RSG 't Rijks

Profielvak tekenen les 5 , 1200-1930

Dit is de laatste 'afstandsles' voor tekenen. In deze les wordt gekeken of je iets hebt onthouden van de stromingen die we hebben bekeken. 
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Kunstzinnige oriëntatieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Dit is de laatste 'afstandsles' voor tekenen. In deze les wordt gekeken of je iets hebt onthouden van de stromingen die we hebben bekeken. 

Slide 1 - Slide

Aan het eind checken we of je objectief een afbeelding kunt beschrijven aan de hand van voorstelling en voormgevingsaspecten. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Deze afbeelding komt uit
A
de middeleeuwen
B
de Renaissance
C
de Barok

Slide 4 - Quiz

Middeleeuwse kunst duurde tot ongeveer
A
1000
B
1200
C
1400
D
1600

Slide 5 - Quiz

Middeleeuwse kunst wordt gekenmerkt door
A
knullige afbeeldingen, nog niet zo vaardig, religie
B
precieze afbeeldingen, religie
C
precieze afbeeldingen en wetenschap

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Vorige afbeelding hoort bij de stroming
A
Middeleeuwen
B
Renaissance
C
neo-Classicisme
D
Romantiek

Slide 8 - Quiz

Wanneer was de renaissance?
A
1200-1400
B
1400-1600
C
1600-1800
D
1800-2000

Slide 9 - Quiz

welke woorden passen bij Renaissance?
A
contrast, druk, wetenschap
B
wetenschap, harmonie, vernieuwing
C
vernieuwing, contrast, reformatie
D
a-ssymetrie, zuiver, theatraal

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Wat past niet bij Barok
A
Wetenschap
B
theatraal
C
contrast
D
reformatie

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Vorige afbeelding hoort bij de stroming
A
Middeleeuwen
B
Renaissance
C
Rococo
D
Romantiek

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Vorige afbeelding hoort bij de stroming
A
Middeleeuwen
B
Renaissance
C
neo-Classicisme
D
Romantiek

Slide 16 - Quiz

Wat was belangrijk voor de stroming Neo-Classicisme? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
religie
B
opgraving Pompeii
C
Klassieke Oudheid
D
Reformatie

Slide 17 - Quiz

De 19e eeuw 
Romantiek 
Realisme 
Impressionisme 
Expressionisme 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Welke volgorde klopt?
A
Realisme, Romantiek, Impressionisme, Expressionisme
B
Romantiek, Realisme, Impressionisme, Expressionisme

Slide 23 - Quiz

Bij welke stroming horen deze kernwoorden: licht, buiten, weergeven wat je ziet, toetsen
A
Romantiek
B
Realisme
C
Impressionisme
D
Expressionisme

Slide 24 - Quiz

Bij welke stroming horen deze kernwoorden: Revolutie, emotie, oorlog/vrede
A
Romantiek
B
Realisme
C
Impressionisme
D
Expressionisme

Slide 25 - Quiz

Bij welke stroming horen deze kernwoorden: gevoelens, vervormen van werkelijkheid
A
Romantiek
B
Realisme
C
Impressionisme
D
Expressionisme

Slide 26 - Quiz

Objectief, waarneming 

de houding is actief 
er zijn veel mensen 
de afbeelding is symmetrisch 
subjectief, interpretatie 

Hij heeft haast
het is gezellig  
iedereen voelt zich kalm 

Slide 27 - Slide

Voorstellingsaspect 
(wat wordt er voorgesteld? Wat wordt er afgebeeld? 

mensen in feestelijke kleding 
een grote ruimte 
muziekinstrumenten 
Beeldaspect / Vormgevingsaspect
Hoe wordt het afgebeeld? Hoe is het geschilderd/vorm gegeven? 

veel contrast in kleuren
lichte achtergrond 
a-symmetrisch 
ruige verfstroken (toetsen)

Slide 28 - Slide

Wat zie je? (voorstelling)

Slide 29 - Mind map

Wat zie je? (Vormgeving)

Slide 30 - Mind map

Van welke stroming was de afbeelding denk je?
A
Romantiek
B
Realisme
C
Impressionisme
D
Expressionisme

Slide 31 - Quiz

Bedankt voor je medewerking en inzet tijdens deze curus. Hopelijk heb je er wat aan na de zomer in de bovenbouw. 
Veel succes! 

Slide 32 - Slide

Thank you & Goodbye!

Slide 33 - Slide