Twents Carmel College

Quiz H6 Warmte - 3K diagn. toets nova

Quiz H6 Warmte en Energie 
8 Openvragen (3 rekenvragen)
16 meerkeuzevragen

Pak de laptop en login in Lessonup

1 / 59
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 59 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Quiz H6 Warmte en Energie 
8 Openvragen (3 rekenvragen)
16 meerkeuzevragen

Pak de laptop en login in Lessonup

Slide 1 - Slide

16) Dennis maakt een tocht met een heteluchtballon. De ballon is gevuld met het lucht van ongeveer 100°C. Om de lucht op die temperatuur te brengen, worden branders gebruikt die werken op propaangas. Tijdens Dennis’s vlucht word in totaal 26 m3 propaangas verbrand. (1 J/cm3 = 1 MJ/m3)
Bereken hoeveel MJ energie bij deze verbranding is vrijgekomen.

Slide 2 - Open question

18) Reken het rendement uit van een cv-ketel die 40 kJ energie opneemt en 38,5 kJ nuttige energie levert. Bereken het rendement van de cv-ketel. Maak gebruik van onderstaand schema.

Slide 3 - Open question

22) Een elektrische auto heeft een rendement van 62%.
De motor lever 0,52 MJ nuttige energie.
Bereken hoeveel energie deze motor opneemt.

Slide 4 - Open question

10) Sacha verbrandt dieselolie in een brander. Hij verbruikt 50 mL dieselolie. Peter verbrandt benzine in een andere brander.

Bepaal hoeveel benzine Peter moet verbranden om dezelfde hoeveelheid warmte te produceren als Sacha?
A
10,9 ml
B
45,8 ml
C
54,5 ml
D
91,7 ml

Slide 5 - Quiz

1) Als er heet water uit een douchekop komt, wordt de buitenkant van de douchekop warm. Geef aan welke vorm van warmtetransport daarvan het gevolg is?
A
Geleiding
B
Straling
C
Stroming

Slide 6 - Quiz

2) Een huis verliest ’s winters altijd warmte. De warmte verdwijnt dan naar buiten. Door welke vorm van transport wordt warmteverlies veroorzaakt als warmte door een ventilatierooster verdwijnt?
A
Geleiding
B
Straling
C
Stroming

Slide 7 - Quiz

3) Dubbelglas isoleert beter dan enkelglas. Dat komt doordat bij dubbelglas lucht tussen de twee lagen glas zit.
Geef aan door welke vorm van warmtetransport hier wordt verminderd?

A
Geleiding
B
Straling
C
Stroming

Slide 8 - Quiz

4) Welke bewering is waar over de werking van de cv?
A In de radiator zit water, dat warmte meeneemt door geleiding
B De wand van de radiator geleidt de warmte en de warmte wordt
uitgestraald
C De lucht boven de radiator wordt warm, waardoor de dichtheid
toeneemt en de warmte wordt uitgestraald
D De straling v/d cv-ketel zorgt ervoor dat het water wordt verwarmt.

A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 9 - Quiz

5) Een isoleerkan heeft een fles van glas of een fles van metaal. Geef aan van welke de isolatiewaarde (k-waarde) lager is?
A
Van het metaal. Dat isoleert beter
B
Van het metaal. Dat heeft altijd lage isolatiewaarden
C
Van het glas. Dat geleidt beter.
D
Van het glas. Dat heeft altijd lage isolatiewaarden

Slide 10 - Quiz

6) Met opgesloten lucht kun je goed isoleren. Welke van de volgende isolatiemethoden isoleert NIET door opgesloten lucht?


A
Dakisolatie
B
Spuwmuurisolatie
C
Dubbel glas
D
Radiatorfolie

Slide 11 - Quiz

15) Tijdens een hittegolf wil je het in huis het liefst lekker koel hebben. Een goed geïsoleerd huis blijft dan koeler dan een slecht geïsoleerd huis.
Leg uit waardoor een goed geïsoleerd huis koeler blijft.

