Werkwoordspelling nakijken

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

De bouwkundige heeft ... hoe groot het dakterras mag zijn.

1. Berekent
2. Berekendt
3. Berekend

Het goede nieuws werd ... door het bericht dat Teun komende zomer ...

1. Overschaduwt
2. Overschaduwd
3. Verhuisd
4. Verhuist

Toen Esthers oma vorig jaar ..., ... haar oudste kleindochter haar gouden ring.

1. Overleed
2. Overlijdde
3. Erfte
4. Erfde

Hij heeft een uur geleden nog ..., dus het .... me dat hij nu weer gaat.

1. Gedoucht
2. Gedouchd
3. Verbaast
4. Verbaasd

De arts .... dat zijn patiënt niet zal .... in de situatie.

1. vermoed
2. vermoedt
3. berustten
4. berusten

Vorige week ... de zangeres veel lof met haar optreden dat ... aan het onmogelijke.

1. Oogste
2. Oogstte
3. Grensde
4. Grenste

Het .... niet vaak dat de cavia de uitslag van een wedstrijd goed ....

1. gebeurd
2. gebeurt
3. voorspelt
4. voorspeld

Nadat de invaller had ... , ... hij van trots.

1. gescored
2. gescoord
3. glimde
4. glom

In zijn nieuwe boek ... de schrijver een onderwerp dat veel voor hem ....

1. behandelt
2. behandeld
3. betekend
4. betekent

Nadat hij het gras had ...., heeft Polle twee uur ....

1. gemaait
2. gemaaid
3. gegamed
4. gegamet

Cactus/Kaktus
Stofmeit/Stofmijt

1. cactus
2. kaktus
3. Stofmeit
4. Stofmijt

van jou/ van jouw
rauwe groente/rouwe groente

1. van jou
2. van jouw
3. rauwe groente
4. rouwe groente

hardstikke/hartstikke
In haar eendje/In haar eentje (alleen zijn)

1. Hardstikke
2. Hartstikke
3. In haar eendje
4. In haar eentje

Schreinend/schrijnend
Eis/IJs (je wil opdragen)

1. Schrijnend
2. Schreinend
3. Eis
4. IJs