Module 2 - keuze onderwerp 'Huis kopen of huren'

Een huis kopen of huren
Ga jij voor een koophuis of een huurhuis?
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1-4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Instructions

  • Start de les door op de button Start les te klikken
  • De link Printen biedt mogelijkheid om de slides en notities van de les te printen

Items in this lesson

Een huis kopen of huren
Ga jij voor een koophuis of een huurhuis?

Slide 1 - Slide

Vorm: Woordwolk, video met uitleg en verschillende vragen via LessonUp

Duur: 25 minuten

Leerdoelen:
  1. De studenten kunnen benoemen welke factoren een rol spelen bij keuze kopen of huren van een huis en de kosten. 
  2. De studenten weten wat de voor-en nadelen zijn van kopen en huren.

Waar wil jij voor gaan?
Koophuis
Huurhuis

Slide 2 - Poll

  1. Stel ter inleiding op dit onderwerp de vraag: Wil jij voor een koophuis of huurhuis gaan?
  2. Bespreek kort de antwoorden.
Kopen of huren?
Zoek de voordelen en nadelen op van het kopen of huren van een huis.
timer
3:00

Slide 3 - Slide

Laat studenten opzoeken wat de voordelen en nadelen zijn van kopen en huren.

Kopen:
Voordelen:
  • Vermogensvorming
  • Eigendom
  • Op termijn geen lasten omdat je je hypotheek aflost
  • Rente aftrek (fiscaal voordeel)
  • Je kunt zelf bepalen wat je met je huis doet (verbouwen)
Nadelen:
  • Extra gemeentelijke belasting
  • Onderhoudskosten
  • Extra verzekeringen

Huren:
Voordelen:
  • Flexibel
  • Je kunt makkelijker verhuizen
  • Geen grote onderhoudskosten
  • Huurbescherming
  • Huurtoeslag (wel onder voorwaarden)
  • Minder verzekeringen
  • Je hebt geen nadeel als het huis in waarde daalt
Nadelen:
  • Je bouwt geen vermogen op
  • De huurprijzen zullen waarschijnlijk de komende jaren doorstijgen
  • Aanbod van huurhuizen in populaire steden beperkt daardoor hoge huren

In het filmpje op de volgende pagina worden de voordelen nog eens op een rijtje gezet.
Huren versus kopen

Slide 4 - Slide

  1. Laat het filmpje zien. 
  2. Vraag de studenten of ze anders over huren/kopen zijn gaan denken.
Hoe heten de twee soorten huurwoningen in Nederland?
Soorten huurwoningen
Sociale verhuur
Speciale verhuur
Vrije sector
Open sector

Slide 5 - Drag question

  1. Stel de vraag: Hoe heten de twee soorten huurwoning in Nederland?
  2. De studenten slepen de juiste antwoorden naar het veld: 'Soorten huurwoning'.
  3. Juiste antwoorden: sociale verhuur en vrije sector
Sociale huurwoning
  • Huurwoningen met een maandhuur van maximaal € 879,66 (in 2024). 
  • Betaalbare huurwoningen voor mensen met een bepaald inkomen. 
  • De overheid leent vaak geld aan corporaties en houdt ook toezicht.
  • Als de huur hoger is, hebben we het over huren in de vrije sector.
  • Als je weinig inkomen hebt, kun je misschien in aanmerking komen voor   een huurtoeslag. Hiervoor zijn wel regels.




Slide 6 - Slide

  1. Bespreek de punten:
  • Het gaat om huurwoningen met een maandhuur van maximaal € 879,66 (wijzigt ieder jaar)!
  • De woningen zijn eigendom van een woningcorporatie.
  • Woningcorporaties bouwen betaalbare woningen voor mensen met een bepaald inkomen en verhuren die. 
  • De overheid leent vaak geld aan deze corporaties en houdt ook toezicht.
  • Als de huur hoger is, hebben we het over huren in de vrije sector
  • Als je weinig inkomen hebt, kun je misschien in aanmerking komen voor een huurtoeslag. Hiervoor zijn wel strenge regels (hier gaan we nog wat dieper op in). Vertel dat je nog wat dieper ingaat op de regels.
Huurtoeslag:
waar moet je aan voldoen?