Slide 12 - Open question

7) In een cv-ketel wordt water verhit door een gasvlam.
Geef aan welke stoffen er ontstaan als de brander met een blauwe vlam brandt?


A
Koolstofdioxide en waterdamp
B
Roet en koolstofmono-oxide
C
Koolstofdioxide en roet
D
Roet en waterdamp

Slide 13 - Quiz

17) Leg uit waardoor bij verwarming met radiatoren de lucht bij het plafon warmer is dan op de vloer?

Slide 14 - Open question

8) Als methaan niet volledig verbrandt, ontstaat een gevaarlijke situatie.
Wanneer verbrandt methaan NIET volledig?

A
als er te veel methaan is
B
als er te veel zuurstof is
C
als er te weinig methaan is
D
als er te weinig zuurstof is

Slide 15 - Quiz

9) Uit een pijp komt witte rook. Waardoor ontstaat die witte rook?
A Bij de onvolledige verbranding => koolstofmono-oxide, dat witte
wolkjes vormt.
B Bij verbranding => waterdamp die condenseert in de koudere lucht.
C Bij verbranding => veel koolstof. Dat zie je uit de pijp komen.
D Bij de volledige verbranding => koolstofdioxide, dat witte wolkjes
vormt.

A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 16 - Quiz

19) Geef aan wat biobrandstoffen zijn en benoem één voordeel van biobrandstoffen ten opzichte van fossiele brandstoffen.

Slide 17 - Open question

11) Geef aan welke energie een benzinemotor omzet tot beweging?
A
Elektrische energie => motor => beweging
B
Benzine => motor => beweging
C
Bewegingsenergie => motor => beweging
D
Chemische energie => motor => beweging

Slide 18 - Quiz

12) Metalen zijn goede / matige / slechte warmtegeleiders.

A
goede
B
matig
C
slechte

Slide 19 - Quiz

21) In huis zijn er diverse elektrische warmtebronnen.
a Noem een elektrische warmtebron.
b Geef in het energie-stroomdiagram aan welke energie-omzetting plaats
vindt. Geef daarbij ook de warmtebron weer die je bij vraag 21a hebt
ingevuld.

Slide 20 - Open question

13) Maarten verwarmt een reageerbuis met een brander. Hieronder staat een zin over wat hij met de luchtregelschijf moet doen, om de reageerbuis op de juiste manier te verwarmen.
Omcirkel de juiste antwoorden.
Maarten draait de luchtregelschijf verder open / dicht, zodat er
meer / minder zuurstof bij de vlam kan komen.

A
Open Meer
B
Open Minder
C
Dicht Meer
D
Dicht Minder

Slide 21 - Quiz

14a) Wanneer warmte zich verplaatst via luchtcirculatie, is er sprake van
geleiding / straling / stroming.

A
Geleiding
B
Straling
C
Stroming

Slide 22 - Quiz

14b) Voor verplaatsing door middel van straling is wel / geen tussenstof nodig.
A
wel
B
Geen

Slide 23 - Quiz

14c) Een wit, glanzend oppervlak weerkaatst / absorbeert straling, terwijl een zwart, dof oppervlak straling weerkaatst / absorbeert.
A
weerkaats weerkaats
B
weerkaats absorbeert
C
absorbeert weerkaats
D
absorbeert absorbeert

Slide 24 - Quiz

20) Groene stroom kan worden opgewekt door de stralingsenergie, windenergie en waterkracht. Geef van alle drie soorten een voorbeeld. W

Slide 25 - Open question

Dit was de quiz

Oefen eventueel in Learnbeat.
Maak nogmaals de oefentoets, extra rekenopdrachten

Volgende les => PTA / Schoolexamen H6

Slide 26 - Slide

Aan de slag
Maak de extra rekenopdrachten over verbrandingswarmte en over energie-omzettingen

(antwoorden staan in teams)


Slide 27 - Slide

Opg. 1a
Joep kan zijn woonkamer verwarmen met een houtkachel en met een gaskachel.
Op een avond verbrandt hij 8 blokken hout met een totale massa van 9,6 kg.


a Bereken hoeveel warmte het hout levert.

