Twents Carmel College

Bezittelijk naamwoord Kader 1

Willkommen bei der Deutsch-Stunde
, der 14. November 2023
Willkommen bei der Deutsch-Stunde
                         , der 14. November 2023
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Willkommen bei der Deutsch-Stunde
, der 14. November 2023
Willkommen bei der Deutsch-Stunde
                         , der 14. November 2023

Slide 1 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord 
Doel:
- Ik kan het bezittelijk voornaamwoord in het Duits benoemen    
- Ik kan het bezittelijk voornaamwoord in het Duits toepassen

Slide 2 - Slide

Der, die das
Het bezittelijk voornaamwoord heeft te maken met 
der, die, das!

Slide 3 - Slide

De bezittelijke voornaamwoorden

Slide 4 - Slide

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
(in het Nederlands)

Slide 5 - Open question

1

Slide 6 - Video

Seite 125 im Buch
Let op: bij die-woorden en meervoud krijg je een extra -e

Slide 7 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: mijn
A
sein(e)
B
ihr(e)
C
mein(e)
D
dein(e)

Slide 8 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: jouw
A
sein(e)
B
ihr(e)
C
mein(e)
D
dein(e)

Slide 9 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: zijn
A
sein(e)
B
ihr(e)
C
mein(e)
D
dein(e)

Slide 10 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: haar
A
sein(e)
B
ihr(e)
C
mein(e)
D
dein(e)

Slide 11 - Quiz

Wanneer krijgt het bezittelijk voornaamwoord een -e?

Slide 12 - Open question

Welke Duitse bezittelijk voornaamwoorden ken je?

Slide 13 - Mind map

Bezittelijk voornaamwoord

Slide 14 - Slide

ich
ik
du
jij
er
hij
sie
zij (ev)
wir
wij
ihr
jullie
sie
zij (mv)
Sie
U
mein(e)
mijn
dein(e)
jouw
sein(e)
zijn
ihr(e)
haar
unser(e)
ons/onze
eu(e)r(e)
jullie
ihr(e)
hun
Ihr(e)
Uw
Persoonlijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 15 - Slide

persoonlijke & bezittelijke voornaamwoorden

Slide 16 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 17 - Slide

Was gehört zusammen?
mijn
jouw
zijn
haar
onze
jullie
hun
uw
mein, meine
dein, deine
sein, seine
ihr, ihre
unser, unsere
euer, eure
ihr, ihre
Ihr, Ihre

Slide 18 - Drag question