Twents Carmel College

Examentraining 4K

Planning tot examen
Examentraining NOVA (Deel A/B)
  • 6 + 7 maart (+ 20 maart)
Examen oefenen op papier
  • 13 + 14 maart + 20 + 21 + 27 maart)
Examen oefenen digitaal
  • april 

1 / 69
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 69 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Planning tot examen
Examentraining NOVA (Deel A/B)
  • 6 + 7 maart (+ 20 maart)
Examen oefenen op papier
  • 13 + 14 maart + 20 + 21 + 27 maart)
Examen oefenen digitaal
  • april 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Examentraining deel A en B
Samenwerking in groepjes vaste groepjes 

Groep 1; Bruce - Kris - Mats - Jorrit
Groep 2; Duuk - Ties - Stef 
Groep 3; Jesse P - Jort - Rens
Groep 4; Justin - Jesse T - Luuk

Vragen: eerst overleggen groepje, daarna docent vragen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag

Lees en maak de opdrachten van de Examentraining A (p.214)

Lees en maak de opdrachten van de Examentraining B (p.208)



Vragen: eerst overleggen groepje, daarna docent vragen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Examentraining 4GT
Examentraining Deel A+B NOVA
Oefenen met Examen 2019- tijdsvlak 1
Tussendoor Instructie:
  • Stroom - Spanning - Vermogen - Weerstand - Capaciteit 
  • Schakelingen; NTC - LDR - Diode (LED) - Relais - Reed - Condensator - Transistor
  • Elektrische Energie - Transformator - Rendement 
  • Stoffen - Materialen - Dichtheid
  • Geluid - Snelheid - Bewegingen
  • Krachten - Hefboomwet - Druk

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Serie- en parallelschakeling:
Serieschakeling:
  • 1 stroomkring
  • 1 lampje uit > alles uit
  • Stroomsterkte is overal gelijk
  • Spanning wordt verdeeld
Parallelschakeling:
  • meerdere stroomkringen
  • 1 lampje uit > rest blijft aan
  • De totale stroomsterkte is de de stroom van alle sub-kringen bij elkaar opgeteld
  • De spanning is gelijk bij elke sub-kring

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Formule's 
P = Vermogen (W)
U = Spanning (V)
I  = Stroomsterkte (A)
R = Weerstand (Ohm)
E = Energie (J of kWh)
t = Tijd (s of h)
C = Capaciteit (Ah)

P = U x I
U = I x R
E = P x t
C = I x t

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Vervanginsweerstand = Totale weerstand

In serie:

  • Rv = R1 + R2 + R2 + ....

In Parallelschakeling:

  • 1/Rv = 1/R1 + 1/R2 + ...
  • Rv = (R1 x R2)/(R1 + R2)

Stel F1 = 20 Ω  en F2 = 5 Ω => wat is Rv bij serie/parallel
  • In serie: Rv = 20 + 5 = 25 Ω
  • In parallel: Rv = (20 x 5)/(20+5) = 100/25 = 4 Ω


20 Ω
20 Ω
5 Ω
5 Ω

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Examen 2019-1

Werk in groepjes van 2 personen

Vragen: eerst overleggen groepje, daarna docent vragen.
Overleggen doe je zachtjes, een ander heeft daar geen last van

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Examentraining 4GT
Examentraining Deel A+B NOVA
Oefenen met Examen 2019- tijdsvlak 1
Tussendoor Instructie:
  • Stroom - Spanning - Vermogen - Weerstand - Capaciteit 
  • Schakelingen; NTC - LDR - Diode (LED) - Relais - Reed - Condensator - Transistor
  • Elektrische Energie - Transformator - Rendement 
  • Stoffen - Materialen - Dichtheid
  • Geluid - Snelheid - Bewegingen
  • Krachten - Hefboomwet - Druk

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

NTC
Negative Temp. Coëfficient





  • Reageert op temperatuur
  • Temperatuur omhoog =>
                         weerstand omlaag
LDR
Light dependent resistant





  • Reageert op licht
  • Meer Licht =>                                            weerstand omlaag

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Diode en LED
Diode: 
  • Schakelonderdeel dat één kant stroom doorlaat!

