This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Thema 6 Zintuigen
Neus
Tong
Huid
Oog
Oor
Slide 1 - Slide
Succes!
Slide 2 - Slide
Als een voorwerp dichterbij komt...
A
spant de kringspier
spannen de lensbandjes
B
Ontspant de kringspier
ontspannen de lensbandjes
C
ontspant de kringspier
spannen de lensbandjes
D
spant de kringspier
ontspannen de lensbandjes
Slide 3 - Quiz
De adequate prikkel voor drukzintuigen is de zwaartekracht.
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
In de afbeelding is een deel van het netvlies schematisch getekend. In de afbeelding is met S de blinde vlek aangegeven.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Het licht valt op het netvlies volgens de richting van de pijl.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
In de afbeelding zie je het oog in vier verschillende situaties.
Iemand leest in de volle zon een boek.
Welke figuur geeft voor deze omstandigheden zowel de lensvorm als de pupilgrootte juist weer?
A
figuur 1
B
figuur 2
C
figuur 3
D
figuur 4
Slide 7 - Quiz
Waar in het oog wordt het scherpste beeld waargenomen?
A
in de blinde vlek
B
in de gele vlek
C
in de lens
D
in de kegel vlek
Slide 8 - Quiz
Welk zintuig in de huid reageert op lichte aanraking?
A
warmtezintuig
B
pijnpunt
C
drukzintuig
D
tastzintuig
Slide 9 - Quiz
De zintuigcellen in het oog worden gevoeliger voor lichtprikkels wanneer er bijna geen licht is. De lichtgevoeligheid neemt de eerste tien minuten in het donker langzaam toe, na twintig minuten kun je al goed zien, na een uur zijn je ogen helemaal aangepast aan de geringe hoeveelheid licht.
Twee beweringen over de aanpassingen in het oog in de beschreven situatie zijn: 1 Na een uur in het donker is het aantal zintuigcellen sterk toegenomen. 2 Na een uur in het donker is de drempelwaarde voor de lichtprikkels verhoogd. Welke van deze beweringen is of zijn juist?
A
alleen bewering 1
B
alleen bewering 2
C
zowel bewering 1 als bewering 2
D
geen van beide beweringen
Slide 10 - Quiz
Je ziet een schematische tekening van een doorsnede van het oor. Wat is de functie van het deel dat is aangegeven met nummer 6?
A
De luchtdruk in het oor regelen.
B
Geluidstrillingen doorsturen.
C
Impulsen naar de hersenen sturen bij beweging.
Slide 11 - Quiz
In welke situatie trekken de straalsgewijs lopende spieren in je oog samen?
A
Als je een donkere ruimte in komt lopen.
B
Als je in de zon zit en een boek aan het lezen bent.
C
Als je tegen de zon in probeert te kijken.
D
Als iemand een bal naar je hoofd gooit.
Slide 12 - Quiz
Wat is de weg van het geluid naar je hersenen?
-->
-->
-->
-->
-->
-->
gehoorbeentjes trillen
vocht in het slakkenhuis trilt
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen
Slide 13 - Drag question
Dolfijnen bepalen door middel van echolocatie hun locatie en die van andere dieren of voorwerpen in het water. Vanuit hun kop kunnen dolfijnen hoge pieptonen uitzenden, die weerkaatsen tegen bijvoorbeeld een vis. De teruggekaatste golf kan de dolfijn opvangen met zijn onderkaak. Door de sterkte van het signaal kan de dolfijn bepalen hoe ver hij verwijderd is van de vis.
Met welk zintuig of welke zintuigen van de mens komt dit systeem van echolocatie (het opvangen van geluid) het meest overeen? Leg je antwoord uit.
Slide 14 - Open question
Hard
Zacht
Hoog
Laag
Slide 15 - Drag question
Je vult de afwasteil met heet water. Wanneer je je handen in het water stopt, voelt het water erg heet aan. Maar als je een paar minuten bezig bent, valt het met de warmte wel mee.
In de context staat: ‘Maar als je een paar minuten bezig bent, valt het met de warmte wel mee.’ Leg uit waardoor het water niet meer zo heet aanvoelt als je handen een tijdje in het water zitten. Ga er bij je antwoord van uit dat de temperatuur van het water gelijk blijft.
Slide 16 - Open question
Noem twee soorten prikkels die je kunt waarnemen met je tong. Geef van elk soort prikkel een voorbeeld.
Slide 17 - Open question
Narsin heeft online een nieuwe broek gekocht. Wanneer hij de broek past, ontdekt hij dat hij per ongeluk de verkeerde maat heeft besteld. De broek knelt namelijk rondom Narsins buik.
De ......... in de huid zijn de zintuigen die dit gevoel registeren.
Welk woord hoort er op de stippellijn?
Slide 18 - Open question
Oudere mensen kunnen vaak nog wel zonder bril in de verte scherp zien, maar niet meer van dichtbij. Dit heeft te maken met de elasticiteit van hun ooglenzen.
Kunnen de ooglenzen van oudere mensen niet meer bol genoeg worden of kunnen ze niet meer plat genoeg worden? Leg je antwoord uit.
Slide 19 - Open question
De politie zet bij onderzoeken zo nu en dan speurhonden in. Deze honden hebben een buitengewoon goed reukvermogen. Ze kunnen bijvoorbeeld vermiste of gevluchte mensen opsporen. Dit doen ze door aan een kledingstuk van de gezochte persoon te ruiken. De honden kunnen de geur vervolgens van grote afstand herkennen en volgen totdat de persoon is gevonden. Sommige speurhonden zijn speciaal getraind in het opzoeken van lijken. Zelfs als de lijken begraven liggen, kunnen de honden ze nog ruiken. Is de drempelwaarde voor een geurprikkel bij een speurhond hoger of lager dan die van een mens, of even hoog? Leg je antwoord uit.