oefenen persoonlijke vnw 1e 3e en 4e naamval

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3,4

Persoonlijk voornaamwoord

- Personalpronomen

- Präpositionen

Welke persoonlijke voornaamwoorden ken je nog? Noteer er tenminste 3

Welke persoonlijke voornaamwoorden staan zijn in de eerste naamval?

1. ich , du, wir
2. mich, dich, ihn
3. mir dir ihm
4. wir uns Sie

Vertaal het persoonlijk vnw:
Wer hat ... (jou) die Jacke gegeben?

1. du
2. dir
3. dich

Vertaal het persoonlijk vnw:
Bitte, die Jacke ist für ... (jou) .

1. du
2. dir
3. dich

Vertaal het persoonlijk vnw:
Gibst du ... (haar) die Butter?

1. sie
2. ihr
3. mir

Vertaal het persoonlijk vnw:
Die Polizei zeigt ...(mij) den Weg.

1. ich
2. mir
3. mich

Vertaal het persoonlijk vnw:
Ich freue ...(mij) auf den ersten Schultag.

1. ich
2. mir
3. mich

Vertaal het persoonlijk vnw:
Können Sie ...(ons) den Weg zum Bahnhof zeigen?

1. wir
2. uns
3. euch

Vertaal het persoonlijk vnw:
Ohne ...(hem) hatte ich es nicht geschafft.

1. er
2. ihn
3. ihm

Vertaal het persoonlijk vnw:
Schickst du ...(haar) eine E-Mail?.

1. sie
2. ihn
3. ihr

Vertaal het persoonlijk vnw:
Sind ...(wij) schon zu spät?

1. wir
2. uns
3. ihr

de persoonlijke vnw leer je in een trio (ich - mir - mich, etc).
hoe goed kan je de persoonlijke voornaamwoorden toepassen in de juiste naamval?

😒🙁😐🙂😃