Led: 
  • is een diode die licht uitzendt
  • light emitting diode
  • Wordt vaak gebruikt als controlelampjes

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Relais contacten (elektromagneet)
Symbool relais
5 aansluitpunten
1 + 2 = aansluiten spoel
3 = maakcontact
4 = breekcontact
5 = actuator / stroomkring

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Reedcontact (mageneet)
  • Wordt gebruikt als schakelaar / sensor
  • schakelaar die werkt op een magneet
  • Magneet bij reedcontact => stroomkring gesloten


  • Toepassingen:
    - positie/niveau sensor
    - fietscomputer/ km-teller

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Een schakeling met condensator
Tijdelijke opslag van stroom:
stroomkring gesloten => condensator laad op 

stroomkring open => condensator levert (tijdelijk) stroom

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Transistor
Transistor heeft 3 aansluitpunten:
* Basis
* Collector
* Emitter

UIT: Geen stroom op Basis => geen stroom van Collector naar Emitter

AAN: Stroom op Basis => stroom gaat lopen van Collector naar Emitter

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Examen 2019-1

Werk in groepjes van 2 personen

Vragen: eerst overleggen groepje, daarna docent vragen.
Overleggen doe je zachtjes, een ander heeft daar geen last van

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Examentraining 4GT
Examentraining Deel A+B NOVA
Oefenen met Examen 2019- tijdsvlak 1
Tussendoor Instructie:
  • Stroom - Spanning - Vermogen - Weerstand - Capaciteit 
  • Schakelingen; NTC - LDR - Diode (LED) - Relais - Reed - Condensator - Transistor
  • Elektrische Energie - Rendement - Transformator  
  • Stoffen - Materialen - Dichtheid
  • Geluid - Snelheid - Bewegingen
  • Krachten - Hefboomwet - Druk

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

broeikaseffect

fossiele brandstof =>
  • koolstofdioxide + waterdamp.

Gevolgen?
Zure regen en Smog

Wat veroorzaakt zure regen en smog?

  • Stikstofoxiden (NOx) en zwaveloxiden (NH3)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wet behoud van ENERGIE

De elektromotor van de e-bike van Julia heeft een vermogen van 240 W. Op een vlakke weg werkt de elektromotor op het maximale vermogen.
Bereken hoeveel energie in kJ de elektromotor omzet als Julia 25 minuten (1500 s) op een vlakke weg fietst.
Gegevens:
  • t = 1500 s  ;  P = 240 W
Gevraagd:
  • E = ? kJ
Formule:
  • E = P x t
Uitwerking/Antwoord:
  • E = 240 x 1500 = 360 000 J = 360 kJ

Energiebedrijven gebruiken eigen eenheid, let dus op welke eenheid!!!
Energie  in [kWh] of in [J] 
Vermogen in [kW] of in [W] = [J/s]

Slide 22 - Slide

This item has no instructions


De elektromotor van een e-bike werkt op een accu. 
Die laadt op als hij is aangesloten op het lichtnet. 
Een deel van de elektrische energie wordt omgezet in warmte.
Als de e-bike op half vermogen rijdt is het rendement van de elektromotor 85%.

Maak het energie-stroomdiagram van de elektromotor compleet. 
Geef de pijlen naar verhouding de juiste hoogte. 
Noteer de soorten energie.


Welke vragen moet jij je eerst stellen!
1. Wat voor energie wordt er omgezet?
  • Elektrische energie
2.Welke twee energie vormen worden er gevormd en hoeveel procent?
  • Bewegings-energie (85%) en         warmte (15%)

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Windturbine

Bewegingsenergie => Elektische energie


Waterkrachtcentrale

zwaarte energie => ..... => .....

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Zonnepanelen

  • stralingsenergie 
=> 
  • elektrische energie + warmte
Rendement

Slide 25 - Slide

This item has no instructions








De waterkrachtcentrale van Bingfoss heeft een hoeveelheid zwaarte-energie van        119 GJ.

