RSG 't Rijks

M2 lezen hoofdstuk 4 feiten, meningen en argumenten

Leerdoel:
Ik kan feiten, meningen en argumenten herkennen en begrijpen. 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Leerdoel:
Ik kan feiten, meningen en argumenten herkennen en begrijpen. 

Slide 1 - Slide

Is de stelling waar?

Een feit is een uitspraak over iets wat waar of onwaar is.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

Is de stelling waar?

Je kunt een feit niet controleren.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Is de stelling waar?

Je kunt de waarheid controleren door in de krant te kijken of internet te zoeken.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Is de stelling waar?

Een mening of standpunt is een uitspraak over wat iemand vindt van iets of hoe iemand ergens over denkt.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Is de stelling waar?

Een mening of standpunt kun je het alleen oneens zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Is de stelling waar?

Een mening of standpunt kun je het eens of oneens zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Is de stelling waar?
Je gebruikt argumenten om je mening aan te vallen.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Is de stelling waar?
Je gebruikt argumenten om je mening te verdedigen.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Is de stelling waar?
Je argument herken je aan woorden als want, omdat, namelijk en immers.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Feit of mening:

Rode T-shirts zijn mooier dan blauwe T-shirts.
A
feit
B
mening

Slide 11 - Quiz

Feit of mening:

Lippenstift werd al gebruikt in het oude Egypte.
A
feit
B
mening

Slide 12 - Quiz

Feit of mening:

Bij jonge kinderen staan sproetjes heel schattig.
A
feit
B
mening

Slide 13 - Quiz