What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
RSG 't Rijks
‹
Return to search
werkwoordspelling
Werkwoordspelling
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
5 videos
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Werkwoordspelling
Slide 1 - Slide
Lesdoel:
Aan het einde van deze les heb je geoefend met:
De persoonsvorm en het onderwerp
Werkwoordspelling
Hoofdletters en kleine letters
Komma's
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Video
Slide 5 - Video
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
Voor het spellen van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd kan je 't x-kofschip gebruiken.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quiz
Voor het spellen van het voltooid deelwoord kun je 't x-kofschip gebruiken.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
Voor het spellen van de persoonsvorm in de verleden tijd kun je 't x-kofschip gebruiken.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Imran (branden) zijn vingers gisteren aan een kaars.
A
brande
B
brandde
C
brandden
D
branden
Slide 11 - Quiz
Maar iedereen heeft weleens (falen)
A
gefaald
B
gefaalt
C
gefalen
Slide 12 - Quiz
Nadia en Noah hebben dat (beloven)
A
belooft
B
beloovt
C
beloofd
D
beloovd
Slide 13 - Quiz
Zij zullen hun vingers daar niet meer aan (branden).
A
brandden
B
brandde
C
brande
D
branden
Slide 14 - Quiz
Hij heeft de gevonde foto's weggelegd.
A
gevonden
B
gevonde
C
gevondden
Slide 15 - Quiz
(vinden) je deze les eigenlijk wel leuk?
A
vin
B
vint
C
vindt
D
vind
Slide 16 - Quiz
Mevrouw Hooi (vinden) het hopelijk wel wat.
A
vind
B
vint
C
vindt
Slide 17 - Quiz
De vorige les (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden
Slide 18 - Quiz
Als Robin nu eens een beetje (opschuiven), dan kan iedereen zitten.
A
opschuift
B
opschuifd
C
opschuivt
D
opschuivd
Slide 19 - Quiz
De jongen wilde de kranten in zijn wijk zo snel mogelijk (verspreiden).
A
verspreide
B
verspreiden
C
verspreidde
D
verspreidden
Slide 20 - Quiz
De vergrote foto's heb ik ingelijst.
A
vergrote
B
vergroten
C
vergrootte
D
vergrootten
Slide 21 - Quiz
Heeft iedereen zijn naam in de LessonUp goed (vermelden)?
A
vermeld
B
vermelt
C
vermeldt
Slide 22 - Quiz
Mevrouw Hooi (zetten) de LessonUp er gisteren op.
A
zet
B
zetten
C
zette
D
zat
Slide 23 - Quiz
De schoorstenen in mijn straat (roken), gisteren weer flink, omdat de kachels weer aangaan.
A
rookte
B
rookten
C
rookde
D
rookden
Slide 24 - Quiz
De kwajongens zijn flink (straffen) voor hun streken.
A
gestraft
B
gestrafd
C
gestrafft
D
gestraffd
Slide 25 - Quiz
En nu (gebeuren) het gelukkig niet meer.
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt
Slide 26 - Quiz
En anders is het corveeën ook weer zo (gebeuren)
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt
Slide 27 - Quiz
De geredde jongen was heel erg bang geweest.
A
gerede
B
geredden
C
geredde
Slide 28 - Quiz
Hopelijk hebben jullie van deze quiz wat (leren)
A
geleerd
B
geleert
C
geleerdt
Slide 29 - Quiz
Dan (beloven) dat veel voor de toets.
A
beloovt
B
beloovd
C
beloofd
D
belooft
Slide 30 - Quiz
Werk voor deze les:
Blok 2, Spelling:
2.10 zinnen met twee onderwerpen en persoonsvormen
2.12 bijvoeglijk naamwoorden
2.13 hoofdletters en kleine letters
Blok 4, Spelling:
4.8 werkwoorden herhaling
Blok 5, Spelling, 5.9 komma
Wat niet af is = huiswerk!
Slide 31 - Slide