Omdat zijn hout op is, zet Joep de avond erna de gaskachel aan. Met het verbranden van het gas komt 76,8 MJ aan warmte vrij.

b Bereken hoeveel kubieke centimeter aardgas die avond verbrand is.

Gegevens:
  • verbrandingswarmte = 16 000 J/g
  • Massa hout = 9,6 kg = 9 600 g
Gevraagd:
  •  Energie = warmte = ? J
Formule/uitwerking




Antwoord:
  • De energie die vrijkomt is 154 MJ
J
16 000
?
g
1

Slide 28 - Slide

Opg. 1a
Joep kan zijn woonkamer verwarmen met een houtkachel en met een gaskachel.
Op een avond verbrandt hij 8 blokken hout met een totale massa van 9,6 kg.


a Bereken hoeveel warmte het hout levert.

Omdat zijn hout op is, zet Joep de avond erna de gaskachel aan. Met het verbranden van het gas komt 76,8 MJ aan warmte vrij.

b Bereken hoeveel kubieke centimeter aardgas die avond verbrand is.

Gegevens:
  • verbrandingswarmte = 16 000 J/g
  • Massa hout = 9,6 kg = 9 600 g
Gevraagd:
  •  Energie = warmte = ? J
Formule/uitwerking




Antwoord:
J
16 000
g
1
9 600

Slide 29 - Slide

Opg. 1a
Joep kan zijn woonkamer verwarmen met een houtkachel en met een gaskachel.
Op een avond verbrandt hij 8 blokken hout met een totale massa van 9,6 kg.


a Bereken hoeveel warmte het hout levert.

Omdat zijn hout op is, zet Joep de avond erna de gaskachel aan. Met het verbranden van het gas komt 76,8 MJ aan warmte vrij.

b Bereken hoeveel kubieke centimeter aardgas die avond verbrand is.

Gegevens:
  • verbrandingswarmte = 16 000 J/g
  • Massa hout = 9,6 kg = 9 600 g
Gevraagd:
  •  Energie = warmte = ? J
Formule/uitwerking




Antwoord:
  • De energie die vrijkomt is 154 MJ
J
16 000
153 600 000
g
1
9 600

Slide 30 - Slide

Opg. 1b
Joep kan zijn woonkamer verwarmen met een houtkachel en met een gaskachel.
Op een avond verbrandt hij 8 blokken hout met een totale massa van 9,6 kg.


a Bereken hoeveel warmte het hout levert.

Omdat zijn hout op is, zet Joep de avond erna de gaskachel aan. Met het verbranden van het gas komt 76,8 MJ aan warmte vrij.

b Bereken hoeveel kubieke centimeter aardgas die avond verbrand is.

Gegevens:
  • verbrandingswarmte = 32 J/cm3
  • Energie = 76,8 MJ = 76 800 000 J
Gevraagd:
  •  Volume aardgas = ? cm3
Formule/uitwerking




Antwoord:
J
32
cm3
1
?

Slide 31 - Slide

Opg. 1b
Joep kan zijn woonkamer verwarmen met een houtkachel en met een gaskachel.
Op een avond verbrandt hij 8 blokken hout met een totale massa van 9,6 kg.


a Bereken hoeveel warmte het hout levert.

Omdat zijn hout op is, zet Joep de avond erna de gaskachel aan. Met het verbranden van het gas komt 76,8 MJ aan warmte vrij.

b Bereken hoeveel kubieke centimeter aardgas die avond verbrand is.

Gegevens:
  • verbrandingswarmte = 32 J/cm3
  • Energie = 76,8 MJ = 76 800 000 J
Gevraagd:
  •  Volume aardgas = ? cm3
Formule/uitwerking




Antwoord:
J
32
76800000
cm3
1
?

