RSG 't Rijks

V4 toetsweek 2

Welkom V4!
Nederlands
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom V4!
Nederlands

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
1. Lezen 
2. Toetsstof toetsweek 
3. Quiz (weet je het nog?) 
4. Start opdracht

Slide 2 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Meer dan lezen par. 1-6
Argumenteren par. 1-3

Slide 4 - Mind map

Meer dan lezen 
  1. Herhaling onderbouw (zie blz. 271-272 uit je lesboek)
  2. Uiteenzetting, betoog, beschouwing
  3. Interview
  4. Stappenplan lezen
  5. Schematische afbeeldingen 
  6. Actief lezen 

Slide 5 - Slide

Argumenteren
  1. Standpunt en argument
  2. Argumentatiestructuren
  3. Argumentatieschema's 

Slide 6 - Slide

Quiz
Weet je het nog?

Slide 7 - Slide

Een uiteenzetting heeft als doel de lezer te
A
activeren
B
informeren
C
overtuigen
D
te opiniëren

Slide 8 - Quiz

Overtuigen
Opiniëren

Informeren
Uiteenzetting
Betoog
Beschouwing

Slide 9 - Drag question

Welke tekststructuur kun je beter niet gebruiken voor een uiteenzetting?
A
Voor- en nadelenstructuur
B
Aspectenstructuur
C
Probleem-oplossingsstructuur
D
Argumentatiestructuur

Slide 10 - Quiz

Op welke manieren kan een schrijver de aandacht trekken in de inleiding?

Slide 11 - Open question

'Zorgt de harde lockdown voor meer depressies?'

Dit kan een hoofdgedachte van een betoog zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

'Het probleem van de plasticsoep is funest voor mens en dier.'

Deze zin kan een hoofdgedachte zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

'Proeven met je ogen'

Is deze titel een ...
A
informerende titel
B
motiverende titel

Slide 14 - Quiz

Welk verband hoort bij de volgende signaalwoorden?

zoals, net..als, evenals, beter dan...
A
opsommend verband
B
toelichtend verband
C
voorwaardelijk verband
D
vergelijkend verband

Slide 15 - Quiz

Welk verband hoort bij de volgende signaalwoorden?

ook al, weliswaar, hoewel, ofschoon
A
samenvattend verband
B
voorwaardelijk verband
C
toegevend verband
D
chronologisch verband

Slide 16 - Quiz

'De maximumsnelheid moet weer naar 120 km per uur, want dan vallen er minder slachtoffers.'

Het standpunt is...


A
De maximumsnelheid moet weer naar 120 km per uur
B
dan vallen er minder slachtoffers.

Slide 17 - Quiz

'Tijdens marathons krijgen sommige deelnemers hartklachten. Hardlopen is dus helemaal niet zo gezond als iedereen denkt.'
Wat is het argument?
A
de eerste zin
B
de tweede zin

Slide 18 - Quiz

1

2

3

4

We hebben al heel lang niet geshopt.
Laten we naar de stad gaan.
Het is onaanvaardbaar dat hij een voldoende krijgt.
Hij heeft plagiaat gepleegd.
Iedereen zou per direct moeten stoppen met roken.
Roken is ontzettend slecht voor de gezondheid.
Iedereen zou The Hate U Give moeten lezen.
Je ervaart dan de grote rol die racisme nog in de VS heeft.

Slide 19 - Drag question

A Zij heeft ruim voldoende ervaring in het basisonderwijs.

B Deze sollicitante is zeker geschikt voor die functie van hoofdonderwijzer.

C De school wilde het aantal vrouwelijk collega’s vergroten.

D Ruime ervaring is nodig voor deze functie.

E Zij is een vrouw.

F Zij past goed in de samenstelling van het team wat betreft leeftijd.

A
B
C
D
E
F

Slide 20 - Drag question

Opdracht:
  1. De docent verdeelt de klas in groepjes. 
  2. Samen met de klas lees je de tekst 'Stappen in je woonkamer'. 
  3. Ieder groepje krijgt deelonderwerpen. Je bedenkt 3 toetsvragen die bij de tekst passen en je maakt 1 theorievraag. 
  4. De definitieve toetsvragen mail je naar mij: mvanlaarhoven@rsgrijks.nl. De volgende les wordt dit namelijk de oefentoets en ga je de zelf gemaakte vragen maken. 
  5. Je krijgt hiervoor 15 minuten de tijd. 

Slide 21 - Slide

Groepjes:

Slide 22 - Slide

Deelonderwerpen:
  1. Standpunt, argumenten (feitelijk/waarderend)
  2. Tegenargument, weerlegging
  3. Argumentatiestructuren 
  4. Argumentatieschema's
  5. Onderwerp, alinea's (inleiding/middenstuk/slot), deelonderwerpen, hoofdgedachte, kernzinnen
  6. Tekstverbanden, signaalwoorden, functiewoorden
  7. Tekstdoelen, tekstsoorten, tekststructuren

Slide 23 - Slide

Dus:
  • We lezen samen de tekst. 
  • Je start met het verzinnen van de vragen. 
  • Klaar? De vragen mail je naar mvanlaarhoven@rsgrijks.nl
  • Echt helemaal klaar? Dan lees je par. 2 van Meer dan lezen door en start je met opdracht 3 blz. 11 

Slide 24 - Slide

Deelonderwerpen:
  1. Standpunt, argumenten (feitelijk/waarderend)
  2. Tegenargument, weerlegging
  3. Argumentatiestructuren 
  4. Argumentatieschema's
  5. Onderwerp, alinea's (inleiding/middenstuk/slot), deelonderwerpen, hoofdgedachte, kernzinnen
  6. Tekstverbanden, signaalwoorden, functiewoorden
  7. Tekstdoelen, tekstsoorten, tekststructuren
timer
10:00

Slide 25 - Slide