Video

This item has no instructions

02:14
Wat is essentie?
A
Kerneigenschappen die noodzakelijk zijn voor een ding om te zijn wat het is.
B
Eigenschappen die ieder ding heeft.
C
Kerneigenschappen die niet noodzakelijk zijn voor een ding om te zijn wat het is.
D
Eigenschappen die niet noodzakelijk aanwezig zijn om te bestaan.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

05:01
Waarom is het logisch dat Sartre uitgaat van de absolute vrijheid van de mens?
A
Hij gaat uit van het feit dat God de mens autonoom heeft gemaakt.
B
Hij gaat niet uit van een leven na de dood.
C
Hij gaat uit van het feit dat God zijn handen van zijn schepping heeft afgetrokken.
D
Hij gaat niet uit van het bestaan van een godheid

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Existentialisme
  • De mens zelf moet zin geven aan zijn leven. 
  • Het leven heeft in essentie geen zin, maar de mens heeft wel het vermogen om er zin aan te geven.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Jean-Paul Sartre (1905-1981)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Sartre
  • Na WoII komt men tot het besef dat het leven in een wereld waarin Nazistische vernietigingskampen en atoombommen kunnen bestaan, absurd is! In zo’n wereld kan ook géén God bestaan (Existentialisme → atheïstisch).
  • Zonder God is de mens dus helemaal zelf verantwoordelijk voor zijn bestaan en is dus ook vrij om zijn leven zo in te richten als hij wil. De inhoud en de zin van zijn leven worden niet door God (hiernamaals) bepaald of zijn niet vastgelegd in de menselijke natuur (Zola → erfelijkheid, milieu, opvoeding). 
  • Gegeven is alleen dat de mens bestaat. Doordat de mens in vrijheid keuzes doet, maakt hij zichzelf tot een bepaald persoon.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Sartre
  • Sartre stelt: ’De mens is wat hij van zichzelf maakt’ / ‘L’homme est ce qu’il se fait’. 
  • ‘De mens is niets, maar hij is vrij om iets te worden’ / ‘L’homme n’est rien, mais il est libre de devenir quelque chose’.
  • De existentialisten zien de mens als een wezen in een onverschillige, zelfs vijandige, absurde wereld. Daardoor zijn de hoofdpersonen in de literaire werken van existentialisten ook vaak onverschillig. Ze voelen zich vaak machteloos t.o.v. hun omgeving. Toch moet de mens zijn leven zin geven door te strijden tegen de absurde wereld. Hij moet de maatschappij proberen te verbeteren.
  •  De existentialistische schrijvers doen dit door stelling te nemen met betrekking tot maatschappelijke problemen (Ze zijn geëngageerd).

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Sartre
  • Beroemde Franse existentialistische schrijvers: Jean-Paul Sartre, Albert Camus, Simone de Beauvoir (strijdster voor de vrouwenrechten, Les Deux Magots).
  • De precieze theorie van Sartre samengevat: Iemand verschijnt op deze wereld, bestaat dan en bepaalt dan wie hij is door middel van zijn eigen daden. ‘Je bent dus wat je doet’, Wat je bent is niet meer dan de som van je eigen daden’. Dit brengt een enorme verantwoordelijkheid met zich mee. ‘Niets of niemand anders dan ik bepaalt wie ik ben en wat ik moet doen in dit leven’.
  • Grondgedachte Existentialisme: ‘De mens is vrij om zijn eigen leven te bepalen, maar hij is dan ook verantwoordelijk voor wat hij doet’.




Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Je gaat zo kijken naar een filmpje. Hierbij horen verschillende vragen. 

Deze vragen worden tijdens het filmpje gesteld . 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

3

Slide 12 - Video

This item has no instructions

00:25
Waarom leeft de mens in angst?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

01:33
Leg uit dat l'existence voorafgaat aan l'essence

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

01:53
Waarom heeft de mens een grote verantwoordelijkheid?
A
Hij moet bij zijn keuzes altijd rekening houden met anderen
B
Hij moet anderen helpen in het maken van keuzes
C
Hij moet adviezen van anderen opvolgen en zich laten adviseren door anderen in wat goed / fout is
D
Elke keuze die hij maakt, reflecteert het beeld dat hij heeft van hoe anderen moeten zijn

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Le Mur
Questions:
1. Verklaar de titel
2. In welk land en in welke tijd, bij welke gebeurtenis speelt Le Mur zich af? 
3. Welke keuze heeft de hoofdpersoon Pablo Ibbieta? Waar moest hij over nadenken? (zie regel 1: ‘Tu as réfléchi?’)
 4 Geef aan wat de clou is van het verhaal. Waarom loopt het bijzonder af?
5 Als je weet dat Ibbieta eigenlijk al afscheid heeft genomen van het leven (hij wordt waarschijnlijk toch gefusilleerd), het heeft opgegeven, wat is dan ironisch als je denkt aan het einde van het verhaal?
6 Ibbieta heeft dus een keuze (zie vraag 4). Wat heeft dat te maken met de theorie van het Existentialisme? Kan hij nu voor zijn handelen verantwoordelijk gesteld worden, is hij verantwoordelijk? (zie syllabus p. 40 onderaan).
7 Op p. 40 (alinea Le Mur) staat: ‘Opmerkelijk in dit verhaal is de houding van de hoofdpersoon die zich gedraagt alsof hij met de hele situatie niets te maken heeft. Dit is eigenlijk kenmerkend voor het absurde in het Existentialisme...’
 Hoe kun je die houding verklaren?




Slide 17 - Slide

1Verklaar de titel.
Fusilleren / Opgesloten in het leven → geen hiernamaals /
Doodlopende muur, dus sterven
2 In welk land en in welke tijd, bij welke gebeurtenis speelt Le Mur zich af? Hoe blijkt dat uit de tekst?
 Spanje / Dertiger jaren vorige eeuw / Burgeroorlog  / …
3 Geef aan wat de clou is van het verhaal. Waarom loopt het bijzonder af?
 Ibbieta denkt dat hij toch gaat sterven en probeert de soldaten met een kluitje in het riet te sturen, een grap uit te halen, maar doet het toevallig fout/goed. Hij verraadt Gris door te vertellen dat hij zich op het kerkhof verstopt, terwijl hij dat helemaal niet weet. Daardoor vinden ze Gris en sterft deze.