Twents Carmel College

2.4 De Sovjet-Unie

De Eerste Wereldoorlog

2.4   De Sovjet-Unie

1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3,5,6

This lesson contains 22 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Introduction

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op waarom het jaar 1917 een keerpunt was in de Eerste Wereldoorlog

Items in this lesson

De Eerste Wereldoorlog

2.4   De Sovjet-Unie

Slide 1 - Slide

 Leerdoelen          par. 4
  • Ik kan uitleggen  wat communisme is.
  • Ik weet wie Lenin en Stalin waren.
  • Ik kan de oorzaken opnoemen voor de revolutie in Rusland.
  • Ik weet waarom er een burgeroorlog uitbrak na de revolutie.
  • Ik kan uitleggen waarom de Sovjet-Unie een totalitaire staat was.
  • Ik kan benoemen welke doelen Stalin had met zijn land en gebruik hierbij de volgende begrippen: vijfjarenplan, planeconomie, collectivisatie van de landbouw.
  • Ik kan de kenmerken van het Stalinisme herkennen en benoemen.
  • Ik weet wat showprocessen waren en waarom ze gebruikt werden door Stalin.

Slide 2 - Slide

Sovjet-Unie
Sovjet-Unie = SU
1917 - 1991
Symbolen op de vlag van de Sovjet-Unie:
hamer = macht van de arbeiders
Sikkel = macht van de boeren
Fode ster = het Rode Leger
Rood = kleur communisme/socialisme

Slide 3 - Slide

Oorzaken
  • Volk heeft het slecht: gebrek aan alles

  • Grote verliezen in de Eerste Wereldoorlog

  • Soldaten zijn de oorlog zat

  • Tsaar heeft dictatuur in handen

Slide 4 - Slide


Russische
krijgsgevangen





  • Het Russische leger is groot, maar zwak en slecht uitgerust.
  • Soms hebben soldaten niet eens een wapen

Slide 5 - Slide

Februari 1917
  • eerste revolutie

  • Voedselrellen en stakingen

  • Demonstraties tegen de Tsaar

  • Voorlopige (democratische) regering

  • Tsaar treedt af en wordt gearresteerd

Slide 6 - Slide

Oktober 1917
  • Onrust in Rusland blijft

  • Duitsland(!) helpt Lenin, Rusland binnen te smokkelen (april 1917)

  • Tweede revolutie: Communisten o.l.v. Lenin grijpen de macht en de voorlopige regering wordt afgezet

  • De Tsaar en zijn familie worden vermoord (juli 1918)

Slide 7 - Slide









Vrede met Duitsland
Alle macht aan de arbeiders!
Alle macht aan de boeren!
Alle mensen gelijk!
Na de 2e revolutie in 1917 nemen de communisten de macht helemaal over.  Eerste actie = wapenstilstand met Duitsland.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

1917 = keerpunt WOI
  • Duitsland geen 2-frontenoorlog meer door wapenstilstand met Rusland
Maar:
  • De VS gaan meevechten aan Geallieerde kant, deze soldaten zijn nog enthousiast en niet oorlogsmoe...
  • Duitse soldaten krijgen steeds minder vertrouwen in de overwinning

Slide 10 - Slide

Na de revolutie: burgeroorlog 1917-1922
  • communisten ('Rode Leger') <-> anti-communisten ('de Witten') 
  • 1922: Lenin wint burgeroorlog -> Rusland heet vanaf nu =>
De Sovjet-Unie:
  • een totalitaire samenleving =
  • een samenleving waarin de overheid alle macht heeft en
  • het leven van ieder individu controleert
  • dictatuur

Slide 11 - Slide

1922 -> Rusland heet vanaf nu Sovjet-Unie

  • dictatuur van de communistische partij
  • Lenin leider
  • totalitaire staat: individu ondergeschikt, staat heeft controle over alles en iedereen.

Slide 12 - Slide

1924-1953 Stalin aan de macht
  • 1924 Lenin dood, Stalin is zijn opvolger

Doel 1 = Sovjet-Unie moet industriële grootmacht worden
  • Hoe: 5-jarenplannen, planeconomie => de staat bepaalt van tevoren wat bedrijven moeten produceren.

Doel 2 = moderniseren landbouw
  • Hoe: collectivisatie => boeren moeten op grote staatsboerderijen samenwerken

Slide 13 - Slide

Stalinisme
Kenmerken:
  • totalitair 

  • Indoctrinatie via propaganda en censuur
  • Persoonsverheerlijking
  • Terreur -> strafkampen, showprocessen, geheime politie en zuiveringen
Vanaf 1936 begon Stalin met het 'zuiveren' van de communistische partij door 'showprocessen'. 
Al met al kwamen vielen in de tijd van Stalin miljoenen doden..

Slide 14 - Slide

Vragen?

Slide 15 - Slide

Wat gaan je doen?
1- Ga naar de dia met de leerdoelen
2- Werk de leerdoelen uit.
3- Maak blz. 62-63 opdr. 1-2-5-7-8-9

Hoe gaan jedat doen?
- Zelfstandig 
- In je schrift


Slide 16 - Slide

Tot de volgende keer!

Slide 17 - Slide

Liever kijken in plaats van lezen? 
Dan kun je het filmpje bekijken.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Antwoorden huiswerk 2.4
  1. a= indoctrinatie, b= zuiveren, c= dwangarbeid, d= collectivisatie, e= showproces, f= strafkamp 
  2. a = In een communistische staat is iedereen gelijk en zijn alle bedrijven en landbouwgrond van de staat. Om dit bereiken mag geweld gebruikt worden.
     b= extreem vanwege het gebruik van geweld, links omdat men wil dat 
          iedereen gelijk is.
     c= arbeiders en boeren kwamen in opstand, de tsaar verdween
     d= Lenin en aanhangers namen de regering gevangen, de tsaar werd vermoord 

Slide 20 - Slide

Antwoorden huiswerk 2.4
5- a= juist
b= fout
c= fout
d= fout
e= juist
f= fout

7- kenmerken totalitaire samenleving:
- Pavlik gaf zijn eigen vader aan bij de politie
- de vader kwam in strafkamp en later vermoord
- Pavlik werd door de regering een kinderheld gemaakt

Slide 21 - Slide

Antwoorden huiswerk 2.4
8-  tekst A = showprocessen
     tekst B = persoonsverheerlijking
     tekst C = propaganda
b-  Als je niet Stalin vereerde en bewonderde kon je worden opgepakt.

9- E zuiveringen
    b- in 1965 mocht er wel kritiek geleverd worden op het beleid van Stalin anders was deze         tekening nooit gemaakt. OF Deze Nederlandse tekenaar wist wat er in de tijd van Stalin
       echt gebeurd was, er was nu geen censuur meer.

Slide 22 - Slide