RSG 't Rijks

Antwoorden hoofdstuk 1 paragraaf 1+2

Hoofdstuk 1 paragraaf 1
  1. a. Voorbeeldantwoord: Niet genoeg werk omdat de welvaart omhoog gaat maar er zijn nog steeds mensen werkloos.
    b. Voorbeeldantwoord: hoofdstuk werk
    c. Je leert hoe de Nederlandse samenleving in elkaar zit.
    Je leert hoe belangrijke beslissingen worden genomen.
    Voor sommige beroepen en studies is maatschappijleer een belangrijk vak, bijvoorbeeld bij de politie, de zorg of de media.

1 / 10
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 1 paragraaf 1
  1. a. Voorbeeldantwoord: Niet genoeg werk omdat de welvaart omhoog gaat maar er zijn nog steeds mensen werkloos.
    b. Voorbeeldantwoord: hoofdstuk werk
    c. Je leert hoe de Nederlandse samenleving in elkaar zit.
    Je leert hoe belangrijke beslissingen worden genomen.
    Voor sommige beroepen en studies is maatschappijleer een belangrijk vak, bijvoorbeeld bij de politie, de zorg of de media.

Slide 1 - Slide

paragraaf 1
2. Voorbeeld: collega's, teamgenoten.
3. - Als ik mijn rijbewijs wil halen, heb ik hulp nodig van mijn ouders (betalen de lessen) en de rijinstructeur (geeft les).
- Als ik op vakantie ga, ben ik afhankelijk van mijn ouders (betalen deels de reis), de piloten van het vliegtuig, het hotelpersoneel dat mijn kamer  schoonhoudt, de kok van het hotel, enzovoort.
-  Om met mijn mobiel te kunnen whatsappen, ben ik afhankelijk van de internetprovider, de maker van de app, de router die voor wifi zorgt, de energiemaatschappij die voor het opladen van de batterij zorgt, enzovoort.

Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 1 paragraaf 2
  1. Een waarde is een principe dat iemand belangrijk vindt.
    Een norm is een regel over hoe jij en anderen zich moeten gedragen.

  2. Voorbeeldantwoord:
    Waarde van Tom: gezondheid. Tom gebruikt zelf daarom geen wiet.
    Norm van Tom: niet klikken. Tom weet dat er wordt gedeald, maar hij vertelt dit niet verder.

Slide 3 - Slide

Paragraaf 2
3. Eigen uitwerking leerling.

4. Voorbeeldantwoorden:
- Als fietser heb ik belang bij veel ruime fietspaden met goede verlichting.
- Als vakkenvuller heb ik belang bij een leuke werksfeer en een goed loon.
- Als scholier heb ik belang bij weinig lesuitval of: bij docenten die orde kunnen houden.

Slide 4 - Slide

Paragraaf 2
5. Voorbeeldantwoorden:
 -Ouders. Zolang je minderjarig bent, zijn zij verantwoordelijk voor jou. Daarmee hebben zij ook zeggenschap over je.
- Leraar. Hij geeft huiswerk op, bepaalt je cijfer en kan je strafwerk geven.
- Sporttrainer. Hij zegt wat je moet doen en bepaalt de opstelling van het team.

Slide 5 - Slide

Paragraaf 2
7. Voorbeeldantwoord:
Als je eerlijk wilt zijn (= waarde) maar toch gaat spieken (= norm) om een goed cijfer te halen (= belang).
Voor je gezondheid (waarde + belang) is op tijd naar bed gaan (= norm) het beste, maar dat wil je niet altijd.
Je vindt zelfstandigheid belangrijk (= waarde), dus leen je liever geen geld van anderen (= norm). Maar met dat nieuwe, dure mobieltje kun je veel meer (= belang), dus leen je toch maar 100 euro van je vader.


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Paragraaf 2
11. ANWB                                                    f
     Vakbond FNV                                     e
      Amnesty International                  b
     Consumentenbond                         c
     Stichting Wakker Dier                     d
     Laks                                                         a

Slide 8 - Slide

Samenvatting
Hoofdstuk 1

Maatschappijleer gaat over de manier waarop mensen met elkaar samenleven.
Met je sociale omgeving bedoelen we mensen die je regelmatig ziet.
Omdat iedereen afhankelijk van elkaar is, zijn er afspraken/regels nodig over hoe we met elkaar samenleven. Er zijn twee soorten regels: gedragsregels en wetsregels.

Slide 9 - Slide

Samenvatting
Hoofdstuk 2
- Waarden zijn principes die je belangrijk vindt in het leven.
- Normen zijn regels over hoe jij en anderen zich moeten gedragen.
Je hebt geschreven regels en ongeschreven regels.
- Een belang is het voordeel dat je ergens van hebt.
- Macht is de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
Als belangen met elkaar botsen, noem je dit een belangentegenstelling.
Je beroep, aanzien, overtuigingskracht zijn voorbeelden van machtsmiddelen.


Slide 10 - Slide