This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
De Koude Oorlog
Quiz
Slide 1 - Slide
Wat betekent de Koude Oorlog?
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel actie ondernomen wordt
C
Een oorlog waarin weinig actie ondernomen wordt
Slide 2 - Quiz
Wat heeft niets met de Koude Oorlog te maken?
A
Aanpassingspolitiek
B
Containmentpolitiek
C
Truman-doctrine
D
Appeasement-politiek
Slide 3 - Quiz
Welk land was tijdens de Koude Oorlog de belangrijkste tegenstander van het Westen?
A
Duitsland
B
Frankrijk
C
Sovjetunie
D
Vietnam
Slide 4 - Quiz
We laten de Koude Oorlog beginnen na:
A
de nederlaag van Duitsland
B
de dood van Roosevelt (april 1945)
C
de nederlaag van Japan
D
het aftreden van Churchill (aug 1945)
Slide 5 - Quiz
Wat is de Marshallhulp?
A
Hulp aan arme kinderen in Afrika
B
Hulp van de VS aan Europa na de 2 e wereldoorlog.
C
Hulp voor militairen
D
Hulp voor de SU tijdens de Koude Oorlog.
Slide 6 - Quiz
Welke bewering over de Blokkade van Berlijn is juist?
A
Als gevolg van de blokkade zocht Stalin toenadering tot het Westen.
B
De aanleiding was een bezoek van president Kennedy aan Berlijn.
C
De oorzaak was de dreiging van de NAVO met een wapenwedloop
tegen de Sovjet-Unie.
D
Door de luchtbrug ontstond in West-Berlijn geen hongersnood.
Slide 7 - Quiz
Welke gebeurtenis wordt meestal gezien als het einde van de Koude Oorlog?
A
De val van de Berlijnse Muur (november 1989)
B
De eenwording van Duitsland (oktober 1990)
C
Het einde van de Sovjet-Unie (december 1991)
D
De aanval op de Verenigde Staten (september 2001)
Slide 8 - Quiz
Welke gebeurtenis zie je in de bron?
Gebruik de bron
A
De bouw van de Berlijnse Muur
B
De Amerikaanse luchtbrug tijdens de blokkade van Berlijn
C
De tweefrontenoorlog tijdens de Eerste Wereldoorlog
D
De Amerikaanse invasie van Berlijn aan het eind van de Tweede Wereldoorlog
Slide 9 - Quiz
Welke personen zijn afgebeeld in de bron?
Gebruik de bron
A
Links: Stalin
Rechts: Reagan
B
Links: Gorbatsjov
Rechts: Kennedy
C
Links: Gorbatsjov
Rechts: Reagan
D
Links: Chroesjtsjov
Rechts: Kennedy
Slide 10 - Quiz
Hoe werden de economische hervormingen in de Sovjet-Unie in de tweede helft van de jaren '80 van de 20e eeuw genoemd?
A
Glasnost
B
Gorbatsjov
C
Perestrojka
D
Collectivisatie
Slide 11 - Quiz
Welke uitspraak over de Cubacrisis is juist? De Cubacrisis is
A
de aanleiding voor de communistische revolutie op Cuba.
B
de oorzaak van het invoeren van hervormingen in communistisch
Cuba.
C
de reden voor militaire steun van de Verenigde Staten aan Cuba.
D
het gevolg van het plaatsen van raketinstallaties op Cuba.
Slide 12 - Quiz
De belangrijkste instelling van de Verenigde Naties heet de Veiligheidsraad
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Een belangrijk onderdeel van de hervormingen in de Sovjet-Unie werd glasnost genoemd: openheid over het bestuur van het land. Mensen kregen ook meer vrijheid om hun mening te uiten.
Welke politicus voerde deze hervormingen in?
A
Chroesjtsjov
B
Gorbatsjov
C
Lenin
D
Stalin
Slide 14 - Quiz
Welke bewering over de politiek van Gorbatsjov is juist?