What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Twents Carmel College
Visit the website
‹
Return to search
NGSL 250-500 MC
NGSL 250-500
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
Praktijkonderwijs
vmbo g, t
Leerjaar 3
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
NGSL 250-500
Slide 1 - Slide
uitgeven (geld)/doorbrengen (tijd)
A
to spend
B
to buy
C
to support
D
to consider
Slide 2 - Quiz
level
A
lid
B
minste
C
regel
D
niveau
Slide 3 - Quiz
ervaring
A
experience
B
error
C
member
D
present
Slide 4 - Quiz
to share
A
slapen
B
zeker weten
C
delen
D
zorgen voor
Slide 5 - Quiz
eenmaal/eens
A
able
B
timing
C
quite
D
once
Slide 6 - Quiz
although
A
alternatieveling
B
hoewel
C
of
D
behoorlijk/tamelijk
Slide 7 - Quiz
behoorlijk/tamelijk
A
quit
B
quiet
C
quite
D
quick
Slide 8 - Quiz
development
A
enveloppe
B
omringing
C
ontwikkeling
D
capaciteit
Slide 9 - Quiz
blijven/verblijven
A
to keep
B
to share
C
to remember
D
to stay
Slide 10 - Quiz
to consider
A
veilig voelen
B
forceren
C
overwegen
D
ontwikkelen
Slide 11 - Quiz
eigenlijk
A
actually
B
especially
C
finally
D
possibly
Slide 12 - Quiz
almost
A
aalmoes
B
bijna
C
hoewel
D
of
Slide 13 - Quiz
oorzaak
A
effect
B
product
C
cause
D
probably
Slide 14 - Quiz
ever
A
nooit
B
vaak
C
soms
D
ooit
Slide 15 - Quiz
zaken doen/handelen
A
to deal
B
to forsake
C
to handle
D
to treat
Slide 16 - Quiz
to expect
A
respecteren
B
in het buitenland wonen
C
zakken
D
verwachten
Slide 17 - Quiz
blijven/overblijven
A
to remain
B
to stay
C
to break
D
to create
Slide 18 - Quiz
probably
A
onwaarschijnlijk
B
waarschijnlijk
C
ongelooflijk
D
geloofwaardig
Slide 19 - Quiz
aangelegenheid/zaak
A
history
B
note
C
matter
D
sense
Slide 20 - Quiz
research
A
doorzoeken
B
onderzoek
C
ontbijtkoek
D
bezoek
Slide 21 - Quiz
menselijk
A
mainly
B
human
C
menace
D
people
Slide 22 - Quiz
account
A
verslag
B
besluit
C
beschikbaar
D
toestand
Slide 23 - Quiz
beschikbaar
A
condition
B
available
C
decision
D
especially
Slide 24 - Quiz
to bear
A
doodgaan
B
kiezen
C
(ver)dragen
D
stijgen/opkomen
Slide 25 - Quiz
gemeenschap
A
community
B
mainly
C
health
D
maybe
Slide 26 - Quiz
to draw
A
uitleggen
B
beschrijven
C
trekken
D
tekenen
Slide 27 - Quiz
misschien
A
maybe
B
else
C
mischief
D
please
Slide 28 - Quiz
themselves
A
klant
B
mijzelf
C
henzelf
D
(uit)eindelijk
Slide 29 - Quiz
finally
A
(uit)eindelijk
B
finale
C
vooral
D
misschien
Slide 30 - Quiz