De waterkrachtcentrale geeft 110 GJ  energie af.
Laat met een berekening zien wat het rendement is.

Gegevens:
  • Etot = 119 GJ ; Enut = 110 GJ
Gevraagd:
  • Rendement = ? %
Formule:
  • Rendement = (Enut : Etot) x 100%
Uitwerking/Antwoord:
  • Rendement = (110 : 119) x 100%
  • Rendement = 92,4 %

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Zwaarte Energie










waarin:
           =  kinetische energie in      J
           =  massa in                               kg
           =  snelheid in                           m/s


Zwaarte Energie
Ekin=21mv2
Ekin
m
v
Kinetische energie / bewegingsenergie

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wet behoudt van energie


Energie gaat nooit verloren

E=  Ek
    m x g x h = 0,5 x m x v2
g x h = 0,5 x v2

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Chuck doet mee aan de olympische winterspelen. Hij maak een mooie sprong op zijn snowboard. De massa van Chuck inclusief kleding en snowboard is 80 kg.
Chuck laat zich vanuit stilstand naar beneden glijden en heeft onderaan de pijp een snelheid van 12 m/s
Bereken de bewegings-energie (Ekin)
van Chuck onderin de halfpipe.

Gegevens:
  • m = 80 kg ; v = 12 m/s
Gevraagd;
  • Ekin = ? J
Formule:
  • Ekin = 1/2 x m x v
Uitwerking:
  • Ekin = 0,5 x 80 x 122 = 5760 J 
Antwoord:
De bewegings-energie van Chuck onderin de halfpipe is 5760 J

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Formule:

Een transformator:
  • Zet een hoge spanning op naar een lage spanning of omgekeerd


Transformator:

De spanning of het aantal windingen uitrekenen.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Ideale transformator

Bij een ideale transformator is er geen vermogensverlies 
==> 100% rendement ==> 
Vermogen primaire kant = Vermogen secundaire kant. 


Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Examen 2019-1

Werk in groepjes van 2 personen

Vragen: eerst overleggen groepje, daarna docent vragen.
Overleggen doe je zachtjes, een ander heeft daar geen last van

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Examentraining 4GT
Examentraining Deel A+B NOVA
Oefenen met Examen 2019- tijdsvlak 1
Tussendoor Instructie:
  • Stroom - Spanning - Vermogen - Weerstand - Capaciteit 
  • Schakelingen; NTC - LDR - Diode (LED) - Relais - Reed - Condensator - Transistor
  • Elektrische Energie - Transformator - Rendement 
  • Stoffen - Materialen - Dichtheid
  • Geluid - Snelheid - Bewegingen
  • Krachten - Hefboomwet - Druk

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Productieproces
Grondstoffen uit de natuur halen
Grondstoffen chemisch bewerken
Halffabricaten maken

Eindproduct maken

Recyclen

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Afval scheiden
Afval kun je scheiden in :
 glas * papier *  plastic
gft *  kca * kleiding

Verschil Recylen en Hergebruik

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Rekenen met percentage's

Opgave: In totaal wordt er per persoon jaarlijks 140 kilo gft afval weggegooid. 
               Daarvan wordt 60% via de gft-container gescheiden. 
               Hoeveel kilogram gft-afval wordt er via de gft-container ingeleverd?

  • Gevraagd: massa gft-afval ingeleverd
  • 100% = 140 kg  => 1% = 1,40 kg => 60% = 60 x 1,40 = 84 kg
  • Er wordt dus 84 kg gft-afval via de container ingeleverd. 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

 Dichtheid:  Hoe kan je dichtheid uitrekenen
Volume bepalen:
  • Onderdompelmethode / Wiskundig
Massa bepalen:
  • Weegschaal / Balans

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld
Bereken de dichtheid van het blokje, en kijk in de binas van welk materiaal dit is gemaakt?
  • m = 324 g ; 
  • V = 4 x 3 x 10 = 120 ml = 120 cm3 
  • Dichtheid (ρ) = ? g/cm3
  • Formule:        ρ = m:V 
  • uitwerking:      = 324 : 120  = 2,70 g/cm3 
  • Opzoeken in de binas 15
  • Het blokje is van aluminium.

