RSG 't Rijks

Herhaling sterke ww in de o.t.t havo 3

Sterke werkwoorden in de o.t.t.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Sterke werkwoorden in de o.t.t.

Slide 1 - Slide

Tussenstand
Wat heb ik nog nodig over dit onderwerp ?
A
nog meer uitleg
B
meer oefeningen
C
niets, ik begrijp en kan alles
D
af en toe kort herhalen in de les

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Slide

Welk werkwoord is geen sterk werkwoord?
A
können
B
beweisen
C
essen
D
geben

Slide 4 - Quiz

Welk werkwoord is geen sterk werkwoord?
A
helfen
B
sein
C
lesen
D
schlafen

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

singen - du

Slide 7 - Open question

der Vogel (fliegen)

Slide 8 - Open question

Ich bin zu spät zur Schule (kommen).

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Welke personen krijgen een e/i Wechsel of een Umlaut op de a in de o.t.t.?

Slide 12 - Open question

Er (fahren) mit dem Auto nach Breda.

Slide 13 - Open question

Am Wochenende hat Mike bei seiner Freundin (schlafen).

Slide 14 - Open question

Welches Buch (lesen) du?

Slide 15 - Open question

Annika (sprechen) Niederländisch und Französisch.

Slide 16 - Open question

Ich nehme ein Stück Kuchen. (Nehmen) du auch ein Stück?

Slide 17 - Open question