What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
RSG 't Rijks
‹
Return to search
Woordenschat H 1 vwo 2
Beeldspraak
vwo 2
S. Chakari
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Beeldspraak
vwo 2
S. Chakari
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Aan het eind van de les ken en herken ik
de vergelijking
metafoor en
personificatie.
Slide 2 - Slide
Vergelijking
Beeld en object staan naast elkaar.
Beeld
= niet realistisch
object
= wel realistisch
kenmerk
verbindingswoorden
: als, zo..als, lijkt wel, is net,
een ....van een .....
Slide 3 - Slide
voorbeeld
De verkoop van deze mobieltjes loopt als een trein.
Stiene was door langdurige ziekte zo stijf als een plank.
Je kamer lijkt wel een slagveld.
Wat een schat van een kind hebben jullie toch!
Slide 4 - Slide
Metafoor
Bij een vergelijking wordt het object en beeld genoemd.
Bij een metafoor wordt ALLEEN het beeld genoemd.
Verbindingswoorden worden weggelaten.
Slide 5 - Slide
Voorbeeld
De samenleving is ziek.
Voetbal is oorlog.
Het leven is een weg met kuilen en hobbels.
Mijn ouderlijk huis is nog steeds een veilige haven voor mij.
Slide 6 - Slide
Personificatie
Een levenloos ding krijgt een menselijke eigenschap of handeling.
Het schip danste op de golven.
De tuin snakt naar water.
Slide 7 - Slide
Tijd om te oefenen!
Woordenschat H 1 & 2
Slide 8 - Slide
Bij een vergelijking gaat het om een overeenkomst tussen beeld en object.
A
Waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
Metafoor verwijst alleen naar een beeld object valt weg
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Vul aan: zo arm als een ......
Slide 11 - Open question
Zo dood als een .......
Slide 12 - Open question
Ten prooi van vallen aan betekent
A
samenwerken
B
slachtoffer worden van
Slide 13 - Quiz
Die krullenbol let niet op tijdens de les.
A
V
B
MF
C
P
D
MN
Slide 14 - Quiz
Ruim die zwijnenstal op.
A
V
B
MF
C
P
D
MN
Slide 15 - Quiz
Hoge bomen vangen veel wind
A
V
B
MF
C
P
D
MN
Slide 16 - Quiz
Mijn ouders staan achter Spanje tijdens de WK en niet achter Oranje.
A
V
B
MF
C
P
D
MN
Slide 17 - Quiz
Het schip danste op de golven.
A
V
B
MF
C
P
D
MN
Slide 18 - Quiz
We staan op de drempel van een nieuwe tijd.
A
V
B
MF
C
P
D
MN
Slide 19 - Quiz
Je kamer lijkt wel een slagveld.
A
V
B
MF
C
P
D
MN
Slide 20 - Quiz
Zo glad als een .......
Slide 21 - Open question
Zo fris als een ......
Slide 22 - Open question
Zo doof als een .....
Slide 23 - Open question