This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Oefenen Domein Leefomgeving Water
Succes!
Slide 1 - Slide
Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta
Slide 2 - Quiz
Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta
Slide 3 - Quiz
Sleep de begrippen op de juiste plaats!
Uiterwaard
Zomerdijk
Winterdijk
Rivier
Slide 4 - Drag question
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving? Strook land langs een rivier tussen zomerdijk en winterdijk dat bij hoge waterstand onderloopt.
A
Delta
B
Terp
C
Meander
D
Uiterwaard
Slide 5 - Quiz
NAP betekent
A
Nieuw Amsterdams Portret
B
Normaal Amsterdams Peil
C
Noord Amsterdams Peil
D
Nieuw Amsterdams Peil
Slide 6 - Quiz
Uit welke twee soorten water wordt in ons land drinkwater gemaakt?
A
rivier en
zeewater
B
grondwater en
zeewater
C
grondwater en
zout oppervlaktewater
D
grondwater en
zoet oppervlaktewater
Slide 7 - Quiz
Bekijk de bron. Wat voor soort water vind je bij de cijfers 1 tm 3?
A
1= zout water
2= zoet water
3= brak water
B
1 = zoet water
2= zout water
3= brak water
C
1= brak water
2= zoet water
3= zout water
D
1= zoet water
2= brak water
3= zout water
Slide 8 - Quiz
Welke uitspraak is juist?
A
Oppervlaktewater en grondwater beïnvloeden elkaar niet
B
Oppervlaktewater gaat altijd deel uitmaken van de voorraad grondwater
C
Oppervlaktewater heeft een sterke invloed op de hoogte van het grondwater en andersom
D
Oppervlaktewater is belangrijk voor de drinkwatervoorziening, grondwater voor de landbouw
Slide 9 - Quiz
Een voedseldeskundige doet de volgende uitspraak: ‘Mensen moeten minder vlees en meer granen en groenten eten. Dat is veel gezonder en de waterstress wordt daardoor groter.’
Is deze uitspraak juist? Leg je antwoord uit
Slide 10 - Open question
Waarvoor wordt in Nederlandse huishoudens het meeste water gebruikt?
A
Doorspoelen toilet
B
de wasmachine
C
voedselbereiding
D
douchen en baden
Slide 11 - Quiz
Wat is een waterwingebied?
A
Een gebied waar water uit de grond wordt gehaald
B
Een gebied waar water schoongemaakt wordt
C
Een gebied waar afvalwater schoongemaakt wordt
D
Een gebied met veel zwemwater
Slide 12 - Quiz
Welke soort vervuiling?
A
Organische vervuiling
B
Chemische vervuiling
C
Thermische vervuiling
Slide 13 - Quiz
Door wie wordt het waterbeheer in Nederland uitgevoerd?
A
De gemeente
B
De Provincie
C
Rijkswaterstaat
D
Waterschappen & Rijkswaterstaat
Slide 14 - Quiz
Zorgen voor een juiste waterkwantiteit betekent:
A
(te) veel water
B
Schoon water
C
niet teveel en niet te weinig water
D
(te) weinig water
Slide 15 - Quiz
Wat zien we hier?
A
Een zandeiland
B
Een polder
C
Relatieve zeespiegelstijging
D
De zandmotor
Slide 16 - Quiz
A
Zomerdijk
B
Winterdijk
C
Uiterwaarde
D
Kribben
Slide 17 - Quiz
Bekijk de bron. De rivier de Huang He wordt ook wel de Gele rivier genoemd. Geef met behulp van de bron de oorzaak van de gele kleur van de rivier.
Slide 18 - Open question
Bekijk de bron. Waarom is het regiem van de Chang Jiang in de zomermaanden zo hoog?
Noem twee redenen.
Slide 19 - Open question
De Drieklovendam heeft voor veel narigheid gezorgd in China. Er zijn echter ook voordelen te noemen. Noem drie voordelen van de Drieklovendam in China.
Slide 20 - Open question
Lees de bron. Door ontbossing ontstaan allerlei problemen in gebieden rond de Chang Jiang.
Leg uit hoe ontbossing kan zorgen voor een hogere piekafvoer van de Chang Jiang?
Slide 21 - Open question
Het westen van China is dunbevolkt omdat:
A
Het er te hoog en te droog is
B
Het er te hoog en te nat is
C
Het er te laag en te droog is
D
Het te laag en te nat is.
Slide 22 - Quiz
In het ene land in het Midden-Oosten valt meer neerslag dan in het andere.
In welk land in het Midden-Oosten valt gemiddeld de meeste neerslag?
A
Saudie-Arabie
B
Irak
C
Iran
D
Turkije
Slide 23 - Quiz
Welk water kan niet worden hergebruikt?
A
Irrigatiewater
B
Huishoudelijke afvalwater
C
Industrieel afvalwater
D
Ontzilt zeewater.
Slide 24 - Quiz
Welke landen zijn niet blij met de Ataturk stuwdam?
A
Irak en Syrië
B
Iran en Syrië
C
Syrië en Iran
D
Israël en Syrië
Slide 25 - Quiz
A
Beregening
B
Druppelirrigatie
C
Oppervlakte-irrigatie
D
Kanaalirrigatie
Slide 26 - Quiz
Welke vorm van irrigatie zie je op de foto?
A
Beregening
B
Druppelirrigatie
C
Oppervlakte-irrigatie
D
Kanaalirrigatie
Slide 27 - Quiz
Rivier A is een
A
Regenrivier
B
Gemengde rivier
C
Gletsjerrivier
Slide 28 - Quiz
Wat voor soort rivier is de Maas?
A
regenrivier
B
gletsjerrivier
C
gemengde rivier
D
grondwaterrivier
Slide 29 - Quiz
Wat betekent ontzilten?
A
Nieuwe plantensoorten ontwikkelen die goed tegen zout kunnen
B
Nog slimmer irrigeren
zodat je weinig water nodig hebt
C
Het proces om van zeewater zoutwater maken
D
Nieuwe grondsoorten ontwikkelen die goed tegen planten kunnen