Slide 32 - Slide

Opg. 1b
Joep kan zijn woonkamer verwarmen met een houtkachel en met een gaskachel.
Op een avond verbrandt hij 8 blokken hout met een totale massa van 9,6 kg.


a Bereken hoeveel warmte het hout levert.

Omdat zijn hout op is, zet Joep de avond erna de gaskachel aan. Met het verbranden van het gas komt 76,8 MJ aan warmte vrij.

b Bereken hoeveel kubieke centimeter aardgas die avond verbrand is.

Gegevens:
  • verbrandingswarmte = 32 J/cm3
  • Energie = 76,8 MJ = 76 800 000 J
Gevraagd:
  •  Volume aardgas = ? cm3
Formule/uitwerking




Antwoord:
J
32
1
76 800 000
cm3
1

Slide 33 - Slide

Opg. 1b
Joep kan zijn woonkamer verwarmen met een houtkachel en met een gaskachel.
Op een avond verbrandt hij 8 blokken hout met een totale massa van 9,6 kg.


a Bereken hoeveel warmte het hout levert.

Omdat zijn hout op is, zet Joep de avond erna de gaskachel aan. Met het verbranden van het gas komt 76,8 MJ aan warmte vrij.

b Bereken hoeveel kubieke centimeter aardgas die avond verbrand is.

Gegevens:
  • verbrandingswarmte = 32 J/cm3
  • Energie = 76,8 MJ = 76 800 000 J
Gevraagd:
  •  Volume aardgas = ? cm3
Formule/uitwerking




Antwoord:
J
32
1
76 800 000
cm3
1
0,03125

Slide 34 - Slide

Opg. 1b
Joep kan zijn woonkamer verwarmen met een houtkachel en met een gaskachel.
Op een avond verbrandt hij 8 blokken hout met een totale massa van 9,6 kg.


a Bereken hoeveel warmte het hout levert.

Omdat zijn hout op is, zet Joep de avond erna de gaskachel aan. Met het verbranden van het gas komt 76,8 MJ aan warmte vrij.

b Bereken hoeveel kubieke centimeter aardgas die avond verbrand is.

Gegevens:
  • verbrandingswarmte = 32 J/cm3
  • Energie = 76,8 MJ = 76 800 000 J
Gevraagd:
  •  Volume aardgas = ? cm3
Formule/uitwerking




Antwoord:
  • Het volume is 2,4 m3 (2 400 000 cm3)
J
32
1
76 800 000
cm3
1
0,03125
2 400 000

Slide 35 - Slide

Antwoorden 32 t/m 34
  • 31:  Energie gaat nooit verloren
  

  • 32:  A De kogel aan de rechter kant gaat ook bewegen
  •        B De energie van de linker kogel wordt doorgegeven aan de                    andere kogels, waardoor de laatste kogel ook gaat bewegen.                De energie wordt omgezet naar de laatste kogel

  • 33:  Stralingsenergie (licht), Geluid, Warmte
  • 34:  Warmte




Slide 36 - Slide

Opg. 18 p. 159



1 m3 aardgas levert 33 miljoen Joule (J). Een cv-ketel gebruikt maandag 8,4 m3 gas, en dinsdag 5,2 m3 gas.


Reken uit hoeveel megajoule (MJ) warmte de ketel op maandag meer levert dan op dinsdag.
Gegevens:
  • verbrandingswarmte = 33 MJ/m3
  •   = 33 000 000 J
  • Verschil = 8,4 - 5,2 = 3,2 m3
Gevraagd:
  • Verschil tussen Energie in MJ op maandag en dinsdag
Formule/uitwerking




Antwoord:

MJ
m3

Slide 37 - Slide

Opg. 18 p. 159



1 m3 aardgas levert 33 miljoen Joule (J). Een cv-ketel gebruikt maandag 8,4 m3 gas, en dinsdag 5,2 m3 gas.


