What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Twents Carmel College
Visit the website
‹
Return to search
Basisstof 4: Het zenuwstelsel
Op welk moment heb je door dat je geluid hoort?
A
Als geluid het oor in gaat
B
Als het geluid tegen het trommelvlies aan komt
C
Als geluid in het slakkenhuis is gekomen
D
Als de impuls van de gehoorzenuw in de hersenen is aangekomen
1 / 17
next
Slide 1:
Quiz
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Op welk moment heb je door dat je geluid hoort?
A
Als geluid het oor in gaat
B
Als het geluid tegen het trommelvlies aan komt
C
Als geluid in het slakkenhuis is gekomen
D
Als de impuls van de gehoorzenuw in de hersenen is aangekomen
Slide 1 - Quiz
In welk deel van het oor wordt het geluid omgezet in een impuls?
A
trommelvlies
B
gehoorbeentjes
C
slakkenhuis
D
gehoorzenuw
Slide 2 - Quiz
Welk deel van het netvlies kan het best kleuren zien?
A
Witte vlek
B
Gele vlek
C
Groene vlek
D
Blinde vlek
Slide 3 - Quiz
De pupil kan groter en kleiner worden.
Je ligt 's nachts in bed en zet even je lamp aan. Wat gebeurt er dan? De pupil gaat van …
A
Groot naar klein
B
Klein naar groot
C
Middel naar groot
D
Hij blijft hetzelfde
Slide 4 - Quiz
Welk deel van het oog verandert prikkels in impulsen?
A
Pupil
B
Lens
C
Netvlies
D
Oogzenuw
Slide 5 - Quiz
Zenuwstelsel
Centrale zenuwstelsel:
hersenen en ruggenmerg
Slide 6 - Slide
Je raakt je fiets aan en voelt dat deze koud is. De impuls gaat van ..
A
huid > zenuw > ruggenmerg > hersenen
B
hersenen > ruggenmerg > zenuw > huid
C
huid > ruggenmerg > zenuw > hersenen
D
huid > hersenen > ruggenmerg > zenuw
Slide 7 - Quiz
Je gebruikt je voet om tegen een bal te schoppen. De impuls gaat van
A
beenspier > zenuw > ruggenmerg > hersenen
B
beenspier > ruggenmerg > hersenen > zenuw
C
hersenen > zenuw > ruggenmerg > beenspier
D
hersenen > ruggenmerg > zenuw > beenspier
Slide 8 - Quiz
verwerken van impulsen van de zintuigen
regelen van spieren
regelen van klieren
Slide 9 - Slide
Zenuwcel
1 zenuw bevat veel zenuwcellen
Uitlopers vangen impulsen op
Uitloper geeeft impulsen door
Uitlopers kunnen erg lang zijn
Slide 10 - Slide
Gevoelszenuwcel
Geeft impulsen zintuigen door
Cellichaam niet aan uiteinde (in de buurt van centrale zenuwstelsel)
G
Schakelcel
Geeft impulsen door aan andere zenuwcellen
Geen lange uitlopers
Alleen in centrale zenuwstelsel
S
bewegingszenuwcel
Geeft impulsen door aan spieren/klieren
Cellichaam aan uiteinde (in het centrale zenuwstelsel)
B
Typen Zenuwcel
Slide 11 - Slide
Welk type zenuwcel komt als eerste in actie?
A
Bewegingszenuwcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Schakelcel
Slide 12 - Quiz
Welk type zenuwcel komt als eerste in actie?
A
Bewegingszenuwcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Schakelcel
Slide 13 - Quiz
Reflexboog
Bewuste reactie = hersenen bepalen
wat te doen met de impulsen
Reflex = onbewust, snelle, vaste
reactie op een prikkel
Slide 14 - Slide
Je zet de kraan aan steekt je hand eronder, maar het blijkt heet water en je trekt je hand meteen weer terug
A
Reflex
B
Bewuste reactie
Slide 15 - Quiz
Er schijnt opeens fel licht in je ogen, de pupillen worden hierdoor een beetje kleiner
A
Reflex
B
Bewuste reactie
Slide 16 - Quiz
Iemand gooit spontaan iets kleins naar je toe, zonder al te veel moeite weet je het te vangen
A
Reflex
B
Bewuste reactie
Slide 17 - Quiz