RSG 't Rijks

3.3 De crisis in de jaren 30

H3 Sociale zekerheid en de verzorgingsstaat


par. 3.3. De crisis in de jaren 30
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Introduction

Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen welke gevolgen de crisis van de jaren 30 had voor de armenzorg

Items in this lesson

H3 Sociale zekerheid en de verzorgingsstaat


par. 3.3. De crisis in de jaren 30

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze paragraaf:
  • Kan ik uitleggen welke gevolgen de economische crisis in Nederland had.
  • Kan ik uitleggen hoe de regering reageerde op de crisis.
  • Kan ik uitleggen hoe de crisis leidde tot onrust in de samenleving.
  • Ken ik de begrippen, personen en jaartallen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Crisis in de Verenigde Staten 1929

In  1929 brak er een grote economische crisis uit in de VS.
  • Overproductie van fabrieken
  • Kopen op afbetaling
  • Teveel vertrouwen in aandelenhandel
  • Fabrieken en banken raakten falliet.
  • VS kocht steeds minder buitenlandse producten.





Slide 4 - Slide

Crisis in Nederland
  • Nederland wordt zwaar door de crisis geraakt: de handel met de VS en Duitsland komt vrijwel stil te staan.
  • Bedrijven en fabrieken moeten de deuren sluiten.
  • Tussen 1929 en 1936 stijgt de werkloosheid van 22.000 naar 500.000
Een werkloze bakker uit het Gelderse Twello 'verkoopt' zichzelf op een marktplein in Deventer (Overijssel).

Slide 5 - Slide

Stempelen voor 'de Steun'
  • Er kwamen steeds meer werklozen daarom begon de overheid in 1931 met steunverlening: uitkering.
  • Hiervoor moeten ze 2 keer per dag in de rij staan om te stempelen.   
  • Dit is vooral bedoeld om zwart werken en fraude te voorkomen.

Slide 6 - Slide

Werkverschaffingsprojecten
  • Net als in andere landen probeert de overheid werklozen aan werk te helpen met werkverschaffingsprojecten.
  • Grote projecten zoals het Amsterdams Bos en de Afsluitdijk helpen mannen aan werk en een beetje inkomen.

Slide 7 - Slide

Vernedering
  • De steun is vaak te laag, daarom moeten mensen ook andere hulp krijgen.
  • Zo krijg je bijvoorbeeld kleding, maar daar staat wél een stempel in: iedereen kan dat zien.
  • Je hoeft geen rijwielbelasting te betalen, maar ook dát kan iedereen zien: er is een gat geboord in het belastingplaatje.
Een belastingplaatje van iemand die geen belasting kon betalen: er is een gat in geboord.

Slide 8 - Slide

Aanpassingspolitiek  1934
  • De Nederlandse regering van minister-president Colijn besluit dat er minder uitgaven moeten zijn, omdat er minder inkomsten zijn: Nederland moet zich aanpassen
  • Lonen van ambtenaren en bij de werkverschaffing gaan omlaag, net als de steunuitkering. Het maakt de problemen alleen maar groter...

Slide 9 - Slide

Doel van de aanpassingspolitiek

  • Door lagere lonen worden producten goedkoper: de export neemt toe
  • Als de inkomsten en uitgaven gelijk zijn, dan heeft regering geen schulden
  • Uitzieken van de crisis’, aldus de regering
  • De aanpassingspolitiek mislukt: Nederland blijft een duur land

Minister-president Colijn houdt een toespraak in de Tweede Kamer in 1935. (Colijn links op foto, staand met zijn handen steunend op de tafel.)

Slide 10 - Slide

Zo ziet Colijn zich graag: de leider die Nederland door de storm (crisis) heen stuurt...

Slide 11 - Slide

...en zo zien sommige Nederlanders hem: als iemand die helemaal niet helpt, maar mensen laat verzuipen!

'Colijn is een zwijn!', zeggen sommige mensen.

Slide 12 - Slide

Plan van de Arbeid  1935
  • De SDAP vond dat de overheid niet moest bezuinigen, maar juist geld uitgeven om de werkloosheid en de crisis op te lossen. 
  • Meer werkverschaffingsprojecten en hogere lonen zouden de arbeiders meer geld te besteden hebben.
  • Omdat de SDAP niet in de regering zat, kwam er weinig van terecht.

Slide 13 - Slide

Jordaanoproer 1934
  • De verlaging van de steun én de verhoging van de huur zorgen voor rellen in de Amsterdamse wijk De Jordaan. Vijf mensen komen om het leven. 
  • De verlaging blijft. Er verandert maar één ding: de straten krijgen asfalt, zodat er niet meer met stenen kan worden gegooid. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Begrippen uit deze les

  • economische crisis
  • steunverlening
  • werkverschaffing
  • aanpassingspolitiek
  • Plan van de Arbeid
  • Jordaanoproer





Slide 16 - Slide

Personen uit deze les

  • Hendrikus Colijn

Slide 17 - Slide

Jaartallen uit deze les
  • 1929 economische crisis
  • 1931 steunverlening
  • 1931 staking in Twente 
  • 1934 Jordaanoproer
  • 1935 Plan van de Arbeid

Slide 18 - Slide

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 19 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 20 - Open question