Reken uit hoeveel megajoule (MJ) warmte de ketel op maandag meer levert dan op dinsdag.
Gegevens:
  • verbrandingswarmte = 33 MJ/m3
  •   = 33 000 000 J
  • Verschil = 8,4 - 5,2 = 3,2 m3
Gevraagd:
  • Verschil tussen Energie in MJ op maandag en dinsdag
Formule/uitwerking




Antwoord:

MJ
33
?
m3
1
3,2

Slide 38 - Slide

Opg. 18 p. 159



1 m3 aardgas levert 33 miljoen Joule (J). Een cv-ketel gebruikt maandag 8,4 m3 gas, en dinsdag 5,2 m3 gas.


Reken uit hoeveel megajoule (MJ) warmte de ketel op maandag meer levert dan op dinsdag.
Gegevens:
  • verbrandingswarmte = 33 MJ/m3
  •   = 33 000 000 J
  • Verschil = 8,4 - 5,2 = 3,2 m3
Gevraagd:
  • Verschil tussen Energie in MJ op maandag en dinsdag
Formule/uitwerking




Antwoord:

MJ
33
?
m3
1
3,2

Slide 39 - Slide

Opg. 18 p. 159



1 m3 aardgas levert 33 miljoen Joule (J). Een cv-ketel gebruikt maandag 8,4 m3 gas, en dinsdag 5,2 m3 gas.


Reken uit hoeveel megajoule (MJ) warmte de ketel op maandag meer levert dan op dinsdag.
Gegevens:
  • verbrandingswarmte = 33 MJ/m3
  •   = 33 000 000 J
  • Verschil = 8,4 - 5,2 = 3,2 m3
Gevraagd:
  • Verschil tussen Energie in MJ op maandag en dinsdag
Formule/uitwerking




Antwoord:
  • Het verschil is 105,6 MJ aan energie
MJ
33
105,6
m3
1
3,2

Slide 40 - Slide

Opg. 20 p. 160



Een cv-ketel heeft een rendement van 94 %. Hij neemt 38 kJ energie uit aardgas op.

Bereken hoeveel nuttige energie deze ketel levert. Gebruik een verhoudingstabel..
Gegevens:
  • η = 94% 
  • Etot = 38 kJ.
Gevraagd:
  • Enut = ? kJ
Formule/uitwerking




Antwoord:
kJ
%

Slide 41 - Slide

Opg. 20 p. 160



Een cv-ketel heeft een rendement van 94 %. Hij neemt 38 kJ energie uit aardgas op.

Bereken hoeveel nuttige energie deze ketel levert. Gebruik een verhoudingstabel..
Gegevens:
  • η = 94% 
  • Etot = 38 kJ.
Gevraagd:
  • Enut = ? kJ
Formule/uitwerking




Antwoord:
kJ
38
%
100
94

Slide 42 - Slide

Opg. 20 p. 160



Een cv-ketel heeft een rendement van 94 %. Hij neemt 38 kJ energie uit aardgas op.

Bereken hoeveel nuttige energie deze ketel levert. Gebruik een verhoudingstabel..
Gegevens:
  • η = 94% 
  • Etot = 38 kJ.
Gevraagd:
  • Enut = ? kJ
Formule/uitwerking




Antwoord:
  • De ketel levert 36 kJ aan nuttige energie
kJ
38
%
100
1
94

Slide 43 - Slide

Opg. 20 p. 160



Een cv-ketel heeft een rendement van 94 %. Hij neemt 38 kJ energie uit aardgas op.

