RSG 't Rijks

Voltaire

Le siècle des lumières
Lezen: blz 22-24
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Le siècle des lumières
Lezen: blz 22-24

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Le siècle des Lumières 

  • 18e eeuw
  • De Verlichting staat voor de 'rede' (rationalisme)
  • Literatuur had tijdens Classicisme de functie om het imago om de koning te promoten, nu wordt literatuur gebruikt om revolutionaire ideeën te uiten. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Maatschappelijke kenmerken
1. Wetenschap gaat vooruit
2. Nieuwe ideeën verspreiden zich:
- verdraagzaamheid (t.o.v. andere godsdiensten dan de katholieke)
- kritiek op vooroordelen (bijv. zwarte mensen zijn dom)
- vertrouwen in het gezond verstand (toetsen aan waarheid)
- vertrouwen in de goedheid van de mens
3. Absolute macht van de koning wordt langzaam aangetast. In 1789 breekt de Franse Revolutie uit.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Literaire kenmerken:
Schrijvers propageren wetenschappelijke vernieuwingen en ontdekkingen en verspreiden nieuwe ideeën. Ze leveren kritiek op bestaande vooroordelen en staan verdraagzaamheid voor op het gebied van godsdienst en politiek. Daarom--> eenvoudige, heldere stijl

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

filosofen
  • Montesquieu: Trias Politica --> verdelen politieke macht
  • Voltaire: Candide
  • Diderot: Encyclopédie (emancipatie van de gewone man, kennis is macht)
  • Rousseau: herwaarding van het gevoel --> begin van de (pre) romantiek

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Tegenstellingen 18e eeuw:
  • rede <-> kerk
  • zelf nadenken, alles toetsen op waarheid, beredeneren <-> aannemen wat de kerk zegt
  • gelijkheidsprincipe (democratie) <-> standen
  • rationalisme (koele, onverschillige objectiviteit) <-> romantiek (gevoel)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Voltaire
Voltaire (François Marie Arouet) 1694 - 1778
Lezen: blz 24-26)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Voltaire, (François-Marie Arouet) 1694-1778

Voltaire woonde vlakbij de Zwitserse grens in het kasteel van Ferney. Heel dichtbij de Zwitserse grens zodat hij heel snel kan vluchten.

Hij heeft 10.000 brieven geschreven aan 700 vrienden en zeer hooggeplaatsten zoals de koning van Pruisen, koning van Engeland die hij persoonlijk kent van reis en verblijf  (vgl. Twitteren/Insta)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hoe strijdt hij?

Met zijn toneelstukken, historische werken, politieke essays en vooral met zijn filosofische sprookjes, zoals Zadig (1744) en Candide (1759) 

Hij gebruikt scherpe humor en ironie. Dat is lachen om ellende, iemand belachelijk maken door overdrijving, understatement 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Lees: Voltaire, Candide (blz 26,27,28)

Vragen:
1. Hoe ziet de zwarte man die Candide in Suriname tegenkomt, eruit?

2. “C’est à ce prix que vous mangez du sucre en Europe”
Tegen welke prijs bedoelt deze zwarte man?

3. Voltaire laat zijn hoofdpersoon Candide heel vaak de volgende zin zeggen: “Tout est pour le mieux dans le meilleur des mondes”.
Alles is echt op z’n best in deze prachtige (beste) wereld. Een beroemde zin (in de 18e eeuw) van de Duitse filosoof Leibniz – aanhanger van het Optimisme.
Vind je deze zin toepasselijk voor dit fragment? Licht toe.

4. Voltaire is een activist. Waar strijdt hij tegen? Noem minimaal drie onderwerpen. 








Slide 11 - Slide

4. Hij is filosoof en ACTIVIST met humor:
Hij strijdt tegen onrechtvaardigheid en intolerantie:
- Verschrikkingen van de oorlog (boucherie héroique)
- De kerk
- Absolute macht van de Koning
- Slavernij