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Examen 2019-1

Werk in groepjes van 2 personen

Vragen: eerst overleggen groepje, daarna docent vragen.
Overleggen doe je zachtjes, een ander heeft daar geen last van

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Examentraining 4GT
Examentraining Deel A+B NOVA
Oefenen met Examen 2019- tijdsvlak 1
Tussendoor Instructie:
  • Stroom - Spanning - Vermogen - Weerstand - Capaciteit 
  • Schakelingen; NTC - LDR - Diode (LED) - Relais - Reed - Condensator - Transistor
  • Elektrische Energie - Transformator - Rendement 
  • Stoffen - Materialen - Dichtheid
  • Geluid - Snelheid - Bewegingen
  • Krachten - Hefboomwet - Druk

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Geluid is een trilling!
Bron => veroorzaakt trilling 
  • Luidspreker, stem, muziekintrument
Tussenstof => waar geluid doorheen gaat
  • Lucht, vaste stoffen, vloeistoffen
Ontvanger => vangt de trilling op en "vertaalt" de trilling
  • Gehoor, microfoon, radio-ontvanger

De trilling verplaatst zich als een golf

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Geluidssnelheid
Geluidssnelheid: snelheid waarmee het geluid zich door een medium verplaatst.
Geluidssnelheid is 343 m/s (20 graden Celsius)
Afhankelijk van temperatuur en medium 

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

De geluidssnelheid in water is 1500 m/s.

Slide 45 - Open question

This item has no instructions

Trillingen
Wat is de trillingstijd (T)?
  • De trillingstijd is de tijd die nodig is voor 1 trilling

Wat is frequentie (f)?
  • De frequentie is hoeveel trillingen er zijn in 1 seconde

Wat is Amplitude (A)?
  • De amplitude zegt iets over de geluidsterkte (hard/zacht)

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Toonhoogte verhogen/verlagen
Er zijn drie manieren waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verhogenverlagen:
De snaar strakkerlosser spannen.
De snaar korter langer maken.
De snaar dunner / dikker maken.

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Amplitude & geluidssterkte
  • Het aantal golven in een seconde zegt iets hoe hoog of laag het geluid is (frequentie, Hz)

  • Hoe hard het geluid is kan je zien aan de hoogte van de golf
  • Een ander woord voor de hoogte van de golf  = amplitude (in volt)

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Rekenen met Decibel

Als geluidsenergie verdubbelt, neemt het geluidsniveau toe met       3 dB

  • regel geldt alleen voor geluidsbronnen die ongeveer evenveel geluid maken!

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

stroboscopische foto
Foto's van bewegende voorwerpen met een flitslamp met vaste tussentijden => beweging wordt zichtbaar

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Soorten bewegingen

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

afstand meten bij eenparig versnelling/vertaging
Snelheid neemt per seconde gelijkmatig toe. 
                                    s = vgem x t


Wanneer je een versnelling of vertraging hebt, 
gebruik je eerst onderstaande formule om vgem te berekenen.
De gemiddelde snelheid tijdens de versnelling kun je berekenen met: 
                             vgem = (vb+ ve) : 2

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

Nettokracht
=> Nettokracht werkt in de bewegingsrichting


=> Nettokracht is 0 N


=> Nettokracht werkt tegen de bewegingsrichting in

Slide 53 - Slide

Nu worden de drie soorten beweging gekoppeld aan het nieuwe begrip 'nettokracht'. Belangrijk inzicht moment.
Stopafstand

  • Stopafstand = reactieafstand + remweg.

Veilige afstand tussen voertuigen?
  • 2 seconden afstand regel!

Slide 54 - Slide

This item has no instructions

Veiligheidsmaatregelen 
  • Kooiconstructie
  • kreukelzone
  • Veiligheidsgordels
  • Airbags

Door de remweg te vergroten, worden de krachten verdeeld.
De kracht op je lichaam wordt dan kleiner.