Bereken hoeveel nuttige energie deze ketel levert. Gebruik een verhoudingstabel..
Gegevens:
  • η = 94% 
  • Etot = 38 kJ.
Gevraagd:
  • Enut = ? kJ
Formule/uitwerking




Antwoord:
  • De ketel levert 36 kJ aan nuttige energie
kJ
38
0,38
35,72
%
100
1
94

Slide 44 - Slide

Helder voor iedereen?
Stappenplan:

  1. Zoek de verbrandingswarmte op in de binas (tabel 19)
  2. Maak een verhoudingstabel en zet daar de verbrandingswarmte in
  3. Zet aan het einde van de verhoudingstabel in wat je wilt weten
  4. Ga daarna kijken wat je tussenstappen zijn (delen/vermenigvuldigen)

Slide 45 - Slide

Dit was de quiz
Ga aan de slag met je huiswerk van H6.5 (p. 158)

Begin met de rekenopdrachten:
Rekenopgaven rendement: 14, 15, 16, 19
Rekenopgaven verbrandingswarmte: 18, 20

Bij problemen kunnen we die deze les behandelen

Slide 46 - Slide

Kijk goed naar de rekenopgaven
Gebruik de formule van rendement
of gebruik de verhoudingstabel !!!
let dan goed op wat je waar neerzet in de verhoudingstabel!

Slide 47 - Slide

Opg. 14 p. 158
Een cv-ketel verbruikt 38 kJ en levert daarmee 37,5 kJ nuttige energie.


Wat is het rendement van de cv-ketel? 

Gegevens:
  • Etot = 38 kJ
  • Enut = 37,5 kJ
Gevraagd:
  • rendement = ? %
Formule:
  • η = (Enut : Etot) x 100%
Uitwerking:
  • η = (37,5 : 38) × 100% = 98,7 %
Antwoord:
  • η = 98,7 %

Slide 48 - Slide

Opg. 15 p. 159

Reken het rendement uit van een cv-ketel die 41 kJ energie levert en 3 kJ verliest.

Gegevens:
  • Etot = 41 kJ
  • Enut = 41 - 3 = 38 kJ
Gevraagd:
  • rendement = ? %
Formule:
  • η = (Enut : Etot) x 100%
Uitwerking:
  • η = (38 : 41) × 100% = 92,7 %
Antwoord:
  • η = 92,7 %

Slide 49 - Slide

Opg. 16 p. 159

Bereken hoeveel keer beter het rendement van een elektrische motor is vergeleken met een benzinemotor van een bromfiets. Haal je gegevens uit BINAS.

Gegevens:
  • Benzinemotor brommer η = 25%
  • Elektromotor η = 90%
Gevraagd:
  • rendement = ? %
Formule/uitwerking:
  • beter rendement = 90:25 = 3,6
Antwoord:
  • Het rendement is 3,6x beter bij een elektromotor dan bij een benzinemoter.

Slide 50 - Slide

Opg. 18 p. 159



1 m3 aardgas levert 33 miljoen Joule (J). Een cv-ketel gebruikt maandag 8,4 m3 gas, en dinsdag 5,2 m3 gas.


Reken uit hoeveel megajoule (MJ) warmte de ketel op maandag meer levert dan op dinsdag.
Gegevens:
  • verbrandingswarmte = 33 MJ/m3
  •   = 33 000 000 J
  • Verschil = 8,4 - 5,2 = 3,2 m3
Gevraagd:
  • Verschil tussen Energie in MJ op maandag en dinsdag
Formule/uitwerking




Antwoord:

MJ
33
?
m3
1
3,2

Slide 51 - Slide

Opg. 18 p. 159



1 m3 aardgas levert 33 miljoen Joule (J). Een cv-ketel gebruikt maandag 8,4 m3 gas, en dinsdag 5,2 m3 gas.


Reken uit hoeveel megajoule (MJ) warmte de ketel op maandag meer levert dan op dinsdag.
Gegevens:
  • verbrandingswarmte = 33 MJ/m3
  •   = 33 000 000 J
  • Verschil = 8,4 - 5,2 = 3,2 m3
Gevraagd:
  • Verschil tussen Energie in MJ op maandag en dinsdag
Formule/uitwerking




Antwoord:

MJ
33
?
m3
1
3,2

Slide 52 - Slide

Opg. 18 p. 159



1 m3 aardgas levert 33 miljoen Joule (J). Een cv-ketel gebruikt maandag 8,4 m3 gas, en dinsdag 5,2 m3 gas.


