Twents Carmel College

4.2 Regionale verschillen

4.2 Regionale verschillen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.2 Regionale verschillen

Slide 1 - Slide

BenR NL Leerdoelen par. 2
  1. Ik weet welke gebieden in NL te maken hebben met bevolkingsgroei.
  2. Ik weet welke gebieden in NL krimpgebieden zijn.
  3. Ik kan voorbeelden noemen van hoe de groei- en krimpgebieden hun gebieden herinrichten.
  4. Ik weet wat bedoeld wordt met: verzorgingsgebied, reikwijdte en drempelwaarde.
  5. Ik kan deze begrippen toepassen op een nieuwe situatie.
Opdracht
Werk de leerdoelen van deze paragraaf uit in je schrift.

Slide 2 - Slide

Opdracht in duo's => Maak de vragen...
Groeigebieden
Krimpgebieden
1
Welke gebieden?
Welke gebieden?
2
Waarom?
Waarom?
3
Herinrichting hoe?
Noem voorbeelden van herinrichting.

Herinrichting hoe?
Noem voorbeelden van herinrichting.
Gebruik de woorden drempelwaarde, reikwijdte en verzorgingsgebied.
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Populaire steden
Binnen Nederland grote verschillen in bevolkingsgroei.
-->de 4 grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht) en veel middelgrote steden blijven groeien.

Waarom stad populair?
werkgelegenheid, studies, voorzieningen

gebieden waar de bevolking groeit: groeigebieden / groeiregio’s

Slide 4 - Slide

Nigeria een reus?
Gevolg: bevolkingsdichtheid in en rond deze steden neemt toe.

gunstig voor:
- gemeenten: meer belastinginkomsten
- bedrijven: goed opgeleide werknemers
- voorzieningen: veel bezoekers en klanten 

ongunstig: zonder goede maatregelen leidt bevolkingsgroei tot problemen:
- niet genoeg woningen voor iedereen
- op wegen en stations wordt het drukker
- langere wachtlijsten voor ziekenhuizen en kinderdagverblijven

Populaire steden

Slide 5 - Slide

Nigeria een reus?
Deze steden moeten blijven bouwen om de bevolkingsgroei aan te kunnen.

-->aan de rand van steden (uitbreiding bestaande stad)
-->herinrichting in de bestaande stad:
    - woningen
    - voorzieningen
    - werkplekken
    - infrastructuur: wegen, busverbindingen en stations

Populaire steden

Slide 6 - Slide

Krimpgebieden
Steeds minder voorzieningen in dorpen.
-->bakker, slager, supermarkt verdwijnen
-->reden:bevolkingskrimp

Verzorgingsgebied = het gebied waar de klanten van een voorziening vandaan komen
Drempelwaarde = het minimumaantal klanten dat een voorziening nodig heeft om te kunnen bestaan.

-->minder mensen in het dorp = minder klanten voor de voorziening -> drempelwaarde wordt niet gehaald -> voorziening moet sluiten.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Krimpgebieden
Gebieden waar de bevolking af neemt. 
Deze gebieden noem je 
krimpgebieden  / krimpregio’s

Belangrijke reden: vertrek van jongeren
-->migreren naar de stad voor studie, werk      en voorzieningen
Gevolg: de samenstelling van de bevolking in krimpgebieden verandert -> vergrijzing en  ontgroening

Slide 9 - Slide

Voorzieningen verdwijnen ook uit dorpen door de toegenomen reikwijdte.
= de maximale afstand die mensen willen afleggen om van een voorziening gebruik te maken.
Oorzaken:
-->toegenomen autobezit.
-->dorpsbewoners doen boodschappen in de stad in plaats van het dorp.

Krimpgebieden

Slide 10 - Slide

Herinrichting in krimpgebieden
Ook in gebieden met bevolkingskrimp is herinrichting nodig.
Voorbeelden gebieden met sterke bevolkingskrimp: Zeeuws-Vlaanderen, Oost-Groningen, Zuid-Limburg

  • Minder inwoners betekent:
    - minder woningen, werkplekken, voorzieningen
    - andere soorten woningen, werkplekken, voorzieningen door vergrijzing

In krimpregio’s worden voorzieningen bij elkaar geplaatst in multifunctionele gebouwen in dorpscentra of grotere plaatsen.
Als er dingen verdwijnen ontstaat ook meer ruimte -->grotere woningen met tuin, natuur- en recreatiegebieden

Slide 11 - Slide

Beschrijven <-> Verklaren <-> Verband leggen


Beschrijven: wat en waar?

Verklaren: waarom?

Verband leggen: wat heeft het met elkaar te maken?

Slide 12 - Slide

Invalshoeken
Je kunt  bij aardrijkskunde op verschillende manieren naar een probleem kijken. Die manieren noem je invalshoeken of dimensies.

Er zijn vijf dimensies:
economisch, sociaal, cultureel, politiek en milieu.
Met die dimensies kun je een probleem van verschillende kanten bekijken en een beter oordeel geven.


Slide 13 - Slide

Casus
Er zijn plannen om de snelweg A27 bij Utrecht te verbreden van 6 naar 14 rijstroken. De snelweg loopt vlak langs woonwijken en langs een belangrijk natuur- en recreatiegebied. 

Opdracht
Vorm 5 groepjes  -> elke groep bekijkt dit probleem vanuit een andere dimensie: economisch, sociaal, cultureel, politiek en milieu. Dit presenteer je straks aan elkaar.
Gebruik de kaarten op de volgende dia.

Slide 14 - Slide

De locatie voor deze opdracht is verzonnen. 
Gebruik Google Maps ter verduidelijking van de kaarten.

Slide 15 - Slide

Vragen?
Ja? Dan is het nu tijd om ze te stellen!
Nee? Dan kun je aan de slag met de opdrachten...

Slide 16 - Slide