Slide 55 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Examen 2019-1

Werk in groepjes van 2 personen

Vragen: eerst overleggen groepje, daarna docent vragen.
Overleggen doe je zachtjes, een ander heeft daar geen last van

Slide 56 - Slide

This item has no instructions

Slide 57 - Slide

This item has no instructions

Examentraining 4GT
Examentraining Deel A+B NOVA
Oefenen met Examen 2019- tijdsvlak 1
Tussendoor Instructie:
  • Stroom - Spanning - Vermogen - Weerstand - Capaciteit 
  • Schakelingen; NTC - LDR - Diode (LED) - Relais - Reed - Condensator - Transistor
  • Elektrische Energie - Transformator - Rendement 
  • Stoffen - Materialen - Dichtheid
  • Geluid - Snelheid - Bewegingen
  • Krachten - Hefboomwet - Druk

Slide 58 - Slide

This item has no instructions

Wat gebeurt er ...
Overal om ons heen heb je te maken met KRACHT.
KRACHT (F) drukken we uit in NEWTON (N);  
Een kracht kun je WEL/NIET zien!!!

Effecten van krachten!
  • kracht kan de richting veranderen
  • kracht kan de snelheid veranderen
  • kracht kan de vorm veranderen: 
  • => Vorm veranderd => Elastisch of plastisch

Slide 59 - Slide

This item has no instructions

Krachten tekenen
Kracht teken je als een 
vector (pijl)
Hiervoor heb je 3 regels:
  • aangrijppunt
  • lengte
  • richting


Krachtenschaal: bv     1 cm ≙ 5 N
  • lengte pijl van 1 cm komt overeen met 5 Newton

Slide 60 - Slide

This item has no instructions

Zwaartekracht: Fz
Fz = m x g

Fz = Zwaartekracht (N)
m = massa (kg)
g = valversnelling (N/kg of m/s2) (binas!!)

LET OP!!! massa is GEEN gewicht

Slide 61 - Slide

This item has no instructions

Nettokracht: Fres

Nettokracht = Resultante kracht (wat er effectief overblijft)
De nettokracht is de "optelsom" van alle krachten!

In gelijke richting: 
  • => Optellen
In tegengestelde richting: 
  • => Van elkaar af halen

Slide 62 - Slide

This item has no instructions

Krachten en werktuigen
  • Door de verhouding in de hefboom => lange arm kost weinig kracht en korte arm kost veel kracht 
  • Hefboomregel;  Werkarm N keer zo groot als lastarm <=>                                                 dan is de last keer zo groot als de werkkracht
                                          

Slide 63 - Slide

This item has no instructions

Werkarm  = 6 meter
Lastarm    = 1,5 meter
Wat is de werkkracht?
  • Werkkracht =  werkarm : Lastarm
  • Werkkracht = 6 : 1,5    = 4x
  • De werkkracht wordt dus 4x vergroot

Slide 64 - Slide

This item has no instructions

Slide 65 - Video

This item has no instructions

H10.4 Druk
  • De grootte van de kracht
  • Het oppervlakte waar de kracht op werkt.

Slide 66 - Slide

This item has no instructions

Slide 67 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1
Gegevens:
  • A (totaal) = 45 x 2 = 90 cm2  
  • m (totaal) = 175 + 90 = 265 kg
  • g = 10 N/kg
Gevraagd:
  • p = ? N/cm2
Formule:
  • p = F : A     ;   Fz = m x g
Uitwerking:
  • Fz = 265 x 10 = 2650 N
  • p = 2650 : 90 = 29,4 N/cm2
Antwoord: 
  • De druk op wegdek is 29,4 N/cm2

Slide 68 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Examen 2019-1

Werk in groepjes van 2 personen

Vragen: eerst overleggen groepje, daarna docent vragen.
Overleggen doe je zachtjes, een ander heeft daar geen last van

Slide 69 - Slide

This item has no instructions