Slide 7 - Mind map

  1. Vraag de studenten aan welke eisen zij denken dat je moet voldoen om in aanmerking te komen voor huurtoeslag.
  2. Bespreek de antwoorden.
  3. Vul aan met de voorwaarden hieronder.
Voorwaarden:
  • 18 jaar en ouder.
  • Huur mag niet te hoog of te laag zijn
  • Inkomen (44.000 voor alleenstaande) en spaargeld (36.952 in 2024 voor alleenstaande) mag niet te hoog of te laag zijn.
  • Je woont in Nederland.
  • Je moet een aparte woonruimte hebben met eigen deur, keuken en douche of badkamer.

Dit is Jaap
Hoi, Ik ben Jaap! 25 jaar en ik woon samen met mijn kat in een huurhuis in Utrecht. 
Ik verdien € 1200,- per maand waarvan ik de helft nodig heb voor mijn huur. 

Slide 8 - Slide

  1. Stel Jaap voor.
Heeft Jaap recht op huurtoeslag?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

  1. Vraag de deelnemers of Jaap recht heeft op huurtoeslag.
  2. Het juiste antwoord is ja.
Jaap heeft recht op huurtoeslag omdat:
  • hij ouder is dan 18 jaar;
  • zijn huur niet te hoog (niet boven € 879,66) en niet te laag is;
  • zijn inkomen onder de € 44.000 ligt;
  • hij weinig vermogen heeft;
  • hij in Nederland woont;
  • er sprake is van een zelfstandige woonruimte.

Stel dat Jaap 22 was. Had hij dan
recht op huurtoeslag voor de huur van deze woning (van € 600,- per maand)?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

  1. Het juiste antwoord is nee, want dan zou Jaap onder de 23 jaar zijn geweest en dan mag je huur niet hoger zijn dan € 454,47.
Toelichting:
  • Ben je jonger dan 23 jaar? Dan mag je huur in 2024 niet hoger zijn dan € 454,47. 
  • Woon je thuis? Dan mag de huur in 2024 toch € 879,66 zijn. 
  • Ben je jonger dan 23 jaar maar woon je samen met iemand die ouder is dan 23 jaar? Dan kan deze persoon huurtoeslag aanvragen voor jullie beiden. De huur in 2024 mag dan wel € 879,66 zijn. In 2023 wast dit € 808,06. In 2022 was dit € 763,47.
Waar vraag je huurtoeslag aan?
A
Bij de gemeente
B
Bij de verhuurder
C
Bij de belastingdienst
D
Bij het Nibud

Slide 11 - Quiz

Het juiste antwoord is c, Belastingdienst.
Waardoor is huurmarkt
op dit moment zo slecht?

Slide 12 - Mind map

  1. Vraag de studenten waardoor de woningmarkt volgens hen zo slecht is.
  2. Bespreek de antwoorden.
  3. Vul aan met de antwoorden hieronder.
Antwoorden:
  • Te weinig sociale huurwoningen voor middeninkomens.
  • Te hoge huurprijzen in de vrije sector.
  • Te weinig betaalbare koopwoningen.
  • De laatste jaren zijn veel sociale huurwoningen verkocht aan particulieren. Hierdoor zijn er te weinig.
  • Woningcorporaties hebben minder gebouwd omdat ze verhuurdersbelasting moesten betalen. Dat wordt nu afgeschaft.
  • Bouwen is duur omdat de materialen duurder zijn geworden.
  • Minder gebouwd dan gehoopt door stikstof regels.
Huis kopen

Slide 13 - Slide

In dit onderdeel gaan we in op zaken waar je mee te maken krijgt op het moment dat iemand een huis gaat kopen.
Wat moet je als eerste doen voordat je een
huis gaat kopen?
A
Hypotheek berekening maken
B
Huis zoeken en bod doen
C
Grote lening aanvragen
D
Inboedel aanschaffen

Slide 14 - Quiz

  1. Het is belangrijk voordat je een huis gaat zoeken dat je eerst weet hoeveel je kan lenen bij een bank. Hiervoor kun je een hypotheekadviseur een berekening laten maken. Zij kunnen goed inschatten hoeveel je maximaal aan hypotheek kunt krijgen..
Welke factoren hebben invloed op
de hoogte van je hypotheek?

