What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Twents Carmel College
Visit the website
‹
Return to search
Herhaling H5
Herhaling H5 Elektrische energie en veiligheid
H5.1 Energieverbruik
H5.2 Veiligheid van elektrische apparaten
H5.3 Veiligheid van de huisinstallatie
H5.4 Elektriciteit in auto
H5.5 schakelen met relais en transistor
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quiz
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhaling H5 Elektrische energie en veiligheid
H5.1 Energieverbruik
H5.2 Veiligheid van elektrische apparaten
H5.3 Veiligheid van de huisinstallatie
H5.4 Elektriciteit in auto
H5.5 schakelen met relais en transistor
Slide 1 - Slide
Samenvatting H5.1 formules
Vermogen (W) = spanning (V) x stroomsterkte (A)
Energie (kWh) = Vermogen (kWh) x tijd (h)
Kosten = Energie (kWh) x prijs van 1 kWh
Rendement = nuttige energie : totale energie x 100%
Slide 2 - Slide
Lars stelt de spanningsbron in op 9,0 V.
Door de schakeling loopt dan een stroom van 20 mA.
Hoe groot is het vermogen dat de spanningsbron levert?
Gegevens:
spanning = 9,0 V
stroom = 20 mA = 0,020 A
vermogen = ? W
Formule/uitwerking
vermogen = spanning x stroom
vermogen = 9,0 x 0,020
vermogen = 0,18 W
Slide 3 - Slide
Een waterkoker heeft een vermogen van 1500 W.
De waterkoker kan in 6 minuten (0,1 uur) 1 L water aan de kook brengen.
Bereken hoeveel energie nodig is om 1 L water aan de kook te brengen
Gegevens:
vermogen = 1500 W = 1,5 kW
tijd = 6 min = 0,1 uur
Formule / uitwerking:
Energie = vermogen x tijd
Energie = 1,5 x 0,1 = 0,15 kWh
Slide 4 - Slide
Samenvatting H5.2
Fasedraad = bruin Nuldraad = blauw Aarddraad = geel/groen
Kortsluiting
=> fase en nuldraad raken elkaar => de stroom wordt heel groot => kan brand ontstaan
Natte huid => lichaamsweerstand klein =>
extra oppassen
met stroom
Een
lekstroom
gaat door de aardleiding naar de aarde
Bij een apparaat met
dubbele isolatie
kan nooit spanning op de buitenkant staan.
Slide 5 - Slide
Hiernaast staat een symbool dat je op sommige apparaten kunt zien. Wat is de betekenis?
A
dubbele isolatie
B
dubbele stroomkring
C
parallel schakeling
D
schakelaar
Slide 6 - Quiz
Samenvatting 5.3 veiligheid huisinstallatie
Alle stopcontacten en lichtpunten in een huis zijn aangesloten op de
groepenkast
Bij
overbelasting en kortsluiting
is de stroomsterkte in een groep te groot
=> groep is hiervoor beveiligd (max 16 Ampere op 1 groep)
=> de installatieautomaat schakelt de spanning uit.
De
aardlekschakelaar
controleert of er lekstroom is
Bij
lekstroom
van meer dan 30 mA => aardlekschakelaar schakelt uit
Slide 7 - Slide
aardlekschakelaar
verschil mag niet > 30 mA
Slide 8 - Slide
Kortsluiting
Slide 9 - Slide
Overbelasting
Slide 10 - Slide
De elektrische leiding naar de zolder is beveiligd met een zekering van 16 A.
De spanning van de huisinstallatie bedraagt 230 V.
Piet wil de de wasautomaat (2500 W) en de elektrische kachel (1000 W) samen aanzetten.
Laat met een berekening zien of je de wasautomaat samen met de kachel kunt inschakelen zonder dat de zekering uitschakelt.
Noteer je conclusie.
Gegevens:
maximale stroomsterkte = 16 A
spanning = 230 V
vermogen was = 2500 W
vermogen kachel = 2000 W
stroom was = ? A
stroom kachel = ? A
Formule / uitwerking
vermogen = spanning x stroomsterkte
stroomsterkte = vermogen : spanning
Stroom was = 2500 : 230 = 10,9 A
Stroom kachel = 2000 : 230 = 8,7 A
Stroom totaal = 10,9 + 8,7 = 19,6 A
=> groter dan 16 A => zekering gaat uit!
Slide 11 - Slide
Samenvatting H5.4
Elektriciteit
auto
Een accu zet
chemische energie
om in
elektrische energie
de startmotor krijgt
elektrische energie
van de accu
Wanneer de auto loopt zorgt de
dynamo
voor de elektrische energie en dat de accu wordt opgeladen
capaciteit
is de totale hoeveelheid energie die een accu kan leveren
capaciteit (Ah) = stroomsterkte x tijd
Slide 12 - Slide
Bereken de capaciteit van een accu die 5 uur lang 9 A kan leveren?
Gegevens:
tijd = 5 uur
stroomsterkte = 9 A
capaciteit = ? Ah
Formule / uitwerking:
capaciteit = stroomsterkte x tijd
capaciteit = 9 x 5 = 45 A
Slide 13 - Slide
Samenvatting H5.5 schakelen met relais / transistor
Relais transistor
Slide 14 - Slide
Relais
Relais is een
elektromagnetische schakelaar
Bij het relais gebruik je
2 stroomkringen
.
1 om de elektromagneet aan te zetten
1 om een apparaat aan te zetten =>
maakcontact
of
verbreekcontact
Maakcontact (
M
) => starten van de startmotor
Verbreekcontact (
V
) => inbraakbeveiliging
Slide 15 - Slide
Transistor
Een transistor is een
elektronische schakelaar
die elektriciteit doorlaat of tegenhoud
Halfgeleider met 3 aansluitpunten
De
basis
(regelaar)
De
collector
(ontvanger)
De
emitter
(uitgang)
Transistor laat alleen stroom door als er
spanning
staat
op de basis
Slide 16 - Slide
Planning
Donderdag:
samenvatting H3
Volgende week dinsdag:
PTA H3 en H5
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide