RSG 't Rijks

Grote geschiedenisquiz (blok 1)

Grote geschiedenisquiz (blok 1)
Test je kennis
Oefen met kenmerkend aspecten
Formuleer het perfecte antwoord
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Grote geschiedenisquiz (blok 1)
Test je kennis
Oefen met kenmerkend aspecten
Formuleer het perfecte antwoord

Slide 1 - Slide

Wat zijn de twee juiste gevolgen van de landbouwrevolutie?
A
Mensen gingen een nomadisch bestaan leiden
B
Mensen gingen op een vaste plaatsen wonen.
C
Mensen wonen dichter op dieren; zo ontstonden nieuwe ziektes
D
Mensen stopten compleet met jagen.

Slide 2 - Quiz

Een vereiste voor het ontstaan van een agrarisch-urbane samenleving is
A
er moeten architecten zijn.
B
Het drieslagstelsel moet uitgevonden zijn
C
Er moet een landbouwoverschot zijn
D
Er moet in dat gebied graan zijn

Slide 3 - Quiz

Op welke twee tijdvakken is de vorige vraag (het meest) van toepassing?
A
prehistorie
B
oudheid
C
vroege middeleeuwen
D
late middeleeuwen

Slide 4 - Quiz

Een vereiste voor het voortbestaan van een agrarisch-urbane samenleving is
A
dat er goede bestuurders zijn
B
dat er handel is
C
dat er een landbouwoverschot is
D
dat er ambachtslieden zijn

Slide 5 - Quiz

Stel je krijgt een plaatje over een Romeins badhuis dat opgegraven is in Giesbeek. Welk(e) KA past/passen daar dan bij ?
A
De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken
B
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur
C
De groei van het Romeinse imperium
D
De ontwikkeling van het Jodendom en Christendom

Slide 6 - Quiz

In de vroege middeleeuwen spreken we van een
A
Een agrarisch urbane cultuur
B
Een agrarische cultuur
C
Een Industriële cultuur
D
Een stedelijke cultuur

Slide 7 - Quiz

Het feodalisme ontstaat omdat (kies het beste antwoord)
A
het onveilig is in de vroege middeleeuwen
B
er geen centraal gezag meer is omdat er geen sterke keizers meer zijn
C
de koning leenmannen nodig heeft als ridders om zijn oorlogen te voeren
D
door (nagenoeg) verdwijnen van een geldeconomie en infrastructuur een centraal bestuur onmogelijk is

Slide 8 - Quiz

Noem de drie standen die in de middeleeuwen onstaan
A
Horigheid - Adel - Geestelijkheid
B
Geestelijkheid - Adel - Burgerij
C
Burgerij - Ambtenarij - Adel
D
Horige boeren - Vrije boeren - Landheer

Slide 9 - Quiz

Bij welk KA hoort deze bron?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Bij welk kenmerkend aspect en welk tijdvak hoort deze bron?

Slide 12 - Open question

Hoe formuleer je het perfecte antwoord?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Verklaar met een kenmerkend aspect van de vroege middeleeuwen dat grote pestepidemieën in die periode bijna niet voorkwamen in West-Europa.

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Bij welk kenmerkend aspect past deze bron?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Bij welk kenmerkend aspect past deze bron?

Slide 21 - Open question

Handige aanpak: combineer steeds ppt's+aant. met bijbehorende stof uit het boek
  • overhoor (jezelf) per tijdvak op kenmerkende aspecten, noteer welke je niet goed kent, bestudeer die (blz.54-73) of kijk filmpjes (bovenaan in moodle)
  • oefen met examentraining opgaven oriëntatiekennis
  • Leer Historische context Steden&burgers, planner week 50 t/m week 2 (ppt's filmpjes en boek).
  • overhoor jezelf met opgaven uit de planner
  • Leer Historische context Verlichting, planner week 3 t/m 5 (zelfde manier)
  • Leer Reader VS, planner week 6 en 7 (zelfde manier)
  • herhaal overhoring overzichtskennis

Slide 22 - Slide