verwijswoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Omdat dit pand vorig jaar zo mooi verbouwd is, wil ik ......... van u kopen.

1. hem
2. haar
3. het
4. deze

Na de omwenteling kon de Libische bevolking eindelijk............... stem laten horen.

Heeft de arts .......... niet gezegd dat ze in de tropen veel risico lopen?

De aannemer had voor de verbouwing de verkeerde kozijnen besteld, ......... hem veel geld kostte.

1. dat
2. wat

Heb je het gereedschap............... je werkt, bij de Praxis gekocht?

De politie wil wel meer personeel aannemen omdat ........ voor steeds hetere vuren komt te staan.

Het mooiste Nederlandse boek wat Iris ooit heeft gelezen, heeft 200 bladzijden.

1. deze zin is goed
2. deze zin is fout

Zo'n oude wijn smaakt geweldig, maar je moet ....... wel uit een groot glas drinken.

Mia las stiekem alle berichten............ haar vriend antwoord had gegeven.

De gemeenteraad heeft besloten dat ze het geld gaat uitgeven aan een nieuw theater.

1. deze zin is goed
2. deze zin is fout

De meisjes zijn blij dat oma elke dag voor.............. kookt.

Iets........... je niet zeker weet, moet je niet doorvertellen.

Vincent kent een meisje die ons goed kan helpen bij deze opdracht.

1. deze zin is goed
2. deze zin is fout

Nu die mooie klassieke radio niet meer doet, moet ik ....... laten repareren.

In een concern.......... zoveel vestigingen in het buitenland heeft, moet de voertaal Engels zijn.

Er komt regen door het raam ........ ik niet heb dichtgedaan.

1. dat
2. wat
3. die
4. welke

Voor deze scriptie........... ik met mijn studiegenoot gewerkt heb, hadden we een acht.

Het beste .... je kunt doen, is je mond houden.

Welk woord ontbreekt:
Kijk , daar loopt het meisje dat ik graag mag en mooi kan spelen.

1. die
2. wie
3. dat
4. er ontbreekt geen woord

Het is niet fijn om in een vliegtuig te zitten........... een noodlanding moet maken.

Deze zwervers hangen maar op straat. Je kunt geen verstandig woord met ...... wisselen.

Het waterschap heeft besloten zijn tarieven te verhogen.

1. deze zin is goed
2. deze zin is fout