Reken uit hoeveel megajoule (MJ) warmte de ketel op maandag meer levert dan op dinsdag.
Gegevens:
  • verbrandingswarmte = 33 MJ/m3
  •   = 33 000 000 J
  • Verschil = 8,4 - 5,2 = 3,2 m3
Gevraagd:
  • Verschil tussen Energie in MJ op maandag en dinsdag
Formule/uitwerking




Antwoord:
  • Het verschil is 105,6 MJ aan energie
MJ
33
105,6
m3
1
3,2

Slide 53 - Slide

Opg. 19 p. 159
Een spiritusbrander 
heeft een rendement 
van 65 %.


Bereken hoeveel MJ nuttige warmte deze brander produceert uit 1 m3 spiritus. 
Gebruik BINAS tabel 19. 

Gegevens:
  • Etot = Verbrandingswarmte 
  •        = 18 000 J/cm3 = 18 000 MJ/m3)
  • η = 65 %
Gevraagd:
  • Enut = ? %
Formule:
  • 65% van Etot
Uitwerking/antwoord:
  • 65% van  18 000 MJ/m3
  • 1% = 180 MJ/m3
  • 65% = 180 x 65 = 11 700 MJ/m3
  • 1 m3 spiritus geeft dus 11 700 MJ aan nuttige warmte/energie

Slide 54 - Slide

Opg. 20 p. 160



Een cv-ketel heeft een rendement van 94 %. Hij neemt 38 kJ energie uit aardgas op.

Bereken hoeveel nuttige energie deze ketel levert. Gebruik een verhoudingstabel..
Gegevens:
  • η = 94% 
  • Etot = 38 kJ.
Gevraagd:
  • Enut = ? kJ
Formule/uitwerking




Antwoord:
kJ
%

Slide 55 - Slide

Opg. 20 p. 160



Een cv-ketel heeft een rendement van 94 %. Hij neemt 38 kJ energie uit aardgas op.

Bereken hoeveel nuttige energie deze ketel levert. Gebruik een verhoudingstabel..
Gegevens:
  • η = 94% 
  • Etot = 38 kJ.
Gevraagd:
  • Enut = ? kJ
Formule/uitwerking




Antwoord:
kJ
38
%
100
94

Slide 56 - Slide

Opg. 20 p. 160



Een cv-ketel heeft een rendement van 94 %. Hij neemt 38 kJ energie uit aardgas op.

Bereken hoeveel nuttige energie deze ketel levert. Gebruik een verhoudingstabel..
Gegevens:
  • η = 94% 
  • Etot = 38 kJ.
Gevraagd:
  • Enut = ? kJ
Formule/uitwerking




Antwoord:
  • De ketel levert 36 kJ aan nuttige energie
kJ
38
%
100
1
94

Slide 57 - Slide

Opg. 20 p. 160



Een cv-ketel heeft een rendement van 94 %. Hij neemt 38 kJ energie uit aardgas op.

Bereken hoeveel nuttige energie deze ketel levert. Gebruik een verhoudingstabel..
Gegevens:
  • η = 94% 
  • Etot = 38 kJ.
Gevraagd:
  • Enut = ? kJ
Formule/uitwerking




Antwoord:
  • De ketel levert 36 kJ aan nuttige energie
kJ
38
0,38
35,72
%
100
1
94

Slide 58 - Slide

Aan de slag
Lees uit het leerboek H6.5 pagina 149-153 
(begrijpen + beheersen)
Maak uit werkboek H6.5 opg. 2 t/m 13 (begrijpen: p. 156)
+ opg 14 t/m 22 (beheersen: p. 158)

Rekenopgaven rendement: 14, 15, 16, 19
Rekenopgaven verbrandingswarmte: 18, 20

Slide 59 - Slide