Twents Carmel College

Woordraadstrategieën

Woordraadstrategieën
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Woordraadstrategieën

Slide 1 - Slide

Doel van de les

WOORDRAADSTRATEGIEËN GEBRUIKEN OM DE BETEKENIS VAN EEN ONBEKEND WOORD TE VINDEN



Slide 2 - Slide

Waarom gebruiken we woordraadstrategieën?

Slide 3 - Slide

Weet jij nog een manier/manieren om de betekenis van een onbekend woord in een tekst te vinden?

Slide 4 - Open question

woordraadstrategieën
  • synoniem zoeken in de tekst
  •  omschrijving zoeken in de tekst
  • voorbeelden zoeken in de tekst
  • een tegenstelling zoeken in de tekst
  • bekende woorddelen

Slide 5 - Slide

Opdracht
  1. Je krijgt een tekst waar woorden uitgehaald zijn. De woorden staan aan het eind van de tekst. Vul ze in op de juiste plaats
  2. zoek vijf woorden in de tekst waarvan je de betekenis niet kent. Bedenk met welke strategie je de betekenis kunt achterhalen.

Slide 6 - Slide

VOORBEELD - voorbeeld

Voorbeelden kunnen ook te herkennen zijn aan

een dubbele punt (:)



Wij houden van buitensporten: varen, wandelen, bergbeklimmen en mountainbiken.



Slide 7 - Slide

BEKEND WOORDDEEL - voorbeeld


- samenstellingen: vleesvervanger. Je kent de woorden vlees en vervanger. Je kunt raden wat vleesvervanger betekent.

- woorden met voorvoegsel: ongezond. On betekent niet, dus ongezond betekent niet gezond.

- woorden met achtervoegsel: gevoelloos. -loos is hetzelfde als zonder. Gevoelloos betekent zonder gevoel.


Slide 8 - Slide

Voor die jeans moet je veel neertellen.

Synoniem voor neertellen:
A
werken
B
betalen
C
verrichten
D
zoeken

Slide 9 - Quiz

De leerlingen voeren veel klusjes uit.

Synoniem voor voeren uit:
A
maken
B
werken
C
verrichten
D
hebben

Slide 10 - Quiz

Mijn haar zit aan beide kanten gelijk.
Tegenovergestelde voor aan beide kanten gelijk:
A
goed
B
asymmetrisch
C
eindeloos
D
symmetrisch

Slide 11 - Quiz

De brug verkeert in goede staat.
Tegenovergestelde voor verkeert in goede staat:
A
is er slecht aan toe
B
is goed
C
zakt in elkaar
D
moet niet gerepareerd worden

Slide 12 - Quiz

Bedenksel
(woord met achtervoegsel)
Wat is de betekenis?
A
wat iemand denkt
B
de mening van iemand
C
wat iemand bedacht heeft
D
wat iemand kan

Slide 13 - Quiz

Ongelijk
(woord met voorvoegsel)
Wat is de betekenis?
A
wel hetzelfde
B
niet hetzelfde
C
niet waar
D
wel waar

Slide 14 - Quiz

Zorgeloos

Geef een omschrijving

A
met heel veel zorgen
B
met zorgen
C
zorgelijk
D
zonder zorgen

Slide 15 - Quiz

Ik was te laat op school en had daarvoor een smoes bedacht
Geef een voorbeeld
A
daarom kreeg ik straf
B
de brug stond open
C
morgen ga ik naar de kapper
D
iets wat je verzint

Slide 16 - Quiz

GELEERD

WOORDRAADSTRATEGIEËN GEBRUIKEN OM DE BETEKENIS VAN EEN ONBEKEND WOORD TE VINDEN

- synoniemen

- omschrijving

- voorbeeld

- tegenstelling

- bekend woorddeel


Slide 17 - Slide