What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
RSG 't Rijks
‹
Return to search
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd en verleden tijd (zwakke werkwoorden)
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd
en verleden tijd
(zwakke werkwoorden)
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd
en verleden tijd
(zwakke werkwoorden)
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
... (Stoten, tt) jij je
kleine teen tegen de stoelpoot?
Slide 4 - Open question
Gisteren ... (raden. vt) ik het goede getal en daarom mocht ik het snoepje hebben
Slide 5 - Open question
Gisteren ..... (bakken, vt) Jet en Mila
samen een heerlijke appeltaart
Slide 6 - Open question
Mijn moeder ... (meten, tt)
hoe lang ik was met een meetlat langs de deurpost
Slide 7 - Open question
De schilder ... (verven, tt)
alle kozijnen rood
Slide 8 - Open question
Vorig jaar ... (schoppen, vt)
ik mijn zusje regelmatig als ik boos was.
Slide 9 - Open question
Gisteren ..... (vloggen, vt) Monica en Enzo
over hun dagje uit samen
Slide 10 - Open question
In de zomer .... (branden, tt)
er een vreugdevuur op het strand
Slide 11 - Open question
De jongens .... (praten, vt) gisteren
aan één stuk door aan tafel over de wedstrijd
Slide 12 - Open question
Vorige week tijdens de toets
.... (verfrommelen, vt) ik dat spiekbriefje snel om niet betrapt te worden
Slide 13 - Open question
In de lente ..... (paren) het vogelstel
in dat vogelhuisje
Slide 14 - Open question
Tom... (boffen, tt) enorm als
hij een ijsje krijgt van zijn oma
Slide 15 - Open question
De bakker .... (kneden, tt)
het deeg voor het brood.
Slide 16 - Open question
Vorige week ... (verrassen, vt) mijn vader
mijn moeder met een bos bloemen.
Slide 17 - Open question
Vorig jaar .... (verloten, vt) mijn opa
zijn muntenverzameling onder
zijn kleinkinderen
Slide 18 - Open question
Vroeger ... (roken, vt) de mensen
veel vaker sigaretten dan tegenwoordig
Slide 19 - Open question
Vorige maand .... (waden, vt) wij
met zijn allen door de ondiepe sloot naar de overkant
Slide 20 - Open question
Gisteren .... (krabben, vt) Mia op haar hoofd omdat ze luizen had
Slide 21 - Open question
Gisteren .... (vrezen, vt) Eric voor zijn leven
Slide 22 - Open question
Ik .... (blozen, vt) gisteren helemaal
toen die leuke jongen hallo tegen me zei
Slide 23 - Open question
.... (zetten, vt) jij vorige week de les Wiskunde op zijn kop?
Slide 24 - Open question
Vorig jaar .... (kaarten, vt) wij
elke vrijdagavond samen.
Slide 25 - Open question
Vorige week ... (baren, vt) mijn tante
een jongen en een meisje!
Slide 26 - Open question
De bakker .... (kneden, vt)
het deeg voor het brood.
Slide 27 - Open question
Mijn vader ... (verrassen, tt)
mijn moeder elke week met een bos bloemen.
Slide 28 - Open question
Jelle .... (waden, tt) door de ondiepe sloot naar de overkant
Slide 29 - Open question
.... (Blozen, tt) jij helemaal
als die leuke jongen hallo tegen je zegt?
Slide 30 - Open question
In 2022 ... (willen, tt) mijn oom mijn oudste neef naar Berlijn brengen.
Slide 31 - Open question
Die oude kast ... (zullen, vt) zeker een nieuw verfje kunnen gebruiken.
Slide 32 - Open question
De vrouw ... (hebben, tt) vanmorgen alle kinderen een sticker laten uitzoeken.
Slide 33 - Open question