Hoofdstuk 7 - Wat doet de overheid?

Hoofdstuk 7
Wat doet de overheid?
1 / 39
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3,4

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 7
Wat doet de overheid?

Slide 1 - Slide

Wat denk jij dat de overheid doet op het gebied van criminaliteit?
Wat denk jij dat de
overheid doet op het
gebied van criminaliteit?

Slide 2 - Mind map

Wat leerde ik de vorige hoofdstuk?
  • het verschil tussen hoofdstraffen, bijkomende   straffen en maatregelen
  • voorbeelden te benoemen van verschillende sancties
  • wat de doelen van straffen zijn
  • wat de rol van de reclassering is
  • het verschil tussen de 3 rechterlijke instanties
  • het verschil tussen voorwaardelijke straf en   onvoorwaardelijke straf
Terugblik vorige hoofdstuk

Slide 3 - Slide

Wat leerde ik de vorige hoofdstuk?
  • het verschil tussen hoofdstraffen, bijkomende straffen   en maatregelen
  • voorbeelden te benoemen van verschillende sancties
  • wat de doelen van straffen zijn
  • wat de rol en taken van de reclassering zijn
  • het verschil tussen de 3 rechterlijke instanties
  • het verschil tussen voorwaardelijke straf en   onvoorwaardelijke straf  
Terugblik vorige hoofdstuk

Slide 4 - Slide

Wat leer ik dit hoofdstuk?
  • welke overheidsinstanties betrokken zijn bij het voorkomen   en bestrijden van criminaliteit 
  • welke rol overheidsinstanties vervullen
  • wat de vier beleidsterreinen zijn waarin verschillende   aspecten van criminaliteit en veiligheid aandacht krijgen
  • het verschil tussen preventieve en repressieve aspecten van   het overheidsbeleid
Ik leer...

Slide 5 - Slide

Wat leer ik dit hoofdstuk?
  • welke overheidsinstanties betrokken zijn bij het   voorkomen en   bestrijden van criminaliteit en welke rol overheidsinstanties vervullen
  • wat de vier beleidsterreinen zijn waarin verschillende   aspecten van   criminaliteit en veiligheid aandacht krijgen
  • het verschil tussen preventieve en repressieve aspecten   van het   overheidsbeleid
  • wat de verschillen zijn tussen politieke stromingen en progressieve en   conservatieve partijen
  • hoe ik de effectiviteit en wenselijkheid van genomen beleidsmaatregelen kan beoordelen
Ik leer...

Slide 6 - Slide

Overheidsinstanties
Verschillende actoren die betrokken zijn bij het voorkomen en bestrijden van criminaliteit. 
Scheiding van der machten is trias politica. 

Slide 7 - Slide

Overheidsinstanties 
op landelijk niveau
Macht
Wetgevende macht
Actoren
Parlement: 1e en 2e kamer
Taken
Maakt wetten of wetswijzigingen. 
Bepaalt welke straffen er zijn en hoe hoog de straffen zijn.

Slide 8 - Slide

Overheidsinstanties 
op landelijk niveau
Macht
Uitvoerende macht
Actoren
Regering, ambtenaren, Openbaar Ministerie (OM), officieren van justitie
Taken
De regering voert de wetten uit. 
Ambtenaren helpen met het uitvoeren, zij worden geholpen door OM en officieren van justitie

Slide 9 - Slide

Overheidsinstanties 
op landelijk niveau
Macht
Rechterlijke macht
Actoren
De rechters in de rechtbanken
Taken
Rechters beoordelen en bepalen of mensen de wet hebben overtreden. 

