RSG 't Rijks

1.4 Europa na de Eerste Wereldoorlog

1.4 Europa na de Eerste Wereldoorlog
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1.4 Europa na de Eerste Wereldoorlog

Slide 1 - Slide

Wie is dit?

Slide 2 - Open question

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom de Republiek van Weimar grote politieke en economische problemen kende.
  • Je kunt beschrijven hoe in Italië het fascisme opkwam.
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland begin 20e eeuw een neutraliteitspolitiek voerde.

Slide 3 - Slide

Duitsland 
Keizer vraagt asiel aan in Nederland
Parlement krijgt de hoogste macht,-->ontstaan Republiek van Weimar 

Slide 4 - Slide

Slechte start... 
1. Economisch
Hoge herstelbetalingen + wederopbouw in eigen land = geld bijdrukken           inflatie 

Oplossing = Dawesplan

Slide 5 - Slide

Hyperinflatie Duitsland
1923
  • Om de herstelbetalingen te doen laat de Weimar regering extra geld bijdrukken. 
  • Hierdoor wordt het geld minder waard: hyperinflatie
  • Spaargeld?
  • Niets meer waard
  • Algemeen: onrust.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slechte start... 
2. Politiek
Geen geloof in de regering
Teveel praten, te weinig actie 

Slide 8 - Slide

Mussolini
aan de macht.

Slide 9 - Slide

0

Slide 10 - Video

Italië

  • Hopen op beloning..maar niks
  • Economie puinhoop
  • Behoefte aan sterke leider
  • Benito Mussolini → socialist → nationalist

  • 1922: leider Italiaanse regering
  • 1925: Dictator (alleenheerser).

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Fascisme (ideologie Mussolini)
Kenmerken fascisme:

  • Extreem-nationalistisch
  • Militaristisch
  • Antidemocratisch
  • Eén leiderprincipe
  • Verheerlijking geweld (bv. knokploegen)
  • Totalitair (de regering wil alles bepalen voor iedereen)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

1922-1943
Mussolini
aan de macht.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Nederland tijdens WOI
  • Nederland had zich niet aangesloten bij  een bondgenootschap = Nederland bleef neutraal tijdens WOI
  • Reden 1: Nederland had een klein leger en was afhankelijk van handel met buurlanden
  • Reden 2: Nederland was bang anders kolonie Nederlands-Indië te verliezen
  • Door de verschrikkingen in de rest van Europa waren veel Nederlanders ook tegen oorlog en militarisme. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Aan het werk
Maak par 4
(opdr 3 t/m 10 + 12)
Bekijk de ontdekkings
plaat


timer
10:00

Slide 19 - Slide