Twents Carmel College

Les 2 - Introductie op film - creëren (bovenbouw)

Les 2 - Introductie op film; creëren
Bovenbouw
1 / 25
next
Slide 1: Slide
MediawijsheidVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute VL

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les 2 - Introductie op film; creëren
Bovenbouw

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


Welk filmgenre vind je het leukst?
A
Actie
B
Komedie
C
Romantisch
D
Drama

Slide 2 - Quiz

Toelichting slide 2
Actie = een film met scènes met gevechten, explosies of achtervolgingen. Vaak zit er een held in de film (bijv. spiderman)
Komedie
= een film waar de kijker vaak vrolijk van wordt en over moet lachen
Romantisch = een film over liefde
Drama = een film met veel emoties

Wat voor soort film kijk je het liefste?
A
Een speelfilm
B
Een documentaire
C
Een animatiefilm

Slide 3 - Quiz

Toelichting slide 3
Speelfilm = de meest bekende filmsoort, waarin acteurs een verhaal spelen. 
Documentaire = een op feiten gebaseerde film. Dingen die echt gebeurd zijn worden gefilmd. 
Animatiefilm = een film die met een computer is gemaakt. 
Je gaat een filmpje kijken.
Daarna worden er vragen gesteld.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Wat vond je van deze film?
Waar denk je dat deze film over gaat?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Dit zijn de hoofdpersonen:
Sherwin
Jonathan

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Jonathan is de antagonist.
Sherwin is de protagonist.
Protagonist = 
het belangrijkste personage
Antagonist = 
de tegenspeler van het belangrijkste personage

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hoe zou je de hoofdpersonen omschrijven?
Noem een eigenschap of attribuut.
Sherwin
Jonathan

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions


Hoe voelt Sherwin zich? 
A
B
C
D

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions


Hoe voelen Sherwin en Jonathan zich? 
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions


Sherwin is verdrietig.
Zit Sherwin in het licht of in het donker?
A
In het licht
B
In het donker

Slide 15 - Quiz

Toelichting slide 15
Scènes waarin verdriet of boosheid voorkomt zijn vaak donker van kleur. 

Slide 16 - Video

This item has no instructions


Sherwin is verliefd op Jonathan, en ziet hem.
Is deze scène licht of donker?
A
Licht
B
Donker

Slide 17 - Quiz

Toelichting slide 17
Scènes waarin blijdschap voorkomt zijn vaak licht van kleur. 

Je hebt naar een animatiefilmpje gekeken 
Hoe is deze animatie gemaakt?
A
Door te filmen
B
Door de computer
C
Weet ik niet

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Waar word je verdrietig, bang, boos en blij van?

Slide 19 - Slide

Toelichting slide 19
Deel de klas in 4 groepen (groep 1 heeft emotie verdrietig, groep 2 heeft emotie bang, groep 3 heeft emotie boos, groep 4 heeft emotie blij).

Zorg ervoor dat iedere groep één begeleider heeft.

Laat de leerlingen foto's of een kort filmpje (zonder tekst!) maken die passen bij de emoties. Een paar voorbeelden:
  • Blij: joelen, klappen
  • Verdrietig: huilen (allerlei soorten huilen, heel hard, snikken etc)
  • Bang: geluid dat je maakt als je schrikt, gillen
  • Boos: stampvoeten, grommen
Dit zijn voorbeelden van die je kan maken met de stem of je lichaam. Vraag de leerlingen om na te denken welke geluiden ze zelf kunnen maken. 

Geef de leerlingen 10 minuten de tijd om geluiden te bedenken en uit te voeren in het groepje.

Slide 20 - Slide

Toelichting slide 20
Verdeel de klas in groepjes.

Laat de leerlingen foto's en/of korte filmpjes (zonder tekst!) maken die passen bij de emoties. Een paar voorbeelden:
  • Verdrietig: pijn
  • Bang: een eng dier
  • Boos: ruzie
  • Blij: muziek
Let op bijpassende verlichting!

Laat de leerlingen ook foto's en/of filmpjes van elkaar maken waarin ze hun emotie uitbeelden. Ze moeten dus doen alsof ze boos, bang, verdrietig of blij zijn. Acteren dus!

Geef de leerlingen 10 minuten voor deze opdracht.
Samenwerken

Slide 21 - Drag question

Toelichting slide 21
Bespreek met de leerlingen: hoe ging het samenwerken in deze les?
Laat iedere leerling een handje naar de groene duim (goed) of de rode duim (minder goed) slepen.
Vraag de leerlingen waarom ze het goed of niet goed vonden gaan.
Maak na het invullen een foto van deze slide.
Leren

Slide 22 - Drag question

Toelichting slide 22
Bespreek met de leerlingen: hoe ging het leren in deze les?
Laat iedere leerling een handje naar de groene duim (goed) of de rode duim (minder goed) slepen.
Vraag de leerlingen waarom ze het goed of niet goed vonden gaan.
Maak na het invullen een foto van deze slide.
Filmen/
fotograferen

Slide 23 - Drag question

Toelichting slide 23
Bespreek met de leerlingen: hoe ging het filmen / fotograferen in deze les?
Laat iedere leerling een handje naar de groene duim (goed) of de rode duim (minder goed) slepen.
Vraag de leerlingen waarom ze het goed of niet goed vonden gaan.
Maak na het invullen een foto van deze slide.
Leren

Slide 24 - Drag question

Toelichting slide 18
Bespreek met de leerlingen: wat heb je van deze les geleerd?; Wat vond je moeilijk?

Noteer dit of maak een opname terwijl de leerling vertelt.

Laat de leerlingen een handje naar de groene duim (goed/gemakkelijk) of de rode duim (minder goed/moeilijk) slepen en maak hier weer een foto van.
Einde van de les

Slide 25 - Slide

This item has no instructions