Aan het einde van deze paragraaf kun je benoemen:
1. Wat de effecten van straling zijn;
2. Wat ioniserende straling is;
3. Wat radioactieve stoffen zijn;
4. Wat het verschil is tussen natuurlijk radioactief en kunstmatig radioactief;
5. Wat de functie van een dosimeter is;
6. Wat het verschil is tussen een instabiele en een stabiele kern;
7. Wat het verschil is tussen een stabiel en instabiel isotoop;
8. Wat de drie vormen van radioactief verval zijn en de bijbehorende vervalreactie kun je opschrijven.