Slide 10 - Slide




Wat is geen macht die hoort bij de Trias Politica?
Wat is geen macht die hoort bij de Trias Politica?
A
Uitvoerende macht
B
Rechterlijke macht
C
Controlerende macht
D
Wetgevende macht

Slide 11 - Quiz

3

Slide 12 - Video

Overheidsinstanties 
op lokaal niveau (gemeente)
Macht
Wetgevende macht
Actoren
Gemeenteraad
Taken
Gemeenteraad bepaalt wat strafbaar is in de gemeente. Vaststellen van overtredingen

Slide 13 - Slide

Overheidsinstanties 
op lokaal niveau (gemeente)
Macht
Uitvoerende macht
Actoren
Burgermeester
Taken
Verantwoordelijk voor het handhaven van openbare orde in de gemeente. 
Driehoeksoverleg met politie en officier van justitie

Slide 14 - Slide

Welke taak hoort bij welke actor?
Beoordelen of iemand de wet heeft overtreden
Handhaven openbare orde
Vaststellen wat strafbaar is in de gemeente
Parlement
Rechters
Burger-
meester
Gemeente-
raad
Wetswijziging maken

Slide 15 - Drag question

Beleid
Bestaat uit regels die de overheid vaststelt om bepaalde doelen te bereiken binnen een bepaalde tijd. 

Beleidsterreinen zijn verschillende gebieden waarin aspecten van criminaliteit en veiligheid aandacht krijgen.

Slide 16 - Slide

Soorten beleidsterreinen
1. Opsporingsbeleid
2. Vervolgingsbeleid
3. Gevangenisbeleid
4.Jeugdbeleid

Slide 17 - Slide


De politie heeft toestemming nodig voor een huiszoekingsbevel. Welk beleidsterrein herken je in deze situatie?
De politie heeft toestemming nodig voor een huiszoekingsbevel. Welk beleidsterrein herken je in deze situatie?
A
Opsporingsbeleid
B
Vervolgingsbeleid
C
Gevangenisbeleid
D
Jeugdbeleid

Slide 18 - Quiz




De officier van Justitie heeft Naut een taakstraf
gegeven. Welk beleidsterrein herken je in deze situatie?
De officier van Justitie heeft Naut een taakstraf gegeven. Welk beleidsterrein herken je in deze situatie?
A
Opsporingsbeleid
B
Vervolgingsbeleid
C
Gevangenisbeleid
D
Jeugdbeleid

Slide 19 - Quiz

Preventie
Het voorkomen van criminaliteit.
Bij lichtere, veelvoorkomende en jeugdcriminaliteit.
Repressie
Daders moeten strafrechtelijk worden vervolgd. 
Bij zware midsrijven.
Aspecten overheidsbeleid

Slide 20 - Slide

Storm is 15 jaar en heeft een leerstraf gekregen
bij Halt. Past dit het beste bij preventie of repressie?
Storm is 15 jaar en heeft een leerstraf gekregen bij Halt. Past dit het beste bij preventie of repressie?
A
Preventie
B
Repressie

Slide 21 - Quiz

  • Scholen: houden bij of leerlingen aanwezig zijn. Anders worden ouders gebeld. 
  • Bedrijven: inbraken voorkomen door camera's op te hangen en goede beveiligingssystemen. 
  • Organisaties: voorlichting geven
  • Burgers: anti-inbraak systeem in huis, beveiligen van telefoon
Wie helpt om criminaliteit te voorkomen?

Slide 22 - Slide

Een groep mensen met dezelfde ideeën over de samenleving. 
Stroming

Slide 23 - Slide

Soorten stromingen
Stroming
Sociaaldemocratie
Nadruk op
Maatschappelijke oorzaken van criminaliteit
Repressie of preventie?
Preventie
Toelichting
Meer taakstraffen, betere bescherming van rechten van burgers

Slide 24 - Slide

Soorten stromingen
Stroming
Christendemocratie
Nadruk op
Maatschappelijke oorzaken en eigen verantwoordelijkheid van burgers
Repressie of preventie?
Preventie en repressie. Verschilt binnen de stroming
Toelichting
Waarden en normen belangrijk. Scholen en gezin voor voorkomen criminaliteit.

