staatkundige overzichtskaart: vooral grenzen van landen. natuurkundige overzichtskaart:
landschap
Thematische kaart
één onderwerp
Topografische kaart:
klein gebied, veel details
Thematische kaart
Natuurkundige kaart
Staatkundige kaart
topogafische kaart
Slide 16 - Slide
Dit is een...
A
Natuurkundige overzichtskaart
B
Staatkundige overzichtskaart
C
Thematische kaart
D
Topografische kaart
Slide 17 - Quiz
De kaart hiernaast is een voorbeeld van een:
A
Plattegrond
B
Thematische Kaart
C
Staatkundige overzichtskaart
D
Natuurkundige overzichtskaart
Slide 18 - Quiz
Wat voor soort kaart is dit?
A
Natuurkundige overzichtskaart
B
Staatkundige overzichtskaart
C
Thematische kaart
D
Topografische kaart
Slide 19 - Quiz
Dit is een:
A
Staatkundige Overzichtskaart
B
Thematische kaart
C
Topografische kaart
D
Natuurkundige overzichtskaart
Slide 20 - Quiz
Welke kaart zie je hier?
A
natuurkundige overzichtskaart
B
staatkundige overzichtskaart
C
thematische kaart
D
Topografische kaart
Slide 21 - Quiz
Wat voor soort kaart is dit?
A
Natuurkundige overzichtskaart
B
Staatkundige overzichtskaart
C
Thematische kaart
D
Topografische kaart
Slide 22 - Quiz
Oefenen kaartanalyse
Kaartlezen: alle informatie uit een kaart halen. legenda lezen. Waar ligt dit gebied? Wat geeft de kaart precies aan? Wat zegt deze kaart ?
Kaartanalyse: Verbanden/relaties en patronen herkennen. binnen een kaart of tussen twee kaarten. Voordat je een patroon kan zien, moet je eerst de kaart goed lezen.
Slide 23 - Slide
Hoe pak je het aan?
stap 1: bekijk de titel van de kaart
stap 2: wat voor soort kaart is het?
stap 3: wat betekenen kleuren, icoontjes, lijnen grafieken etc. op de kaart? Lees de legenda! zorg dat je weer wat de kaart vertelt.
Stap 4: Zoek patronen en verbanden. wat komt overeen? Of wat zeggen deze kaarten van elkaar? heb je twee kaarten? herhaal stap 1 tot 3 bij de tweede kaart.
stap 5: vind het juiste verband of patroon.
Slide 24 - Slide
Kaart 1
Kaart 2
Slide 25 - Slide
kaart 1
kaart 2
Slide 26 - Slide
kaart 1
kaart 2
Slide 27 - Slide
Kaartanalyse : presentatie
Zoek samen in tweetallen 3 verschillende verbanden/relaties tussen verschillende kaarten.
Vertel waarom je deze relaties ziet liggen.
Vind je het lastig, denk aan verschillende onderwerpen die met elkaar te maken hebben.
Gebruik de Bosatlas en google (als je google gebruikt kopier de kaarten dan even in een word bestand)
Gebruik steekwoorden voor je presentatie (1 minuut min. , 3 minuten max.)
Slide 28 - Slide
Aan de slag!
Slide 29 - Slide
Hoe pak je het aan?
stap 1: bekijk de titel van de kaart
stap 2: wat voor soort kaart is het?
stap 3: wat betekenen kleuren, icoontjes, lijnen grafieken etc. op de kaart? Lees de legenda! zorg dat je weer wat de kaart vertelt.
Stap 4: Zoek patronen en verbanden. wat komt overeen? heb je twee kaarten? herhaal stap 1 tot 3 bij de tweede kaart.