Twents Carmel College

S.O. BASISSTOF 1 TM 4 THEMA VOORTPLANTING EN ONTWIKKELING

S.O basisstof 1 tm 4
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

S.O basisstof 1 tm 4

Slide 1 - Slide

In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een gesteriliseerde man schematisch getekend. Is deze man nog instaat nog een orgasme te krijgen?
A
Nee, deze man kan geen orgasme krijgen.
B
Ja, maar bij een orgasme vindt geen lozing van zaadvocht plaats.
C
Ja, maar bij een orgasme bevat het zaadvocht geen zaadcellen.

Slide 2 - Quiz

In de afbeelding worden onder andere enkele delen van het voortplantingsstelsel van de man weergegeven.

Productie van zaadcellen is letter:
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 3 - Quiz

Welke kenmerken zijn primaire geslachtskenmerken?
A
Schaamhaar en Penis
B
Vagina en borsten
C
Penis en vagina
D
Borsthaar en brede heupen

Slide 4 - Quiz

Een vrouw wordt op 2 augustus ongesteld. Ze heeft een regelmatige cyclus van 28 dagen. Wanneer is haar volgende mensturatie ?
A
14 augustus
B
15 augustus
C
30 augustus
D
31 augustus

Slide 5 - Quiz

Een vrouw die op 2 augustus ongesteld wordt wil weten wanneer ze ovuleerd. Op welke datum is dit?
A
14 augustus
B
15 augustus
C
30 augustus
D
31 augustus

Slide 6 - Quiz

Vier delen van het voortplantingsstelsel van een man zijn: de eikel, de urinebuis, de zaadleider en het zwellichaam.

Welk van deze delen kan zowel urine als sperma vervoeren?

A
eikel
B
urinebuis
C
zaadleider
D
zwellichaam

Slide 7 - Quiz

Hoe heet onderdeel 1
A
Prostaat
B
Zaadleider
C
Teelbal
D
Blaas

Slide 8 - Quiz

Hoe heet onderdeel 10
A
Eikel
B
Voorhuid
C
Zaadleider
D
Teelbal

Slide 9 - Quiz

Hoe heet onderdel
3
A
Eileider
B
Eierstok
C
Vagina
D
Clitoris

Slide 10 - Quiz

Hoe noem je onderdeel 6
A
Eileider
B
urinebuis
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 11 - Quiz

Wat is de functie van zaadblaasjes bij de man?
A
produceren van zaadcellen
B
produceert vocht en voegt deze toe aan de zaadcellen
C
produceert vocht en voedingsstoffen en voegt deze toe aan de zaadcellen
D
Vangt prikkels op die leiden tot een orgasme

Slide 12 - Quiz

Wat is de functie van de clitoris bij de vrouw?
A
produceert eicellen
B
gevoelig voor prikkels, kan leiden tot een orgasme
C
slijmvliesplooi aan het begin van de vagina
D
vervoeren van eicellen

Slide 13 - Quiz

Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatie cyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie

Slide 14 - Quiz

Wanneer is een vrouw vruchtbaar?
A
Tijdens de menstruatie
B
tijdens de ovulatie
C
Vlak na de menstruatie
D
Vlak voor de menstruatie

Slide 15 - Quiz

Dit proces heet?
A
Eisprong
B
Ovulatie
C
Menstruatie
D
Oestrogenatie

Slide 16 - Quiz

een ander woord voor klaarkomen:
A
menstruatie
B
ovulatie
C
orgasme
D
masturbatie

Slide 17 - Quiz

Hoe noem je dag 11 t/m 15 van de menstruatie cyclus?
A
menstruatie
B
ovulatie
C
bevruchting
D
vruchtbare periode

Slide 18 - Quiz

Een ander woord voor de EISPRONG
A
Ovulatie
B
Menstruatie

Slide 19 - Quiz

De bevruchting vindt plaats
A
24 uur na de menstruatie
B
24 uur voor de ovulatie
C
24 uur na de ovulatie
D
24 uur voor de menstruatie

Slide 20 - Quiz

Een zaadcel smelt samen met een eicel. Dat noem je...
A
Toevallig
B
Geil
C
Bevruchting
D
Menstruatie

Slide 21 - Quiz

Tijdens de gehele menstruatie kun je dezelfde tampon/maandverband blijven dragen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Wat is een ander woord voor 'masturbatie'?
A
eisprong
B
ovulatie
C
zelfbevrediging
D
menstruatie

Slide 23 - Quiz