Slide 25 - Slide

Soorten stromingen
Stroming
LIberalisme
Nadruk op
Eigen verantwoordelijkheid van burgers
Repressie of preventie?
Repressie
Toelichting
Sneller en strenger gestraft worden. Politie en justitie meer bevoegdheden,

Slide 26 - Slide

Welke stroming(en) zijn voor preventie in een beleidsterrein?
Welke stroming(en) zijn voor repressie in een beleidsterrein?
A
Sociaaldemocratie
B
Christendemocratie
C
Liberalisme

Slide 27 - Quiz

Ben jij het eens met de christendemocratie
dat school kan helpen om criminaliteit te voorkomen?
Ben jij het eens met de christendemocratie dat school kan helpen om criminaliteit te voorkomen?
Eens
Oneens

Slide 28 - Poll

Effectiviteit: werkt het beleid?

  • Neemt de criminaliteit toe of juist af? 
  • Nemen onveiligheidsgevoelens van mensen af?
  • Zijn er minder schadeclaims binnengekomen in 1 jaar?
Effectiviteit van het beleid

Slide 29 - Slide

Wenselijkheid: zijn mensen het eens met het beleid?

  • Wat willen mensen liever? Rechtsbescherming of rechtshandhaving
  • Zijn mensen het eens met de visie van de politieke partijen die aan de macht zijn?
Wenselijkheid van het beleid

Slide 30 - Slide

De laatste paar jaar daalt het aantal
woninginbraken.
Dit is te zien aan de hand van
statistieken. Is het beleid effectief of wenselijk of niet?
De laatste paar jaar daalt het aantal woninginbraken. Dit is te zien aan de hand van statistieken. Is het beleid effectief of wenselijk of niet?
A
Wel effectief
B
Niet effectief
C
Wel wenselijk
D
Niet wenselijk

Slide 31 - Quiz

00:13

Bij welke macht horen
deze twee politieagenten?
Bij welke soort macht horen deze twee politieagenten?
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht

Slide 32 - Quiz

00:21
Welke macht bepaalt dat de
bestuurder niet harder dan 120 km/h mag rijden?
Welke macht bepaalt dat de
bestuurder niet harder dan 120 km/h mag rijden?
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht

Slide 33 - Quiz

01:46
Welke actor bepaald wat de hoogte is van een bekeuring van een snelheidsovertreding?
Welke actor bepaald wat de hoogte is van een bekeuring van deze snelheidsovertreding?
A
Parlement
B
Regering
C
Rechter
D
Ambtenaar

Slide 34 - Quiz



Wat heb je geleerd deze les?
Wat heb je geleerd deze les?

Slide 35 - Open question




Wat vind je nog lastig?
Wat vind je nog lastig?

Slide 36 - Open question

Wat heb ik geleerd dit hoofdstuk?
Ik leerde...
  • welke overheidsinstanties betrokken zijn bij het voorkomen   en bestrijden van criminaliteit 
  • welke rol overheidsinstanties vervullen
  • wat de vier beleidsterreinen zijn waarin verschillende   aspecten van criminaliteit en veiligheid aandacht krijgen
  • het verschil tussen preventieve en repressieve aspecten van   het overheidsbeleid

Slide 37 - Slide

Wat heb ik geleerd dit hoofdstuk?
Ik leerde...
  • welke overheidsinstanties betrokken zijn bij het   voorkomen en   bestrijden van criminaliteit en welke rol overheidsinstanties vervullen
  • wat de vier beleidsterreinen zijn waarin verschillende   aspecten van   criminaliteit en veiligheid aandacht krijgen
  • het verschil tussen preventieve en repressieve aspecten   van het   overheidsbeleid
  • wat de verschillen zijn tussen politieke stromingen en progressieve en   conservatieve partijen
  • hoe ik de effectiviteit en wenselijkheid van genomen beleidsmaatregelen kan beoordelen

Slide 38 - Slide

De volgende Seneca-les 
gaat over:
Einde van de les 'Wat doet de overheid?'
Hoe verandert criminaliteit?

Slide 39 - Slide