RSG 't Rijks

2 havo, les 6

Programme 
  • contrôler les devoirs: ex 9 + voca 
  • het bezittelijk vnw
  • faire: ex 30A p.46 + 31AB p. 47
  • apprendre: bron ABE t/m voir page 50/51
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Programme 
  • contrôler les devoirs: ex 9 + voca 
  • het bezittelijk vnw
  • faire: ex 30A p.46 + 31AB p. 47
  • apprendre: bron ABE t/m voir page 50/51

Slide 1 - Slide

Corrigez:  exercice 9 p. 26
en Afrique
Oui
Franstalig land naar keuze.

Bijvoorbeeld: Canada, Suisse, Mauritanie, La Réunion

Slide 2 - Slide

Sleep de juiste Franse vertaling naar het Nederlandse woord
timer
1:00
de reis
ontmoeten
de zee
het vliegtuig
la mer
le voyage
l'avion
rencontrer
raconter
la montagne

Slide 3 - Drag question

Traduis en français:
het is mooi weer

Slide 4 - Open question

Traduis en français:
in / naar Nederland

Slide 5 - Open question

Traduis en néerlandais:
la liberté

Slide 6 - Open question

Traduis en néerlandais:
découvrir

Slide 7 - Open question

Traduis en néerlandais:
nul

Slide 8 - Open question

Prend ton cahier et un stylo.
On va prendre des notes

Slide 9 - Slide

Wat weet jij over het bezittelijk voornaamwoord?

Slide 10 - Mind map

Bezittelijk voornaamwoord
mannelijk
vrouwelijk
meervoud
mijn
mon
ma
mes
jouw
ton
ta
tes
zijn / haar
son
sa
ses
ons / onze
notre
notre
nos
uw / jullie
votre
votre
vos
hun 
leur
leur
leurs
Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 11 - Slide

écoutez la prof
  • ma carte
  • ta carte
  • sa carte
  • mon stylo
  • ton stylo
  • son stylo
  • mes livres
  • tes livres
  • ses livres
  • notre prof
  • votre prof
  • leur prof
  • nos livres
  • vos livres
  • leurs livres

Slide 12 - Slide

mijn broer
A
ma frère
B
son frère
C
sa frère
D
mon frère

Slide 13 - Quiz

zijn ontdekking
A
son découverte
B
sa découverte
C
ta découverte
D
ton découverte

Slide 14 - Quiz

onze famillie
A
notre famille
B
nos famille
C
votre famille
D
vos famille

Slide 15 - Quiz

Attention!
Als een zn in het enkelvoud begint met een klinker/ h, dan gebruik je de mannelijke vorm van het bezittelijk voornaamwoord
Bijvoorbeeld: 
  • Il a une amie 
  •  Son amie s'appelle Lana
  • Tu raconte une histoire
  • C'est ton histoire

Slide 16 - Slide

haar verhaal
A
sa histoire
B
son histoire
C
ses histoire
D
ton histoire

Slide 17 - Quiz

haar ontdekking
A
son découverte
B
sa découverte
C
ta découverte
D
ton découverte

Slide 18 - Quiz

Vous avez compris?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Au travail!
Faire: ex 30A p.46 + 31AB p. 47
Apprendre: bron ABE t/m toujours page 48





timer
8:00
Klaar? 
leren mag via slim stampen, laat wel eerst zien dat je ex 30A + 31AB af hebt

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link