This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Bewegingen onderzoeken!
Slide 1 - Slide
Wat kun je na deze les?
Je weet hoe je bewegingen kunt vastleggen
Je kunt een stroboscopische foto aflezen en gebruiken
Je kunt een st-diagram maken vanuit een tabel
Je kunt de formule van de gemiddelde snelheid toepassen
Slide 2 - Slide
Beweging vast leggen
2 manieren om beweging vast leggen: 1) Stroboscopische foto's
verduisterende ruimte met stroboscooplamp
geeft korte lichtflitsen weer
bij elke flits legt die de beweging vast
2) Video-opnames
Beweging filmen
na afloop één voor één bekijken en bestuderen
Slide 3 - Slide
Stroboscopische fotos
Een stroboscopische foto word gemaakt in een verduisterde ruimte, met als enige verlichting een stroboscooplamp. De stroboscopische foto is een foto die momentopnamen van de beweging vastlegt.
Frequentie lamp 5 Hz
=> dwz elke seconde knippert de lamp 5x
=> tijd tussen opnamen is dan t = 1/5 = 0,2 s
Slide 4 - Slide
Voorbeeld van een Stroboscopische foto
Slide 5 - Slide
Video opnamen
met een videocamera kun je een beweging filmen.
Na afloop kun je de beeldjes van de beweging één voor één bekijken en bestuderen.
Slide 6 - Slide
Een stroboscopisch fototoestel maakt 40 foto's per seconde. Hoelang is de tijd tussen 2 foto's?
Slide 7 - Open question
Stel een stroboscopische lamp flitst 20 keer in 3 seconden. Hoeveel seconde zit er dan tussen iedere flits in?
A
6,66 seconde
B
0,30 seconde
C
0,15 seconde
D
0,20 seconde
Slide 8 - Quiz
Je ziet een stroboscopische foto van een rollende bal. De stroboscoop gaf om de 0,1 s een flits. Hoeveel tijd is er verstreken?
A
7 s
B
8 s
C
0,7 s
D
0,8 s
Slide 9 - Quiz
S,t-diagram maken!
Je kunt gegevens uit een stroboscopische foto verwerken tot een st diagram daarbij ga je als volgt te werk; (s = afstand, t = tijd)
Lees uit de foto af hoe groot de afgelegde afstand is op verschillende tijdstippen
Noteer de gegevens over de tijd en de afgelegde afstand in een tabel
Teken de st diagram met behulp van de gegevens in de tabel
Slide 10 - Slide
S,t diagram
Slide 11 - Slide
De gemiddelde snelheid
De gemiddelde snelheid kan je berekenen met de formule:
Vgem = s/t (m/s)
1 m/s = 3,6 km/h
Slide 12 - Slide
Voorbeeld
Ronald Mulder schaatst op 26 februari 2017 een Nederlands record op de 500 meter. Ronald zijn tussentijd na 100 meter was 9,52 sec, de eindtijd is 34,08 sec. Bereken de gemiddelde snelheid in km/h over 100 meter en 500 meter.
Formule: Vgem = s / t
Gegevens: s = 100 m & t = 9,52 s
Berekening: Vgem =100 / 9,52 = 10, 50 m/s => 10,50 x 3,6 = 37,8 km/h
Gegevens: s = 500 m & t = 34,08 s
Berekening: Vgem = 500 / 34,08 = 14,67 m/s => 14,67 x 3,6 = 52,8 km/h
Slide 13 - Slide
Een atlete loopt de 100 meter in 10,8 seconden. Bereken de gemiddelde snelheid.
A
v = 0,108 m/s
B
v = 33,3 m/s
C
v = 2,57 m/s
D
v = 9,26 m/s
Slide 14 - Quiz
Jeanette legt op de fiets een afstand van 10 km meter af in een half uur. Bereken de gemiddelde snelheid van Jeanette.
Haar gemiddelde snelheid is:
A
20 m/s
B
5,0 m/s
C
10 km/h
D
5,6 km/h
Slide 15 - Quiz
Wat heb je nu geleerd?
Je weet hoe je bewegingen kunt vastleggen
Je kunt een stroboscopische foto aflezen en gebruiken
Je kunt een st-diagram maken vanuit een tabel
Je kunt de formule van de gemiddelde snelheid toepassen