Slide 15 - Open question

  1. Vraag de studenten welke factoren invloed hebben op de hoogte van hun hypotheek.
  2. Bespreek de antwoorden en vul aan met de antwoorden hieronder.
Uitleg:
De maximale Hypotheek is afhankelijk van verschillende factoren:
  1. Inkomen
  2. Rentepercentage
  3. Eventuele (studie) schuld
  4. Waarde van de woning
Stelling:
De overdrachtsbelasting, advieskosten, taxatiekosten, notariskosten, bankgarantie en NHG kosten moet je zelf financieren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

  1. Deze stelling is waar.
  2. Licht kort het juiste antwoord toe.
Uitleg:
Aan eigen geld zal je altijd de Overdrachtsbelasting, Advieskosten, Taxatiekosten, Notariskosten, Bankgarantie en NHG kosten moeten financieren maar een deel kan je ook weer van de belasting aftrekken.

Stelling:
Als je een studieschuld hebt, kun je geen hypotheek krijgen omdat je dan een registratie bij het BKR hebt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

  1. Vraag aan de studenten eerst of ze weten wat BKR is. 
  2. Deze stelling is niet waar, maar een BKR registratie heeft wel invloed op de hoogte van je hypotheek.
  3. Licht kort het juiste antwoord toe.
Uitleg:
Een studieschuld vermindert het maximale bedrag dat je mag lenen. Wil jij weten hoeveel je ongeveer kunt lenen met een studieschuld?
Hoe zwaar de studieschuld meetelt voor de maximale hypotheek hangt af van het stelsel waaronder je gestudeerd hebt. De invloed van een studieschuld op een hypotheek is minder groot dan die van een andere lening. Een consumptieve schuld, zoals een persoonlijke lening, weegt zwaarder dan de studieschuld.

De studieschuld wordt niet BKR geregistreerd.
Bij BKR heb je zelf inzage.

Let op: niet alle financiële verplichtingen staan geregistreerd bij het BKR. Toch is het verstandig om al deze verplichtingen door te geven aan je hypotheekadviseur, want het kan later in je hypotheekaanvraag voor problemen zorgen als je dit niet doet.

Wat is een
starterslening?

Slide 18 - Mind map

  1. Vraag de studenten of ze al eens van een starterslening gehoord hebben: wat is dat?
  2. Geef een toelichting.
Toelichting:
  • De SVn Starterslening is een bijzondere hypotheek. Deze hypotheek gebruik je om je eerste woning aan te kopen en sluit je af bij de gemeente naast een gewone hypotheek bij een bank.
  • Op de nieuwe woning vestigen de gemeentes, net als de bank, een hypotheekrecht. Dat betekent dat je de gemeente/bank met de woning de zekerheid geeft dat zij het geleende geld weer van je terugkrijgen.
  • De looptijd van de SVn Starterslening is 30 jaar. De rente staat voor de eerste 15 jaar vast. Hierna wordt de rente herzien en opnieuw voor 15 jaar vastgesteld. Met de SVn Starterslening heb je de eerste 3 jaar geen maandlasten.
  • De Starterslening overbrugt het verschil tussen de prijs van het huis en het bedrag dat je bij de bank kunt lenen. De Starterslening is dus een aanvulling van de gemeente of provincie op je eerste hypotheek.
  • De starterslening is maximaal € 30.000 voor een woning met een koopprijs tot de grens voor Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Dat wil zeggen een woning met een aankoopprijs die niet hoger is dan € 435.000 (2024, was € 405.000 in 2023).

Waar kun je terecht voor een starterslening?
A
Bij de belastingdienst
B
Bij de gemeente
C
Bij de bank
D
Het juiste antwoord staat er niet bij

Slide 19 - Quiz

  1. Het juiste antwoord is B, bij de gemeente.
  2. Geef een toelichting met de uitleg hieronder.
Verschillende gemeentes bieden startersleningen aan. Via www.svn.nl/starterslening
kan je kijken of de gemeente waarin je woont deze lening aanbiedt.
Nu je alles hebt gehoord:
Wil je kopen of huren in de toekomst?
Kopen
Huren

Slide 20 - Poll

  1. Stel (als je daar nog tijd voor hebt) ter afsluiting van dit onderwerp weer de vraag: Wil jij voor een koophuis of huurhuis gaan?
  2. Bespreek kort de antwoorden, zijn de studenten van gedachten veranderd?

Slide 21 - Slide

Kies een volgend keuze-onderwerp of sluit de les af door te kiezen voor door naar:
  • Vooruit en Terugblik als de klas nog een LEF les gaat volgen;
  • Terugblik als dit de laatste LEF les is voor deze klas.