GS M3 H2 SO 2.1 en 2.3

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Geschiedenis 

SO H 2.1 en 2.3

1. Maak de zin kloppend.
In de 19e eeuw werkten arbeiders in België in..........................

2. Maak de zin kloppend.
In de 19e eeuw werd in Nederland vooral geld verdiend met..........................

3. Maak de zin kloppend.
Nederland kende begin 19e eeuw weinig industrie. In Twente was er toen veel.........................

4. Maak de zin kloppend.
Door het gebrek aan industrie was Nederland volgens koning Willem I een........................... land

5. Voor de burgers veranderden de arbeidsomstandigheden aan het begin van de 19e eeuw en veel mensen trokken naar de stad. Noem een oorzaak van deze twee veranderingen.

6. Juist of onjuist?
Fabrieksbazen konden arbeiders makkelijk ontslaan.

7. Juist of onjuist?
Arbeiders hadden recht op een minimum loon

8. Juist of onjuist?
Goede werkomstandigheden waren een taak voor fabrieksbazen.

9. Juist of onjuist?
Fabrieksarbeid was voornamelijk ongeschoolde arbeid.

10. Sleep de juiste woorden naar de juiste zin.

1. De internationale Arbeidsdag is de feestdag voor arbeiders en valt dit jaar op een donderdag

2. De kieswet van Tak (links politicus) deugt niet, want vrouwen krijgen daarin geen kiesrecht

3. De protestanten hebben het blad De Spiegel opgericht voor gereformeerd en hervormd Nederland

Confessionelen

Feministen

Socialisten

11. Gebruik de bron. Op welke partij (de man links of rechts) heeft de maker van de bron kritiek? Leg je antwoord uit.

12. Leg uit dat er na de invoering van het algemeen kiesrecht een grotere kans was op wetgeving die de belangen van de arbeiders behartigde.

  Einde