Twents Carmel College

1.4 Het boodschappenmandje van het CBS

1.4 Boodschappenmandje CBS
1 / 30
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Introduction

Je leert in deze les dat je je kunt verzekeren tegen de financiële gevolgen van een schade. Je leert wat een premie is, en wat het eigen risico daar voor invloed op heeft.

Items in this lesson

1.4 Boodschappenmandje CBS

Slide 1 - Slide

Lesdoelen 1.4
  • Hoe kan het CBS de inflatie vaststellen?
  • Wat is het Consumentenprijsindexcijfer (CPI)?
  • Hoe bereken je het CPI?

Slide 2 - Slide

ConsumentenPrijsIndexcijfer (CPI)

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

CBS
  • CBS berekend:
  • Inflatie
  • Deflatie
Inflatie:
een algemene stijging van de prijzen
Deflatie:
een algemene daling van de prijzen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Indexcijfer
Een getal dat aangeeft hoeveel iets in een bepaalde periode is veranderd ten opzichte van een afgesproken tijdstip. 

Afgesproken tijdstip = basisjaar = 100

Slide 7 - Slide

Indexcijfer bereken
  • Het jaar waar je vanuit gaat is het BASISJAAR (100)
  • Nieuwe indexcijfer = nieuw getal : getal in basisjaar x 100

VOORBEELD:
De prijs van een t-shirt was in 2010 € 12,50 (basisjaar) en in 2015 € 14,75. Bereken het indexcijfer van 2015.
>> € 14,75 : € 12,50 x 100 = 118 (indexcijfer)

Slide 8 - Slide

Consumentenprijsindexcijfer
Prijsontwikkeling van goederen en diensten.



Slide 9 - Slide

CPI (1)

Slide 10 - Slide

CPI (samengesteld ongewogen) 

Slide 11 - Slide

CPI (samengesteld gewogen)

Slide 12 - Slide

Consumentenprijsindex (samengesteld gewogen)
Stappen om het cpi te berekenen:

Vermenigvuldig het indexcijfer van iedere artikelgroep met de bijbehorende wegingsfactor. 
Tel alle uitkomsten van stap 1 bij elkaar op. 
Deel je uitkomst van stap 2 door het totaal van alle wegingen  

Je uitkomst is het consumentenprijsindexcijfer.


Slide 13 - Slide

Samengesteld gewogen CPI

Slide 14 - Slide

Prijscompensatie
  1. 2013 → 2014
    Nominaal inkomen + 2,4%
    CPI + 2,1%
    Reëel inkomen = 2,4% - 2,1% = 0,3%

   2. 2014 → 2015
      Nominaal inkomen + 1,4% ongeveer
      CPI +1,6% ongeveer
       Reëel inkomen = 1,4% - 1,6% = - 0,2%

Slide 15 - Slide

CBS: ... stijgt voor derde maand op rij.
In maart was de prijsstijging voor consumenten nog 0,4%. De prijzen zijn vanaf februari iedere maand 0,2% meer toegenomen. Dit maakt het CBS vandaag bekend.
Welk woord moet op de ... komen?
A
inflatie
B
deflatie
C
koopkracht
D
prijsindexcijfer

Slide 16 - Quiz


A
In 2016 is het CPI 103
B
In 2016 is het CPI 105
C
In 2016 is het CPI 113

Slide 17 - Quiz

De prijs van een boek was in 2016 € 15,00 (basisjaar) en in 2017 € 15,30. Bereken het indexcijfer van 2017.
Wat is het indexcijfer?
A
101
B
102
C
103
D
104

Slide 18 - Quiz

Bereken het CPI voor dit jaar.

Slide 19 - Open question

Wat is inflatie?

Slide 20 - Open question

Hoe word je koopkracht groter of kleiner?

Slide 21 - Open question

Welke oorzaken zijn er voor inflatie?

Slide 22 - Open question

Extra uitleg

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Slide 29 - Link

Slide 30 - Link